Het belastingreglement op het vervoer van bestuurlijk aangehouden personen loopt af op 31/12/2020 en dient hernieuwd te worden.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Overwegende de noodzaak om personen die bestuurlijk of gerechtelijk aangehouden zijn en gedragingen stelden die de levenskwaliteit van de inwoners kunnen beperken op een manier die de normale druk van het sociale leven overschrijdt, waardoor de normale last die het leven in de samenleving onvermijdelijk met zich meebrengt, wordt overstegen, een deel van de door de gemeente gemaakte onkosten te laten vergoeden;
Overwegende dat de belasting op het vervoer van personen met een politievoertuig met de nodige omzichtigheid dient gehanteerd te worden;
Overwegende dat in deze voorwaarden het algemeen belang gediend wordt door het tarief van de belasting te beperken tot maximum 100 euro;
Art. 170, §4 van de grondwet;
Art. 40, 41, 56, 286, 287 en 288 van decreet Lokaal bestuur;
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 'Omzendbrief betreffende de gemeentefiscaliteit'Er wordt met ingang van 1 januari 2021 en eindigend op 31 december 2025 ten behoeve van de gemeente, een belasting gevestigd op het vervoer met een politievoertuig van personen die door de lokale politie bestuurlijk aangehouden zijn.
De belasting valt ten laste van de vervoerde persoon of in voorkomend geval, van de voor hem burgerlijk verantwoordelijke persoon. Zij is verschuldigd vanaf het ogenblik dat de vervoerde persoon zijn eindbestemming bereikt heeft.
De belasting wordt vastgesteld op een forfaitair bedrag van 100 euro per rit en per vervoerd persoon.
Als rit dient verstaan te worden het traject dat wordt afgelegd vanaf het uitrukken van het politievoertuig tot op het ogenblik dat de betrokken op zijn eindbestemming is gebracht (politiecommissariaat, thuis, …)
De belasting wordt contant betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs. Als dan zal het in bewaring gegeven bedrag van ambtswege als een verworven contante belasting worden geboekt.
Bij gebrek aan een contante betaling of indien het in bewaring gegeven bedrag niet in overstemming is met de reële belastingschuld, zal tot inkohiering van de gehele of gedeeltelijke belasting worden overgegaan. Het kohier wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het gelijknamige decreet van 30 mei 2008.
Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 287 van het decreet lokaal bestuur.