Het belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen loopt af op 31/12/2020. Dit reglement dient vernieuwd te worden.
Gelet op de stedenbouwkundige verordening inzake parkeervoorzieningen bij meergezinswoningen;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op gemiddelde kostprijs van € 7.500 voor het realiseren van een parkeerplaats door de gemeente. Bij het bepalen van deze kostprijs werd gebruik gemaakt van de kostprijs bij de aanleg van de parking Eikenstraat en de parking Molenberg.
Artikel 170 §4 van de Grondwet.
Het Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder de artikelen 40, 41, 56, 286, 287 en 288.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 ‘Omzendbrief betreffende de gemeentefiscaliteit’.
Er wordt met ingang van 1 januari 2021 en eindigend op 31 december 2021 ten behoeve van de gemeente een belasting gevestigd op het ontbreken van parkeerplaatsen bij het optrekken van meergezinswoningen, bij het uitvoeren van verbouwingswerken, evenals bij het wijzigen van de bestemming van parkeerplaatsen.
De belasting is verschuldigd door de houder of desgevallend de rechtsopvolgers van de houder van een stedenbouwkundige of omgevingsvergunning die:
a) op grond van deze vergunning niet kan voldoen aan de verplichting om één of meerdere parkeerplaatsen aan te leggen en een ontheffing verkrijgt van het College van Burgemeester en Schepenen voor één of meerdere parkeerplaatsen overeenkomstig de stedenbouwkundige verordening ter zake;
b) één of meer in zijn stedenbouwkundige of omgevingsvergunning begrepen en reeds aangelegde parkeerplaatsen, naderhand afschaft of zodanig wijzigt dat ze niet meer voldoen aan de stedenbouwkundige vergunning;
c) één of meer in zijn stedenbouwkundige of omgevingsvergunning begrepen parkeerplaatsen niet heeft aangelegd.
De belasting wordt vastgesteld volgens het belastingtarief bepaald in de belastingverordening die van kracht was op het ogenblik van de aflevering van de stedenbouwkundige vergunning of het tijdstip van de wijziging dan wel afschaffing van de parkeerplaats zoals vermeld in art 2 b).
De belasting wordt vastgesteld op € 7.500 per ontbrekende of niet behouden parkeerplaats.
§1. Voor de gevallen vermeld onder artikel 2 a) van dit reglement geldt de afgeleverde bouwvergunning als het vastgelegd aantal ontbrekende parkeerplaatsen waarvoor deze belasting verschuldigd is.
§2. Voor de gevallen vermeld onder art 2 b) en c) van dit reglement wordt bij een plaatsbezoek door een beëdigd ambtenaar vaststelling gedaan van de ontbrekende en/of geschrapte parkeerplaatsen in een proces verbaal. Dit PV heeft bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. De belastingplichtige wordt vijftien kalenderdagen vooraf per aangetekend schrijven uitgenodigd om bij voormelde vaststelling aanwezig te zijn.
De belasting wordt door middel van een kohier ingevorderd. Het kohier wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het gelijknamige decreet van 30 mei 2008.
Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 287 van het decreet lokaal bestuur.