Terug
Gepubliceerd op 22/12/2025

2025_GR_00235 - Belastingen - Belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen - Aanslagjaren 2026-2031 - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 15/12/2025 - 20:00 raadzaal gemeentehuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Jurgen Callaerts, burgemeester; Geert Antonio, schepen; An Van Dessel, schepen; Els Devlies, schepen; Kenneth Heylen, schepen; Christine Jacobs, voorzitter BCSD - schepen; Margo Hiel, raadslid N-VA; Annelies Kerckhofs, raadslid N-VA; Sara Emmen, raadslid N-VA; Dieter Wijckmans, raadslid N-VA; Jarrik Peeters, raadslid Vooruit; Bart Peeters, raadslid Vooruit; Peter Calluy, raadslid Vooruit; Raf De Schepper, raadslid Lokaal2840; Wendy Weckhuysen, raadslid Lokaal2840; Geert Van der Auwera, raadslid Lokaal2840; Marleen De Bruyn, raadslid Lokaal2840; Luc Callaerts, raadslid Lokaal2840; Marianne Van Hoof, raadslid Lokaal2840; Marc Leemans, raadslid Lokaal2840; Bart Claes, raadslid Vlaams Belang; Chris Van Geem, raadslid Vlaams Belang; Inge Van Cuyck, raadslid Vlaams Belang; Marc Verrept, raadslid Vlaams Belang; Wouter De Smedt, secretaris; Benjamin De Roeck, voorzitter gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn

Secretaris

Wouter De Smedt, secretaris

Voorzitter

Benjamin De Roeck, voorzitter gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn

Stemming op het agendapunt

2025_GR_00235 - Belastingen - Belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen - Aanslagjaren 2026-2031 - Goedkeuring

Aanwezig

Jurgen Callaerts, Geert Antonio, An Van Dessel, Els Devlies, Kenneth Heylen, Christine Jacobs, Margo Hiel, Annelies Kerckhofs, Sara Emmen, Dieter Wijckmans, Jarrik Peeters, Bart Peeters, Peter Calluy, Raf De Schepper, Wendy Weckhuysen, Geert Van der Auwera, Marleen De Bruyn, Luc Callaerts, Marianne Van Hoof, Marc Leemans, Bart Claes, Chris Van Geem, Inge Van Cuyck, Marc Verrept, Wouter De Smedt, Benjamin De Roeck
Stemmen voor 18
Geert Antonio, Jurgen Callaerts, Christine Jacobs, Jarrik Peeters, Marc Verrept, Dieter Wijckmans, Els Devlies, Kenneth Heylen, Bart Peeters, An Van Dessel, Annelies Kerckhofs, Bart Claes, Chris Van Geem, Inge Van Cuyck, Margo Hiel, Peter Calluy, Sara Emmen, Benjamin De Roeck
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 7
Wendy Weckhuysen, Geert Van der Auwera, Marleen De Bruyn, Raf De Schepper, Luc Callaerts, Marc Leemans, Marianne Van Hoof
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2025_GR_00235 - Belastingen - Belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen - Aanslagjaren 2026-2031 - Goedkeuring 2025_GR_00235 - Belastingen - Belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen - Aanslagjaren 2026-2031 - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Het belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen loopt ten einde op 31 december 2025 en dient vernieuwd te worden. Volgende zaken werden hierbij aangepast:

  • Uit een analyse van het reglement is gebleken dat de gehanteerde bedragen gedurende 6 jaar niet meer werden aangepast. Het bestuur wenst door middel van dit belastingreglement ontwikkelaars aan te zetten tot het naleven van de parkeerverordening en zo voldoende parkeerplaatsen bij het project te voorzien. Dit leidt tot aangepaste tarieven.
  • Er werd er voorzien in een indexatiemechanisme

Argumentatie

Gelet op de financiële toestand van het lokaal bestuur en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven;

Gelet op de stedenbouwkundige verordening inzake parkeervoorzieningen bij meergezinswoningen;

Overwegende dat een belasting op de ontbrekende parkeerplaatsen dient ingevoerd te worden voor de gevallen waarin een bouwaanvrager of bouwheer niet wenst te voldoen of niet voldoet aan de stedenbouwkundige voorschriften in verband met de aanleg van parkeerplaatsen in het kader van de realisatie van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen;

Overwegende dat deze belasting de bouwheren moet aansporen om de vereiste parkeerplaatsen te voorzien;

Overwegende dat het niet voorzien van de vereiste parkeerplaatsen aanleiding geeft tot een verhoogde parkeerdruk en dus een verhoogde vraag naar parkeerplaatsen op het openbaar domein;

Overwegende dat de realisatie van bijkomende parkeerplaatsen door de gemeente de nodige kosten met zich meebrengt.

Juridische grond

De artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer bepaald de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335, inclusief latere wijzigingen;

Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;

Artikel 2.3.2, § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Er wordt met ingang van 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031 ten behoeve van de gemeente een belasting gevestigd op het ontbreken van parkeerplaatsen bij het optrekken van meergezinswoningen, bij het uitvoeren van verbouwingswerken, evenals bij het wijzigen van de bestemming van parkeerplaatsen.

Artikel 2

§1. De belastingplichtige is de houder of desgevallend de rechtsopvolgers van de houder van een stedenbouwkundige of omgevingsvergunning die:
a) op grond van deze vergunning niet kan voldoen aan de verplichting om één of meerdere parkeerplaatsen aan te leggen en een ontheffing verkrijgt van het College van Burgemeester en Schepenen voor één of meerdere parkeerplaatsen overeenkomstig de stedenbouwkundige verordening ter zake;
b) één of meer in zijn stedenbouwkundige of omgevingsvergunning begrepen en reeds aangelegde parkeerplaatsen, naderhand afschaft of zodanig wijzigt dat ze niet meer voldoen aan de stedenbouwkundige vergunning;
c) één of meer in zijn stedenbouwkundige of omgevingsvergunning begrepen parkeerplaatsen niet heeft aangelegd.

§ 2. De belasting is eveneens verschuldigd door de eigenaar indien de bestemming van de parkeerplaats(en) zodanig gewijzigd wordt dat niet meer voldaan wordt aan de stedenbouwkundige verordening.

Artikel 3

De belasting wordt vastgesteld volgens het belastingtarief bepaald in de belastingverordening die van kracht was op het ogenblik van de aflevering van de stedenbouwkundige vergunning of het tijdstip van de wijziging dan wel afschaffing van de parkeerplaats zoals vermeld in art 2 b).

Artikel 4

De belasting bedraagt:

  • 11.000 euro per ontbrekende of niet behouden parkeerplaats

Artikel 5

De tarieven vermeld in art. 4 worden jaarlijks aangepast aan de consumptieprijsindex (basis 2013). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand september van het voorgaande jaar volgens de formule : (R x I)/i waarbij :

  • R = tarief zoals vastgesteld in artikel 4
  • I = index van de maand september van het voorgaande jaar
  • i = index van de maand september 2025 (basis 2013)

Het geïndexeerde bedrag kan nooit lager zijn dan het tarief zoals bepaald in art. 4.

Alle geïndexeerde bedragen worden naar beneden afgerond naar een veelvoud van 1 euro.

Artikel 6

§1. Voor de gevallen vermeld onder artikel 2 a) van dit reglement geldt de afgeleverde bouwvergunning als het vastgelegd aantal ontbrekende parkeerplaatsen waarvoor deze belasting verschuldigd is.

§2. Voor de gevallen vermeld onder art 2 b) en c) van dit reglement wordt bij een plaatsbezoek door een beëdigd ambtenaar vaststelling gedaan van de ontbrekende en/of geschrapte parkeerplaatsen in een proces verbaal. Dit PV heeft bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. De belastingplichtige wordt vijftien kalenderdagen vooraf per aangetekend schrijven uitgenodigd om bij voormelde vaststelling aanwezig te zijn.

Artikel 7

De belasting wordt door middel van een kohier ingevorderd. Het kohier wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 8

De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het gelijknamige decreet van 30 mei 2008.

De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.

Artikel 9

Dit reglement wordt afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 tot en met 288 van het Decreet Lokaal Bestuur en het wordt gepubliceerd op de gemeentelijke webtoepassing, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking van het reglement op de webtoepassing van de gemeente.