Bij de opmaak van een nieuw meerjarenplan worden ook de nieuwe belastingreglementen voorgelegd ter goedkeuring.
Het bestuur wenst een nieuwe belasting in te voeren op de exploitatie van kleigroeven.
Gelet op de financiële toestand van het lokaal bestuur en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven;
Overwegende dat de exploitatie van groeven gepaard gaat met zwaar vervoer waardoor het wegennet van de gemeente bijkomend wordt belast;
Overwegende dat het dus aangewezen is de exploitanten van deze groeven te laten betalen voor deze bijkomende uitgaven in het kader van het onderhoud van het wegennet;
Overwegende dat het indienen van een foutieve aangifte of het niet nakomen van de aangifteplicht moet worden ontmoedigd en het billijk is hierbij rekening te houden met frequentie van de overtredingen. Het is bijgevolg aanvaardbaar om in dergelijke situaties te voorzien in een trapsgewijze belastingverhoging.
De artikelen 41, 162 en 170, ยง4 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer bepaald de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335, inclusief latere wijzigingen;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
Er wordt met ingang van 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031, op het ontginnen van klei in open kleigroeven op het grondgebied van de gemeente, een jaarlijkse omslagbelasting geheven.
De belastingplichtigen zijn de exploitanten van de kleigroeven op het grondgebied van de gemeente Rumst ongeacht of deze hun zetel in deze of een andere gemeente hebben.
De exploitant en de eigenaar van de groeve zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
De jaarlijkse omslagbelasting bedraagt 160.000 euro.
De belasting wordt over de betrokken belastingplichtigen omgeslagen in verhouding tot het aantal ton ontgonnen klei tijdens het jaar dat het aanslagjaar voorafgaat.
De omslagbelasting vermeld in art. 4 wordt jaarlijks aangepast aan de consumptieprijsindex (basis 2013). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand september van het voorgaande jaar volgens de formule:
(R x I)/i
waarbij :
Het geïndexeerde bedrag kan nooit lager zijn dan de omslagbelasting zoals bepaald in art. 4.
Alle geïndexeerde bedragen worden naar beneden afgerond naar een veelvoud van 1 euro.
De belastingplichtigen moeten jaarlijks ten laatste op 31 april van het aanslagjaar een aangifte indienen van het aantal ton ontgonnen klei in de loop van het jaar dat het aanslagjaar voorafgaat. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, zondag of een feestdag, dan wordt de vervaldag naar de eerstvolgende werkdag verplaatst.
De aangifte wordt ingediend bij het gemeentebestuur door een papieren aangifte op het adres Koningin Astridplein 12, 2840 Rumst of door een digitale aangifte via het mailadres belastingen@rumst.be.
De aangifte dient over de volgende gegevens te beschikken:
§1. Bij gebrek aan aangifte, bij niet-tijdige of onnauwkeurige of onjuiste aangifte door de belastingplichtigen wordt de aanslag van ambtswege door de gemeente gevestigd op grond van de beschikbare gegevens en op de wijze bepaald in artikel 7 het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd zoals in §2 van dit artikel bepaald. Het bedrag van de verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.
§2. Bij een eerste overtreding zal op de ambtshalve ingekohierde belasting een belastingverhoging worden toegepast van 10 % en afzonderlijk in het kohier en op het aanslagbiljet worden vermeld.
Bij volgende overtredingen zal, onafgezien van het feit of deze overtredingen plaats hebben binnen eenzelfde aanslagjaar, een verhoging van 40 %, 70 % en 100 % worden toegepast op het niet aangegeven gedeelte bij respectievelijk een tweede, derde, en vierde overtreding. Vanaf de vijfde overtreding zal de verhoging 200 % bedragen.
Voor de vaststelling van het toe te passen percentage van de belastingverhoging worden de vorige overtredingen niet in aanmerking genomen, wanneer geen overtredingen werden vastgesteld voor de laatste twee aanslagjaren die het aanslagjaar voorafgaan waarin de nieuwe overtreding wordt vastgesteld.
De belasting wordt door middel van een kohier ingevorderd. Het kohier wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het gelijknamige decreet van 30 mei 2008.
De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de belastingaanslag of de belastingverhoging (in voorkomend geval) bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Dit reglement wordt afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 tot en met 288 van het Decreet Lokaal Bestuur en het wordt gepubliceerd op de gemeentelijke webtoepassing, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking van het reglement op de webtoepassing van de gemeente.