Het retributiereglement op op het voltrekken van huwelijksplechtigheden loopt ten einde op 31 december 2025. Het retributiereglement dient dan ook vernieuwd te worden.
Volgende zaken werden hierin aangepast:
Gelet op de financiële toestand van het lokaal bestuur en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven;
Gelet op het feit dat de kostprijs van een huwelijk tijdens het weekend en op feestdagen ligt hoger dan een huwelijk tijdens de week ondermeer omwille van de personeelsinzet buiten de reguliere werktijden.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 40, §3, 41, 177, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
Artikel 170, §4 en artikel 173 van de Grondwet
Wet van 23 maart 2019 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, teneinde te bepalen dat op zon- en/of feestdagen huwelijken mogen worden voltrokken, BS 28 maart 2019
Met ingang vanaf 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031 wordt, ten behoeve van de gemeente, een retributie geheven op op het voltrekken van huwelijksplechtigheden.
Voor de toepassing van dit besluit wordt het volgende verstaan onder:
1° Feestdagen: De feestdagen zoals bepaald door onderstaande limitatieve lijst.
Het is niet mogelijk om te huwen op andere feestdagen dan hier zijn opgesomd.
De retributie is verschuldigd door de aanvrager.
Het bedrag van de retributie wordt gevestigd per huwelijk, afhankelijk van het tijdstip.
De tarieven vermeld in art. 4 worden jaarlijks aangepast aan de consumptieprijsindex (basis 2013). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand september van het voorgaande jaar volgens de formule : (R x I)/i waarbij :
Het geïndexeerde bedrag kan nooit lager zijn dan het tarief zoals bepaald in art. 4.
Alle geïndexeerde bedragen worden naar beneden afgerond naar een veelvoud van 1 euro.
De retributie is contant betaalbaar tegen afgifte van een betaalbewijs. Bij niet-contante betaling is ze betaalbaar na toezending van de factuur.
Wanneer de uitgeschreven factuur niet binnen een termijn van 30 dagen wordt voldaan, zal de schuldenaar worden aangemaand.
Bij deze aanmaning worden bijkomende kosten in rekening gebracht in overeenstemming met het retributiereglement op administratie- en aanmaningskosten ten gevolge van betalingsherinneringen voor schuldvorderingen.
Bij gebreke van minnelijke betaling, wordt tot gedwongen invordering van de retributie overgegaan bij middel van een dwangbevel. Dit dwangbevel wordt uitgevaardigd door de financieel directeur die belast is met de inning van deze schuldvorderingen.