In de zitting van januari 2024 werd door de raad voor maatschappelijk welzijn de oprichting en de samenstelling van een deontologische commissie voor mandatarissen goedgekeurd. Dit vloeide voort uit een wijziging van het decreet lokaal bestuur van maart 2023, waarbij lokale besturen werden verplicht een deontologische commissie op te richten.
In het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van januari 2024 werd de bevoegdheid van de deontologische commissie bepaald, nl. de commissie is bevoegd voor:
Hieruit blijkt ook dat de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en de leden van het bijzonder comité van de sociale dienst niet worden gevat in deze bevoegdheid.
Het verdient de aanbeveling om de bevoegdheid uit te breiden voor de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en de leden van het bijzonder comité van de sociale dienst.
2 december 2017: decreet lokaal bestuur art. 39, volgende zinnen worden toegevoegd: "en richt een deontologische commissie op. De deontologische code regelt ook de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie. De deontologische commissie bestaat minstens uit één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad".
De uitbreiding van de bevoegdheid van de deontologische commissie, zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in de zitting van 25 januari 2024, met de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en met de leden van het bijzonder comité van de sociale dienst, wordt goedgekeurd.
Alle andere bepalingen van het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn tot oprichting en samenstelling van een deontologische commissie van 25 januari 2024 blijven onveranderd.