Op 10 juni 2024 traden de wijzigingen aan het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen in werking.
Onderstaande zaken werden hierbij onder andere gewijzigd:
In de wet van 3 mei 2023 houdende de toevoeging van boek XIX: "schulden van de consument" aan het Wetboek Economisch Recht werden op vlak van niet fiscale schuldvorderingen o.a. volgende zaken vastgelegd:
Het is wenselijk dat de kosten voor het verzenden van aangetekende aanmaningen/herinneringsbrieven worden verhaald op diegenen die laattijdig de door hun verschuldigde sommen betalen, bij zowel fiscale als niet-fiscale schuldvorderingen, met uitzondering van de GAS-boetes.
Het is daarbij aangeraden om de procedure en retributies in het kader van fiscale en niet-fiscale vorderingen zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen.
Voor zowel fiscale als niet-fiscale schuldvorderingen met uitzondering van de GAS-boetes zal eerst een kosteloze eerste aanmaning verstuurd worden. Indien er na de eerste aanmaning nog geen betaling ontvangen werd volgt er een tweede aangetekende aanmaning waarvoor 15 euro kosten zullen aangerekend worden. Deze aanmaningkost omvat de administratiekost en de portokosten voor de verzending van de aangetekende zending en is daarmee in overeenstemming met de gewijzigde wetgeving.
GAS-boetes zijn hierbij onderworpen aan afzonderlijke wetgeving en de invordering hiervan werd grotendeels overgedragen aan IGEAN.
GAS-boetes vallen bijgevolg niet onder de toepassing van dit retributiereglement.
Met ingang van heden en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt er een retributie geheven voor het verzenden van aangetekende aanmaningen/herinneringsbrieven en de opmaak van een dwangbevel voor openstaande fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, met uitzondering van de GAS-boetes.
De retributie is verschuldigd door de schuldenaars van de fiscale en niet-fiscale schuldvordering waaraan de aangerekende kost gerelateerd is.
Indien de debiteur niet betaalt binnen de termijn voorzien in de gratis eerste aanmaning, wordt een kost van 15 euro aangerekend voor de aangetekende verzending van een tweede aanmaning.
Wanneer de debiteur niet overgaat tot betaling van de volledige schuld, kosten en intresten inbegrepen, kan de financieel directeur overgaan tot opmaak van een dwangbevel met het oog op betekening door een gerechtsdeurwaarder. Voor het aanmaken van dit dwangbevel dan wel het overmaken van een dossier aan de gerechtsdeurwaarder, wordt een kost van 20 euro aangerekend.
Deze kosten worden aangerekend bovenop de verwijlintresten en de eventuele gerechtskosten, gerechtsdeurwaarderskosten en reële kosten die op grond van de wettelijke regelingen worden doorgerekend aan de debiteur.
Het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2019 betreffende de goedkeuring van het retributiereglement op de aanrekening van diverse kosten in verband met aanmaningen en de aanrekening van verwijlintresten toepasselijk op de retributiereglementen, huurcontracten en concessies - aanslagjaren 2020-2025 wordt opgeheven.