Terug
Gepubliceerd op 01/02/2024

2024_GR_00008 - Belastingreglement op het gebruik van woonruimten - Aanslagjaar 2024 - Goedkeuring

Gemeenteraad
do 25/01/2024 - 20:00 Raadszaal gemeentehuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Benjamin De Roeck, voorzitter gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn; Geert Antonio, schepen; Jurgen Callaerts, burgemeester; Els Devlies, voorzitster BCSD - schepen; Dieter Wijckmans, raadslid N-VA; Kenneth Heylen, raadslid N-VA; Marc Van den Bogaert, raadslid N-VA; Bram Van Keer, raadslid N-VA; Marleen De Bruyn, schepen; Raf De Schepper, schepen; Ilse Moons, raadslid CD&V ; Geert Van der Auwera, schepen; Marc Verschueren, raadslid CD&V; Christine Jacobs, raadslid Vooruit en GROEN; Bart Peeters, raadslid Vooruit en GROEN; Jarrik Peeters, raadslid Vooruit en GROEN; Annelien Schoofs, raadslid Vooruit en GROEN; Francy Van der Wildt, raadslid Vooruit en GROEN; Werner Joris, raadslid Vlaams Belang; Anny Van Aeken, raadslid Vlaams Belang; Marc Verrept, raadslid Vlaams Belang; André Gielis, onafhankelijk raadslid; Patrick Verlinden, raadslid Vooruit en GROEN; Wouter De Smedt

Verontschuldigd

Katusha Vervloesem, raadslid N-VA; Wendy Weckhuysen, raadslid CD&V

Secretaris

Wouter De Smedt

Stemming op het agendapunt

2024_GR_00008 - Belastingreglement op het gebruik van woonruimten - Aanslagjaar 2024 - Goedkeuring

Aanwezig

Benjamin De Roeck, Geert Antonio, Jurgen Callaerts, Els Devlies, Dieter Wijckmans, Kenneth Heylen, Marc Van den Bogaert, Bram Van Keer, Marleen De Bruyn, Raf De Schepper, Ilse Moons, Geert Van der Auwera, Marc Verschueren, Christine Jacobs, Bart Peeters, Jarrik Peeters, Annelien Schoofs, Francy Van der Wildt, Werner Joris, Anny Van Aeken, Marc Verrept, André Gielis, Patrick Verlinden, Wouter De Smedt
Stemmen voor 23
Benjamin De Roeck, Kenneth Heylen, Annelien Schoofs, Bart Peeters, Geert Antonio, Jurgen Callaerts, Geert Van der Auwera, André Gielis, Christine Jacobs, Jarrik Peeters, Francy Van der Wildt, Marleen De Bruyn, Bram Van Keer, Marc Van den Bogaert, Raf De Schepper, Ilse Moons, Anny Van Aeken, Marc Verrept, Marc Verschueren, Dieter Wijckmans, Els Devlies, Werner Joris, Patrick Verlinden
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2024_GR_00008 - Belastingreglement op het gebruik van woonruimten - Aanslagjaar 2024 - Goedkeuring 2024_GR_00008 - Belastingreglement op het gebruik van woonruimten - Aanslagjaar 2024 - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

In artikel 3 van het vorige reglement werd bepaald dat de oppervlakten in gebouwen per bouwlaag worden gemeten.
Deze werkwijze werd in het verleden echter niet systematisch toegepast.

Vanuit het oogpunt van de administratieve vereenvoudiging werd er daarom voor geopteerd om de historisch toegepaste werkwijze te verankeren in het reglement en vanaf aanslagjaar 2024 dus enkel de grondoppervlakte te belasten.

Artikel 3 van het reglement werd in die zin aangepast.

Argumentatie

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat vanaf het aanslagjaar 1995 een belastingreglement op de woon- en bedrijfsruimten werd ingevoerd;

Overwegende dat dit belastingreglement tot doel heeft het fiscaal beleid te vereenvoudigen en te rationaliseren om een algemene en redelijke spreiding van de belastingdruk over gezinnen en bedrijven tot stand te brengen;

Overwegende dat geopteerd wordt voor een algemene grondslag waarbij gezinnen hun bijdrage ten behoeve van de gemeentelijke financiën leveren op basis van de beschikbare woonruimten op het grondgebied van de gemeente;

Overwegende  dat voor een aantal gezinnen de woonruimte en de bedrijfsruimte aan elkaar palen of ruimtelijk niet te scheiden zijn, wordt voor deze gezinnen een specifieke afwijking voorzien voor het tarief van een woonruimte;


Juridische grond

Artikel 170, §4 van de Grondwet

Het Decreet Lokaal Bestuur, in het bijzonder artikelen 40, 41, 56, 286, 287 en 288

Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 ‘Omzendbrief betreffende de gemeentefiscaliteit’;

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

§1 Het belastingreglement op het gebruik van woonruimten dat vastgesteld werd door de gemeenteraad in zitting van 21 december 2023 wordt opgeheven op 1 januari 2024.

§2 Er wordt met ingang van 1 januari 2024 en eindigend op 31 december 2024 ten behoeve van de gemeente, een belasting geheven op het gebruik van woonruimten.

Artikel 2

§1. De belasting wordt gevorderd van elk gezin dat op het grondgebied van de gemeente Rumst een hoofdverblijf ter beschikking heeft op 1 januari 2024.

§2. Als "gezin" wordt beschouwd voor de toepassing van onderhavige belasting: hetzij een persoon die alleen leeft, hetzij twee of meer personen die, al dan niet verwant, gewoonlijk in één en dezelfde woning of woongelegenheid verblijven en er samenwonen.

§3. De belasting wordt gevestigd op naam van de referentiepersoon van het gezin. Indien het om een niet-ontvoogde minderjarige gaat is de burgerlijk verantwoordelijke persoon mede voor de betaling van de belasting aansprakelijk.

§4. De echtgeno(o)te, de wettelijk samenwonende partner of de feitelijk samenwonende partner van de referentiepersoon is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

§5. De inschrijving in het bevolkingsregister van de gemeente bepaalt de toestand op 1 januari van het aanslagjaar van de hoofdverblijfplaats, de referentiepersoon en de samenstelling van het gezin.

§6. Een wijziging van de hoofdverblijfplaats, de referentiepersoon en/of de samenstelling van het gezin in de loop van het aanslagjaar, heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering of teruggave.

Artikel 3

De belasting is verschuldigd voor de woongelegenheid, met inbegrip van de aanhorigheden, die als hoofdverblijf van het gezin dient en gelegen is in de gemeente.

De ruimte van de hoofdverblijfplaats wordt bepaald door de som van de grondoppervlakten dienstig voor het wonen in gebouwen en in open lucht.

De oppervlakten in gebouwen worden gemeten met inbegrip van de buitenmuren, garages, zolder en kelder, bergplaatsen, tuinhuisjes en paviljoenen, koetshuizen en hokken of stallingen voor huisdieren in duurzaam materiaal.

Als beschikbare woonruimte in open lucht komen in aanmerking: de opritten, parkeerplaatsen, moes- en/of siertuinen, inbegrepen serres alsmede de ruimten aangelegd voor sport- en recreatie inclusief de waterpartijen en andere groene en of open ruimten die in het kader van de stedenbouwkundige normering of ter bevordering van de woonfunctie van het beschouwde hoofdverblijf werden aangelegd of behouden.  Deze opsomming is niet limitatief.

Artikel 4

Het bedrag van de verschuldigde belasting bedraagt :

Tarief A : 60 EUR indien het hoofdverblijf een oppervlakte heeft  =< 1000 m²

Tarief B : 80 EUR voor een oppervlakte van 1001 m² – 2000 m²

Tarief C : 100 EUR voor een oppervlakte van 2001 m² - 3000 m²

Tarief D : 120 EUR voor een oppervlakte van 3001 m² 4000 m²

Tarief E : 140 EUR voor een oppervlakte > 4000 m²

Artikel 5

In afwijking van de in art. 4 bepaalde tarieven zullen gezinnen waarvan de woonruimte begrepen is in het kadastraal perceel dat ook de bedrijfsruimte omvat, onafgezien van de oppervlakte van de woonruimte, worden aangeslagen ten bedrage van een belasting van 60 EUR.

Artikel 6

De belasting wordt door middel van een kohier ingevorderd. Het kohier wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 7

De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het gelijknamige decreet van 30 mei 2008.

Artikel 8

Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 287 van het decreet lokaal bestuur.