Het gemeentebestuur wenst cameratoezicht in te zetten in de strijd tegen overlast, sluikstort of bij het opsporen van daders, slachtoffers of getuigen.
Het plaatsen van de plaatsing van tijdelijke vaste camera’s op niet-besloten plaatsen dient te gebeuren bij toepassing van de Wet van 21 maart 2007 gewijzigd door de Wet van 21 maart 2018.
Conform deze wettelijke bepalingen legt de verwerkingsverantwoordelijke aan de gemeenteraad volgende stukken voor:
De gemeenteraad dient een advies te geven vooraleer kan worden overgaan tot de plaatsing van tijdelijke vaste camera’s in niet-besloten plaatsen op het grondgebied van de gemeente.
De gemeente doet allerlei investeringen op het vlak van preventie en sensibilisering. Cameratoezicht kan een nuttig hulpmiddel vormen voor de objectieve waarneming van overlastproblemen, de preventieve aanpak ervan en het opsporen van daders, slachtoffers en getuigen. Tevens is dat cameratoezicht een nuttig hulpmiddel voor een gerichte en efficiënte politie-inzet.
De gemeenteraad dient een advies te geven vooraleer tot de plaatsing van de camera's kan worden overgegaan.
De gemeenteraad dient bij haar adviesverlening rekening te houden met de aanbevelingen omtrent de bescherming van de privacy en de persoonlijke levenssfeer met betrekking tot cameratoezicht op de openbare weg.
De gemeenteraad neemt er kennis van dat de gemeente bij een gunstig advies over de plaatsing van de camera’s verplicht is de nodige signalisatieborden te plaatsen. Eveneens met het oog op het informeren van de burger dient de gemeente het cameragebruik te communiceren via verschillende media.
De aanwezigheid van bewakingscamera’s op het grondgebied zal toelaten om de volgende lokale doeleinden te bereiken:
- misdrijven tegen personen of goederen te voorkomen, vast te stellen of op te sporen;
- overlast te voorkomen, vast te stellen of op te sporen;
- de openbare orde te handhaven.
Om die redenen wordt de gemeenteraad verzocht een positief advies te geven over de betrokken niet-besloten plaats(en) en het gebruik van de tijdelijke vaste bewakingscamera.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht;
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 — Toegang tot bestuursdocumenten, art. I1.26 tot en met 11.5;
- Het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en fundamentele vrijheden Verord. (EU) nr. 2016/679, 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, hierna afgekort tot “AVG”;
- Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt en latere wijzigingen;
- Wet van 21 maart 2018 tot wijziging van de wet op het politieambt om het gebruik van camera’s door politiediensten te regelen tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's en tot wijziging van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
- Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;
- Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
- Decreet Lokaal Bestuur met ingang van 1 januari 2019;
- Koninklijk Besluit van 8 mei 2018 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s en betreffende het register van de beeldverwerkingsactiviteiten;
- Koninklijk Besluit van 22 mei 2019 tot vaststelling van de wijze waarop het gebruik van vaste en tijdelijk vaste camera’s door de politiediensten wordt aangegeven.
- Koninklijk Besluit van 28 mei 2018 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt.
De gemeenteraad adviseert positief over de plaatsing en het gebruik van tijdelijke vaste bewakingscamera’s op niet-besloten plaatsen binnen de perimeter identiek aan het grondgebied van de gemeente en dit voor een duurtijd lopende tot 31.12.2024 (einde legislatuur).
De gemeenteraad keurt het bijgevoegd reglement cameratoezicht goed.
Onderhavig besluit wordt aan de bevoegde verantwoordelijke voor de verwerking overgemaakt ter kennisname. Deze laatste zal instaan voor de aanmelding van de bewakingscamera’s bij de bevoegde politiediensten. De verantwoordelijke voor de verwerking ziet erop toe dat de bij wet vereiste pictogrammen op het grondgebied van de gemeente worden geplaatst en houdt het bij wet voorziene register van de beeldverwerkingsactiviteiten bij.
Dit besluit wordt bekend gemaakt overeenkomstig de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur en volgens de uitdrukkelijke verplichting van art. 25 § 4 wet politieambt.