De regelgeving rond de beleids- en beheerscyclus voert vanaf 2020 ook een opvolgingsrapportering in. Deze opvolgingsrapportering vergelijkt het gerealiseerde beleid van de voorbije periode met het geplande beleid. Zo geeft ze een tussentijdse stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan. De nadruk ligt daarbij op de inhoudelijke rapportering en de opvolging van het beleid – eerder dan op de goedkeuring van geplande uitgaven of kredietbewaking.
Het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt in zijn artikel 263 dat de opvolgingsrapportering over het eerste semester uiterlijk eind september van het lopende jaar aan de gemeenteraad wordt voorgelegd.
Deze opvolgingsrapportering focust zich op de uitvoering en de stand van zaken van de acties over het eerste semester van 2023. Ze werd opgesteld met input van en na grondige dialoog tijdens de hiertoe ingeplande overlegmomenten met de verschillende clusters van het lokaal bestuur.
Hoewel de rapportering niet specifiek gericht is op de bewaking van de kredieten, laat ze de raadsleden toe om ook de evolutie van uitgaven en ontvangsten op te volgen. Daartoe bevat ze overzichten van zowel de beschikbare kredieten als van de in de boekhouding geregistreerde uitgaven en ontvangsten op datum van 30 juni 2023. Zo kunnen de raadsleden de geboekte bedragen tussentijds vergelijken met de ramingen in het meerjarenplan.
Het opvolgingsrapport in bijlage bevat alle acties gepland voor uitvoering in 2023 die zich op 30 juni 2023 in de fase "in voorbereiding", "gedeeltelijk uitgevoerd" of "volledig uitgevoerd" bevinden.
Mandatarissen kunnen op deze manier de uitvoering van de geplande acties van nabij opvolgen.
art. 263 van het decreet lokaal bestuur dat stelt dat minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar wordt voorgelegd.
kennis te nemen van het in bijlage opgenomen opvolgingsrapport met betrekking tot de uitvoering in het eerste semester van het boekjaar 2023 van de in het meerjarenplan opgenomen acties voor 2023.