Dhr. Le Chat wordt gehuldigd als laureaat van de arbeid.
De voorzitter van de gemeenteraad deelt mee dat de gemeenteraad van april gepland was op 27 april as maar in functie van de totstandkoming van de nieuwe woonmaatschappij is het wenselijk om die zitting op 20 april 2023 te organiseren om zo een standpunt te kunnen innemen op de buitengewone algemene vergadering van 26 april 2023.
De voorzitter en raadsleden van de gemeenteraad formuleren volgende mededelingen.
Decreet lokaal bestuur 22 december 2017 en latere wijzigingen.
neemt kennis van volgende mededelingen:
Het gemeentebestuur wenst de woning Crequilei 27 te verwerven.
Naar aanleiding van een nakende openbare verkoop nam het gemeentebestuur het initiatief om met de eigenaar, vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder, tot een akkoord te komen om de woning onderhands aan te kopen.
Het College van Burgemeester en Schepenen besliste in zitting van 18 juli 2022 een bod uit te brengen op deze woning. Dit besluit werd bekrachtigd door de gemeenteraad in zitting van 22 september 2022.
Op 20 september 2022 overleed de eigenaar van de woning. De zus, die in casu enige erfgenaam is, liet bij monde van haar bewindvoerder weten de woning aan de overeengekomen prijs te willen verkopen aan de gemeente.
Deze aankoop betreft de woning gelegen Crequilei 27 kadastraal gekend onder tweede afdeling, sectie A nr. 112B2 met een globale oppervlakte van 715 m².
Uit het schattingsverslag opgemaakt door landmeter Jelle Broothaerts op 7 juli 2022 blijkt dat de waarde van het onroerend goed geschat wordt op 149.270 euro. De gemeente koopt de woning aan voor een bedrag van 76.800 euro.
Vermits de eigenaar onder bewindvoering staat dient de Vrederechter machtiging te verlenen voor de onderhandse verkoop. De akte zal pas verleden worden nadat de Vrederechter deze machtiging heeft verleend.
- artikel 41, 11° decreet Lokaal Bestuur
De ontwerptekst van de ontwerpakte voor de aankoop van de woning Crequilei 27 goed te keuren en de ontwerpakte ter goedkeuring te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
De gemeenteraad besluit de akte voor de aankoop van de woning Crequilei 27 goed te keuren.
De gemeenteraad beslist dat de akte pas zal verleden worden nadat de verkoper machtiging van de Vrederechter heeft bekomen om over te gaan tot een onderhandse verkoop.
Schepen Raf De Schepper en afdelingshoofd facilitair management en veiligheid Lieve Van Camp worden gemachtigd tot uitvoering van dit besluit.
Voor een woordelijk verslag wordt verwezen naar de audio-opname.
Schepen Geert Van der Auwera geeft toelichting bij het advies.
Raadslid Marc Verrept verklaart dat de Vlaams Belang- fractie akkoord gaat met het advies maar dat er donderdag 23 februari a.s. nog een GECORO plaatsvindt waar dit beleidsplan besproken wordt. Het is volgens de fractie niet opportuun om dit nu te behandelen en men wenst te wachten tot een volgende gemeenteraad zodat de GECORO gerespecteerd wordt in haar leveren van een advies. Daarom zal de Vlaams Belang-fractie zich bij de stemming onthouden.
Raadslid Christine Jacobs verklaart dat de Vooruit en Groen-fractie al gepleit heeft om het Molleveld niet naar een woonzone maar naar een groen of rustzone om te vormen. Er is al oververzadiging in het verkeer en er is mogelijk wateroverlast. De provincie is zich bewust van de nood aan ontharding maar past dit hier jammer genoeg niet toe. De fractie zal zich bij de stemming onthouden omdat er wel een herbestemming is maar de fractie wil dit voor andere functies die geen impact hebben op het verkeersnetwerk.
De zitting wordt kort geschorst tussen 20u30 en 20u34 waarna de stemming wordt georganiseerd.
Conform de wetgeving, kan de provincieraad tijdens de opmaak van het PBRA onderdelen van gemeentelijke beleidskaders of gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen omschrijven of aanduiden die niet langer geldig zijn.
De provincie heeft de volgende thema's geselecteerd die mogelijks aanleiding geven tot strijdigheid tussen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van het PBRA. Meer bepaald gaat het om de thema's:
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om haar gemotiveerde advies uit te brengen uiterlijk op 15 maart 2023.
Na het openbaar onderzoek neemt de provincie Antwerpen de adviezen van de gemeenteraden door en beslist dan pas finaal of er passages uit de gemeentelijk ruimtelijke structuurplannen aangeduid zullen worden, die niet langer geldig zijn.
Met betrekking tot het GRS Rumst stelt de provincie de volgende wijzigingen voor:
- wijziging van de tekst met betrekking tot de KMO-zone Stuyvenberg (blz 27 richtinggevend deel GRS)
- wijziging/schrapping van tekst met betrekking tot KMO zone Molleveld (blz. 28-29, blz. 53, 54, 55 richtinggevend deel GRS, blz. 6 bindend deel GRS, kaart 1 richtinggevend deel GRS)
- wijziging/schrapping van de tekst met betrekking tot de bedrijvenzone Catenberg (blz. 55 richtinggevend deel GRS)
Voor de exacte voorstellen tot wijziging wordt verwezen naar de brief die vanuit het provinciebestuur werd opgemaakt en op 21 november 2022 werd overgemaakt aan de gemeente Rumst, en die in bijlage bij voorliggend besluit is gevoegd.
De gemeente Rumst wenst met de betreffende voorstellen tot wijziging het volgende standpunt in te nemen:
1. KMO-zone Stuyvenberg: De procedure tot opmaak van een RUP voor deze zone is lopend, en in haar procedure in de fase Voorontwerp aangekomen. Een adviesprocedure met betrekking tot dit voorontwerp wordt momenteel voorbereid. Het dossier werd reeds eerder positief geadviseerd door de diverse adviesinstanties, in de fase Startnota (publieke raadpleging en adviesprocedure van 1/8/2021 tot en met 29/9/2021). Op 3/8/2022 werd de scopingnota overgemaakt aan het Team Mer met de vraag om hun eindbeslissing inzake de plan-MER-plicht te nemen.
Het terrein zelf heeft bovendien ook zijn kenmerken. Ter hoogte van de gewenste grens tussen bedrijvenzone en woongebied is er een sterk reliëfverschil van ongeveer 3m. De restzone (tot aan het huidige woongebied) kan niet meer met een kwalitatieve bedrijfsontwikkeling ingevuld worden zonder hinder te geven naar het woongebied. Dit reliëfverschil wordt aangegrepen om een volwaardige bufferstrook aan te leggen tussen het toekomstig bedrijventerrein en woongebied. De restzone wordt dan ingevuld met woningen en met zones voor de nodige wateropvang. Het gehele terrein helt van noord naar zuid af waardoor in die zone voldoende ruimte voor wateropvang noodzakelijk is.
Momenteel is er ook nog geen gepaste oplossing om het zwaar verkeer uit Rumst centrum te halen, bijkomend zwaar verkeer is hier ongewenst, het vermindert de leefkwaliteit in deze omgeving die nu al sterk onder druk staat, aanzienlijk.
Gezien het lopende planningsproces, de mobiliteitsproblematiek voor zwaar verkeer en de specifieke terreinkenmerken die geleid hebben tot de huidige richtinggevende bepalingen van het GRS Rumst, is het niet wenselijk om de tekstdelen met bettrekking tot de KMO-zone Stuyvenberg te wijzigen of te schrappen.
2. KMO-zone Molleveld: Een herbestemming van de KMO-zone Molleveld moet ook in de toekomst overwogen kunnen worden. De kern van Terhagen kent vandaag immers reeds een groot aandeel aan bedrijvigheid, die tot vlakbij het woonweefsel gelegen is en de woonkwaliteit van het dorp in het gedrang brengt. Bovendien gaat de kern gebukt onder een overmatig aandeel aan (zwaar) verkeer afkomstig van de omliggende bedrijvenzones. Er is een onderzoek gebeurd naar een herbestemming voor uitsluitend wonen dat resulteerde in een beeldkwaliteitsplan (goedgekeurd door de gemeenteraad op 24/06/2021) waarbij groen en blauw de belangrijkste dragers zijn van dit gebied. Deze groen-blauwe dooradering is zeer belangrijk voor de afvoer van hemelwater van hoger gelegen gebieden ten noorden van Molleveld. De globale structuren van dit beeldkwaliteitsplan worden gedragen door de hele gemeente. In deze regio wordt gestreefd naar een dichtheid van minstens 25 woningen/ha (stedelijke dichtheid volgens Structuurplan Vlaanderen) waar omwille van het mobiliteitsgegeven een maximum van ca 37 woningen/ha is gehanteerd. Dit zal omwille van het aantal verkeersbewegingen een bovengrens zijn wanneer de site volledig wordt omgevormd naar een woonfunctie.
Daarnaast is er nood aan een lokaal punt voor dagelijkse goederen, ook dit werd mee voorzien in het beeldkwaliteitsplan.
De herbestemming naar uitsluitend wonen mag evenwel niet te eng benaderd worden. Voortschrijdend inzicht heeft aangetoond dat ook andere functies, verweefbaar met het woonweefsel mogelijk moeten zijn. Momenteel wordt de opdracht tot opmaak van een Masterplan voor de kern van Terhagen (een opdracht die tot stand gekomen is met medewerking van het Team Vlaams Bouwmeester) opgestart. Ofschoon de focus ligt op gans Terhagen (en niet enkel de site Molleveld) én er omtrent Molleveld recent, planologisch werk werd geleverd middels het BKP) moet er ruimte zijn om desgevallend bij te sturen indien het Masterplan een suggestie terzake doet die vervolgens onderschreven kan worden. Beide ontwerp- en onderzoeksoefeningen zullen desgevallend in dialoog treden met mekaar, om van daaruit de mogelijkheden tot passende (her)bestemming van de site Molleveld te gaan bepalen. Het is belangrijk dat in het GRS Rumst, alsook in de beleidsvisie van het PBRA, die opties openhoudt. De gemeente wenst aan dit onderzoek in de nabije toekomst de prioriteit te geven.
Het opnemen van deze site in het kleinstedelijk gebied Boom vanuit de visie naar een ontwikkeling met hoofdzakelijk wonen, leverde geen bezwaar op voor het gemeentebestuur. Wanneer echter een bedrijfsontwikkeling in relatie tot dit kleinstedelijk gebied wordt opgelegd, kan de gemeente Rumst niet instaan voor een passende invulling gelet op het huidige mobiliteitsgegeven in deze regio en de ondermaatse ontsluitingsmogelijkheden voor vrachtverkeer. Dit zal nog verder moeten onderzocht worden in het regionaal mobiliteitsplan voor de Rupelstreek dat momenteel door de provincie in opstartfase is gebracht.
3. industriegebied Catenberg: de provincie stelt voor om de herbestemming van het westelijke gedeelte naar KMO-zone niet langer te weerhouden. De gemeente Rumst wenst deze clausule echter te behouden, gelet op de wens om een divers aanbod aan bedrijventerreinen binnen de gemeente tot stand te brengen (meer grootschalige industrieterreinen alsook terreinen voor kleine en middelgrote bedrijvigheid). Bovendien zorgt de nabijheid van deze site bij de dorpskern van Rumst ervoor dat een ontwikkeling met niet-storende bedrijvigheid, die niet voor overlast zorgt voor het dorpsweefsel, gewenst is. Tot slot wordt meegegeven dat het verloop van het wegenpatroon van de Catenbergstraat aanleiding geeft tot een invulling met een eerder kleinschalige perceelsstructuur, die zich optimaal leent voor bedrijvigheid in de KMO-sfeer.
De gemeente Rumst en deelkern Terhagen gaan nu al gebukt onder de gevolgen van industriële activiteiten omwille van de bestaande bedrijfsactiviteiten die naast de gebruikelijke hinder ook zwaar verkeer doorheen de woonkernen met zich meebrengen. Uit een mobiliteitsstudie is al gebleken dat de as Terhagen-Rumst meer zwaar verkeer niet meer aankan. Hiervoor is nog geen oplossing in de maak. Het complex project ter ontsluiting van de bedrijventerreinen van Rumst, wordt door het Vlaams niveau gedragen. Er zijn nog steeds geen voorstellen gelanceerd.
4. Tot slot
Het mobiliteitsgegeven in de gemeente Rumst zal dé grote randvoorwaarden bepalen om nog ontwikkelingen mogelijk te maken. Uit een mobiliteitsstudie die werd opgemaakt voor deze regio blijkt de as Terhagen-Rumst nu al te kampen met cijfers die heel dicht tegen de verzadigingsgraad aanleunen. Deze studie is als bijlage toegevoegd aan dit advies. Op basis van deze studie worden nieuwe ontwikkelingen met zwaar verkeer geweerd omdat de verkeersleefbaarheid in de kernen Rumst en Terhagen hierdoor te zwaar onder druk zou komen.
Om nu al op te leggen dat in het GRS de passages over de herbestemming van de bovenvermelde sites moeten geschrapt worden, is vooruit lopen op de uitkomst van de opmaak van het regionaal mobiliteitsplan Rupelstreek dat zich momenteel in de verkennende fase bevindt. Het lijkt dan nu ook voorbarig om, zonder de resultaten van dit mobiliteitsplan te kennen, het behoud van de gewestplanbestemming op de genoemde sites op te leggen.
VCRO, art. 2.1.8§2
De gemeenteraad brengt een ongunstig advies uit betreffende onderdelen uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, die conform het voorstel van het provinciebestuur Antwerpen niet langer geldig zouden zijn. Dit ongunstig advies wordt gemotiveerd als volgt:
1. KMO-zone Stuyvenberg: De procedure tot opmaak van een RUP voor deze zone is lopend, en in haar procedure in de fase Voorontwerp aangekomen. Een adviesprocedure met betrekking tot dit voorontwerp wordt momenteel voorbereid. Het dossier werd reeds eerder positief geadviseerd door de diverse adviesinstanties, in de fase Startnota (publieke raadpleging en adviesprocedure van 1/8/2021 tot en met 29/9/2021). Op 3/8/2022 werd de scopingnota overgemaakt aan het Team Mer met de vraag om hun eindbeslissing inzake de plan-MER-plicht te nemen.
Het terrein zelf heeft bovendien ook zijn kenmerken. Ter hoogte van de gewenste grens tussen bedrijvenzone en woongebied is er een sterk reliëfverschil van ongeveer 3m. De restzone (tot aan het huidige woongebied) kan niet meer met een kwalitatieve bedrijfsontwikkeling ingevuld worden zonder hinder te geven naar het woongebied. Dit reliëfverschil wordt aangegrepen om een volwaardige bufferstrook aan te leggen tussen het toekomstig bedrijventerrein en woongebied. De restzone wordt dan ingevuld met woningen en met zones voor de nodige wateropvang. Het gehele terrein helt van noord naar zuid af waardoor in die zone voldoende ruimte voor wateropvang noodzakelijk is.
Momenteel is er ook nog geen gepaste oplossing om het zwaar verkeer uit Rumst centrum te halen, bijkomend zwaar verkeer is hier ongewenst, het vermindert de leefkwaliteit in deze omgeving die nu al sterk onder druk staat, aanzienlijk.
Gezien het lopende planningsproces, de mobiliteitsproblematiek voor zwaar verkeer en de specifieke terreinkenmerken die geleid hebben tot de huidige richtinggevende bepalingen van het GRS Rumst, is het niet wenselijk om de tekstdelen met bettrekking tot de KMO-zone Stuyvenberg te wijzigen of te schrappen.
2. KMO-zone Molleveld: Een herbestemming van de KMO-zone Molleveld moet ook in de toekomst overwogen kunnen worden. De kern van Terhagen kent vandaag immers reeds een groot aandeel aan bedrijvigheid, die tot vlakbij het woonweefsel gelegen is en de woonkwaliteit van het dorp in het gedrang brengt. Bovendien gaat de kern gebukt onder een overmatig aandeel aan (zwaar) verkeer afkomstig van de omliggende bedrijvenzones. Er is een onderzoek gebeurd naar een herbestemming voor uitsluitend wonen dat resulteerde in een beeldkwaliteitsplan (goedgekeurd door de gemeenteraad op 24/06/2021) waarbij groen en blauw de belangrijkste dragers zijn van dit gebied. Deze groen-blauwe dooradering is zeer belangrijk voor de afvoer van hemelwater van hoger gelegen gebieden ten noorden van Molleveld. De globale structuren van dit beeldkwaliteitsplan worden gedragen door de hele gemeente. In deze regio wordt gestreefd naar een dichtheid van minstens 25 woningen/ha (stedelijke dichtheid volgens Structuurplan Vlaanderen) waar omwille van het mobiliteitsgegeven een maximum van ca 37 woningen/ha is gehanteerd. Dit zal omwille van het aantal verkeersbewegingen een bovengrens zijn wanneer de site volledig wordt omgevormd naar een woonfunctie.
Daarnaast is er nood aan een lokaal punt voor dagelijkse goederen, ook dit werd mee voorzien in het beeldkwaliteitsplan.
De herbestemming naar uitsluitend wonen mag evenwel niet te eng benaderd worden. Voortschrijdend inzicht heeft aangetoond dat ook andere functies, verweefbaar met het woonweefsel mogelijk moeten zijn. Momenteel wordt de opdracht tot opmaak van een Masterplan voor de kern van Terhagen (een opdracht die tot stand gekomen is met medewerking van het Team Vlaams Bouwmeester) opgestart. Ofschoon de focus ligt op gans Terhagen (en niet enkel de site Molleveld) én er omtrent Molleveld recent, planologisch werk werd geleverd middels het BKP) moet er ruimte zijn om desgevallend bij te sturen indien het Masterplan een suggestie terzake doet die vervolgens onderschreven kan worden. Beide ontwerp- en onderzoeksoefeningen zullen desgevallend in dialoog treden met mekaar, om van daaruit de mogelijkheden tot passende (her)bestemming van de site Molleveld te gaan bepalen. Het is belangrijk dat in het GRS Rumst, alsook in de beleidsvisie van het PBRA, die opties openhoudt. De gemeente wenst aan dit onderzoek in de nabije toekomst de prioriteit te geven.
Het opnemen van deze site in het kleinstedelijk gebied Boom vanuit de visie naar een ontwikkeling met hoofdzakelijk wonen, leverde geen bezwaar op voor het gemeentebestuur. Wanneer echter een bedrijfsontwikkeling in relatie tot dit kleinstedelijk gebied wordt opgelegd, kan de gemeente Rumst niet instaan voor een passende invulling gelet op het huidige mobiliteitsgegeven in deze regio en de ondermaatse ontsluitingsmogelijkheden voor vrachtverkeer. Dit zal nog verder moeten onderzocht worden in het regionaal mobiliteitsplan voor de Rupelstreek dat momenteel door de provincie in opstartfase is gebracht.
3. industriegebied Catenberg: de provincie stelt voor om de herbestemming van het westelijke gedeelte naar KMO-zone niet langer te weerhouden. De gemeente Rumst wenst deze clausule echter te behouden, gelet op de wens om een divers aanbod aan bedrijventerreinen binnen de gemeente tot stand te brengen (meer grootschalige industrieterreinen alsook terreinen voor kleine en middelgrote bedrijvigheid). Bovendien zorgt de nabijheid van deze site bij de dorpskern van Rumst ervoor dat een ontwikkeling met niet-storende bedrijvigheid, die niet voor overlast zorgt voor het dorpsweefsel, gewenst is. Tot slot wordt meegegeven dat het verloop van het wegenpatroon van de Catenbergstraat aanleiding geeft tot een invulling met een eerder kleinschalige perceelsstructuur, die zich optimaal leent voor bedrijvigheid in de KMO-sfeer.
De gemeente Rumst en deelkern Terhagen gaan nu al gebukt onder de gevolgen van industriële activiteiten omwille van de bestaande bedrijfsactiviteiten die naast de gebruikelijke hinder ook zwaar verkeer doorheen de woonkernen met zich meebrengen. Uit een mobiliteitsstudie is al gebleken dat de as Terhagen-Rumst meer zwaar verkeer niet meer aankan. Hiervoor is nog geen oplossing in de maak. Het complex project ter ontsluiting van de bedrijventerreinen van Rumst, wordt door het Vlaams niveau gedragen. Er zijn nog steeds geen voorstellen gelanceerd.
4. Tot slot
Het mobiliteitsgegeven in de gemeente Rumst zal dé grote randvoorwaarden bepalen om nog ontwikkelingen mogelijk te maken. Uit een mobiliteitsstudie die werd opgemaakt voor deze regio blijkt de as Terhagen-Rumst nu al te kampen met cijfers die heel dicht tegen de verzadigingsgraad aanleunen. Deze studie is als bijlage toegevoegd aan dit advies. Op basis van deze studie worden nieuwe ontwikkelingen met zwaar verkeer geweerd omdat de verkeersleefbaarheid in de kernen Rumst en Terhagen hierdoor te zwaar onder druk zou komen.
Om nu al op te leggen dat in het GRS de passages over de herbestemming van de bovenvermelde sites moeten geschrapt worden, is vooruit lopen op de uitkomst van de opmaak van het regionaal mobiliteitsplan Rupelstreek dat zich momenteel in de verkennende fase bevindt. Het lijkt dan nu ook voorbarig om, zonder de resultaten van dit mobiliteitsplan te kennen, het behoud van de gewestplanbestemming op de genoemde sites op te leggen.
Voor een woordelijk verslag wordt verwezen naar de audio-opname.
Schepen Geert Van der Auwera licht het advies toe.
Raadslid Christine Jacobs verklaart namens de Vooruit en Groen-fractie dat er kostbare tijd verloren is gegaan om dit plan aan de gemeenteraad en betrokken adviesraden toe te lichten. De provincie lichtte dat beleidsplan ook toe op de avond van de raadscommissie rond de begraafplaatsen. De keuze voor Terhagen als stedelijke dorpskern klopt niet met de realiteit. Er zijn ook vragen rond de keuzes met betrekking tot het openbaar vervoer, de detailhandel. Bij de omschrijving van de deelgemeenten Rumst en Reet worden ook vragen gesteld rond de ontsluiting met het openbaar vervoer, de ingebruikname van het woonuitbreidingsgebied, de multi-modale-voorzieningen. De fractie onthoudt zich bij de stemming gezien de link tussen ruimte en mobiliteit onvoldoende is uitgewerkt.
Het provinciebestuur Antwerpen werkt reeds lange tijd aan de opmaak van haar Provinciaal Beleidsplan Ruimte. Hierin wil men het beleid op provinciaal niveau uitstippelen voor de komende decennia, om duurzaam om te gaan met de beschikbare ruimte voor de toekomstige generaties en het klimaat.
Van 16 december 2022 tot en met 15 maart 2023 loopt het openbaar onderzoek over het ontwerp-Beleidsplan Ruimte en het ontwerp-plan-MER (MilieuEffectenRapport). Iedereen kan dan de documenten inkijken en erop reageren.
Aan de gemeentebesturen van de provincie Antwerpen wordt gevraagd om in het kader van het openbaar onderzoek hun advies over te maken aan de Deputatie, en dit uiterlijk op 15 maart 2023.
Het PBRA bevat de strategische visie (lange termijnvisie) op de ruimtelijke ontwikkeling in de provincie Antwerpen en een eerste set van drie concrete beleidskaders (middellange termijnvisies) die de realisatie van de strategische visie mogelijk maken. Het PBRA vervangt, eens definitief goedgekeurd, de provinciale ruimtelijke visie uit het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA).
Concreet bevat het ontwerp-PBRA naast de strategische visie momenteel 3 beleidskaders:
- beleidskader Levendige kernen
- beleidskader sterke netwerken
- beleidskader verdichten en ontdichten van de ruimte
In het document in bijlage bij voorliggend besluit werd een samenvattende analyse gemaakt van de inhoud van het ontwerp-PBRA en in het bijzonder de elementen die relevant zijn voor de gemeente Rumst en omgeving.
Vanuit deze analyse wordt het advies vanuit de gemeente Rumst op het ontwerp-PBRA geformuleerd als volgt:
1. In de strategische visie wordt een analyse van de ruimte beschreven, waarbij de gemeente Rumst behoort tot het landschap ten noorden van de Rupel. In deze beschrijving worden de kernen Boom, Rumst en verder noordwaarts Niel, Schelle en Hemiksem als kernen langs de rivier benoemd. Het is echter wenselijk om ook Terhagen als kern aan de Rupel toe te voegen in deze beschrijving.
2. In het beleidskader Levendige Kernen wordt een selectie opgenomen van de verschillende kernen binnen de gemeente. De selectie van Terhagen als "stedelijke dorpskern" kan daarbij worden gevolgd. De uitdagingen voor Terhagen op vlak van detailhandel en bedrijvigheid dienen echter genuanceerd te worden, en gekoppeld aan haar bereikbaarheidsprofiel, dat in hoofdzaak autogericht is, en waarbij vrachtverkeer tot overmatige belasting van het dorpsweefsel leidt.
Reet en Rumst worden geselecteerd als "dorpskernen". Vanuit de vaststelling dat er binnen het centrum van Reet en Rumst ten onrechte geen multimodaal knooppunt voor personenvervoer op lokaal niveau werd geselecteerd, is de selectie van de betreffende kernen als “gewone dorpskern” echter niet terecht. Voor beide kernen is de opwaardering naar “dorpskern met potentie” gewenst, gezien ze beide een goede multimodale bereikbaarheid vertonen (ligging tussen E19 en A12 met hoogwaardige openbaar vervoersverbindingen, halte- en overstapplaatsen in het centrum en bovendien gelegen binnen een fijnmazig netwerk van hoogwaardige fietsvoorzieningen met een lokaal en regionaal verbindend karakter), Reet bovendien bestaat uit een goed uitgeruste kern met heel wat voorzieningen (meer dan enkel voor de eigen inwoners) en Rumst een belangrijke gebruikerspool vormt met veel tewerkstelling en aantrekkingskracht gekoppeld aan haar bedrijventerreinen.
Reet Groenlaar wordt tenslotte geselecteerd als "kleine dorpskern". Deze omgeving wordt binnen de gemeente Rumst echter niet als een afzonderlijke kern ervaren. Ze profileert zich op eenzelfde wijze als andere woonkorrels binnen de gemeente, zoals bvb. de omgeving Klein Paepedaelen en Vosberg. Het is niet wenselijk om tussen dergelijke woonclusters een onderscheid te maken in selectie. Bovendien vraagt het beeldbepalende en (historisch) waardevolle woonweefsel van de omgeving Groenlaar voor een specifiek beleid, waarbij behoud van de identiteit voorop staat en niet in het gedrang gebracht mag worden door doelstellingen met betrekking tot kernversterking. Omwille van deze redenen wordt er geadviseerd om de selectie van Groenlaar als kleine dorpskern niet te weerhouden.
3. In het beleidskader Sterke Netwerken wordt een provinciaal ruimtemodel opgebouwd. Hieruit komt naar voren dat binnen de gemeente Rumst zowel de kernen Reet, Rumst en Terhagen, alsook de omgeving van AZ Rivierenland Campus Rumst (A12) worden waargenomen als "goed" tot "zeer goed" scorend, en dit zowel op vlak van voorzieningen (plaatswaarde) als bereikbaarheid (knoopwaarde). Deze bevinding strookt niet met de eerder opgenomen selectie van de kernen Reet en Rumst als een gewone dorpskern (zie hierboven), maar vraagt om een opwaardering van het statuut van deze kernen. Het ruimtemodel komt als een vrij theoretische oefening over, die weliswaar grote structuren binnen de provincie Antwerpen visualiseert, maar verder verfijnt dient te worden om ook tot op gemeentelijk niveau als een waardevol en toepasbaar instrument ingezet te kunnen worden.
Het ontbreken van enige selectie van knopen voor personenvervoer binnen de gemeente Rumst staat in contrast met de hoge plaatswaarde die de kernen Rumst, Reet en Terhagen toegewezen krijgen in het provinciale ruimtemodel. Bovendien is het niet duidelijk waarom de kernen (Kon. Astridplein in Reet, Markt in Rumst en Kardinaal Cardijnstraat in Terhagen) niet als knoop van lokale schaal voor personenvervoer worden opgenomen, gezien hier een vergelijkbaar aanbod aan multimodale verbindingen en overstapmogelijkheden aanwezig zijn als bij de 2 lokale knopen die in Boom zijn geselecteerd. Het is aangewezen om een inzicht te krijgen in de achterliggende informatie die werd gehanteerd om te komen tot de betreffende selecties.
In het beleidskader wordt bovendien een analyse op kaart gemaakt van de multimodale knopen voor goederenvervoer. De bedrijfsterreinen op de kaart werden echter louter aangeduid op basis van de gewestplanbestemming, maar houden geen rekening met het actuele ruimtegebruik noch met de gewenste ontwikkelingsperspectieven op gemeentelijk niveau. Een voorbeeld hiervan is het terrein Molleveld waar de bedrijvigheid niet meer aanwezig is over de volledige contour zoals opgenomen op de kaart, maar waar een passende herbestemming mee in overweging moet kunnen worden genomen op basis van het principe “de juiste functie op de juiste plek”, die in het Beleidsplan van de provincie wordt gehanteerd. Een aftoetsing met de gewenste toestand en een verfijning inzake dringt zich op.
4. Vanuit de gemeente Rumst zijn er geen bemerkingen met betrekking tot het beleidskader Verdichten en Ontdichten van de ruimte.
Ook op het plan-MER dat hoort bij het ontwerp-PBRA zijn geen bemerkingen vanuit de gemeente Rumst.
VCRO
De gemeenteraad brengt een voorwaardelijk gunstig advies uit met betrekking tot het ontwerp-Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen, op voorwaarde dat ten gronde rekening gehouden wordt met onderstaande elementen:
1. In de strategische visie wordt een analyse van de ruimte beschreven, waarbij de gemeente Rumst behoort tot het landschap ten noorden van de Rupel. In deze beschrijving worden de kernen Boom, Rumst en verder noordwaarts Niel, Schelle en Hemiksem als kernen langs de rivier benoemd. Het is echter wenselijk om ook Terhagen als kern aan de Rupel toe te voegen in deze beschrijving.
2. In het beleidskader Levendige Kernen wordt een selectie opgenomen van de verschillende kernen binnen de gemeente. De selectie van Terhagen als "stedelijke dorpskern" kan daarbij worden gevolgd. De uitdagingen voor Terhagen op vlak van detailhandel en bedrijvigheid dienen echter genuanceerd te worden, en gekoppeld aan haar bereikbaarheidsprofiel, dat in hoofdzaak autogericht is, en waarbij vrachtverkeer tot overmatige belasting van het dorpsweefsel leidt.
Reet en Rumst worden geselecteerd als "dorpskernen". Vanuit de vaststelling dat er binnen het centrum van Reet en Rumst ten onrechte geen multimodaal knooppunt voor personenvervoer op lokaal niveau werd geselecteerd, is de selectie van de betreffende kernen als “gewone dorpskern” echter niet terecht. Voor beide kernen is de opwaardering naar “dorpskern met potentie” gewenst, gezien ze beide een goede multimodale bereikbaarheid vertonen (ligging tussen E19 en A12 met hoogwaardige openbaar vervoersverbindingen, halte- en overstapplaatsen in het centrum en bovendien gelegen binnen een fijnmazig netwerk van hoogwaardige fietsvoorzieningen met een lokaal en regionaal verbindend karakter), Reet bovendien bestaat uit een goed uitgeruste kern met heel wat voorzieningen (meer dan enkel voor de eigen inwoners) en Rumst een belangrijke gebruikerspool vormt met veel tewerkstelling en aantrekkingskracht gekoppeld aan haar bedrijventerreinen.
Reet Groenlaar wordt tenslotte geselecteerd als "kleine dorpskern". Deze omgeving wordt binnen de gemeente Rumst echter niet als een afzonderlijke kern ervaren. Ze profileert zich op eenzelfde wijze als andere woonkorrels binnen de gemeente, zoals bvb. de omgeving Klein Paepedaelen en Vosberg. Het is niet wenselijk om tussen dergelijke woonclusters een onderscheid te maken in selectie. Bovendien vraagt het beeldbepalende en (historisch) waardevolle woonweefsel van de omgeving Groenlaar voor een specifiek beleid, waarbij behoud van de identiteit voorop staat en niet in het gedrang gebracht mag worden door doelstellingen met betrekking tot kernversterking. Omwille van deze redenen wordt er geadviseerd om de selectie van Groenlaar als kleine dorpskern niet te weerhouden.
3. In het beleidskader Sterke Netwerken wordt een provinciaal ruimtemodel opgebouwd. Hieruit komt naar voren dat binnen de gemeente Rumst zowel de kernen Reet, Rumst en Terhagen, alsook de omgeving van AZ Rivierenland Campus Rumst (A12) worden waargenomen als "goed" tot "zeer goed" scorend, en dit zowel op vlak van voorzieningen (plaatswaarde) als bereikbaarheid (knoopwaarde). Deze bevinding strookt niet met de eerder opgenomen selectie van de kernen Reet en Rumst als een gewone dorpskern (zie hierboven), maar vraagt om een opwaardering van het statuut van deze kernen. Het ruimtemodel komt als een vrij theoretische oefening over, die weliswaar grote structuren binnen de provincie Antwerpen visualiseert, maar verder verfijnt dient te worden om ook tot op gemeentelijk niveau als een waardevol en toepasbaar instrument ingezet te kunnen worden.
Het ontbreken van enige selectie van knopen voor personenvervoer binnen de gemeente Rumst staat in contrast met de hoge plaatswaarde die de kernen Rumst, Reet en Terhagen toegewezen krijgen in het provinciale ruimtemodel. Bovendien is het niet duidelijk waarom de kernen (Kon. Astridplein in Reet, Markt in Rumst en Kardinaal Cardijnstraat in Terhagen) niet als knoop van lokale schaal voor personenvervoer worden opgenomen, gezien hier een vergelijkbaar aanbod aan multimodale verbindingen en overstapmogelijkheden aanwezig zijn als bij de 2 lokale knopen die in Boom zijn geselecteerd. Het is aangewezen om een inzicht te krijgen in de achterliggende informatie die werd gehanteerd om te komen tot de betreffende selecties.
In het beleidskader wordt bovendien een analyse op kaart gemaakt van de multimodale knopen voor goederenvervoer. De bedrijfsterreinen op de kaart werden echter louter aangeduid op basis van de gewestplanbestemming, maar houden geen rekening met het actuele ruimtegebruik noch met de gewenste ontwikkelingsperspectieven op gemeentelijk niveau. Een voorbeeld hiervan is het terrein Molleveld waar de bedrijvigheid niet meer aanwezig is over de volledige contour zoals opgenomen op de kaart, maar waar een passende herbestemming mee in overweging moet kunnen worden genomen op basis van het principe “de juiste functie op de juiste plek”, die in het Beleidsplan van de provincie wordt gehanteerd. Een aftoetsing met de gewenste toestand en een verfijning inzake dringt zich op.
4. Vanuit de gemeente Rumst zijn er geen bemerkingen met betrekking tot het beleidskader Verdichten en Ontdichten van de ruimte.
De gemeenteraad brengt een gunstig advies uit met betrekking tot het plan-MER horend bij het ontwerp-Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen.
De gemeente geeft jaarlijks steun via noodhulp aan NGO’s/initiatieven die ter plaatse de eerste hulp bieden.
Op maandag 6 februari 2023 werden Turkije en Syrië getroffen door meerdere krachtige aardbevingen en naschokken. De bevingen veroorzaakten enorm veel schade, het dodental is opgelopen tot boven de 5.000 mensen, het aantal gewonden loopt in de duizenden. Veel mensen zitten, vanwege instortingsgevaar, onbeschermd in de ijzige kou.
Budget:
In het MJP 20-25 is in het luik exploitatie een krediet voorzien voor een toelage i.k.v. noodhulp. Onder de raming RA001863 is jaarlijks een krediet voorzien van 3.000 euro. Dit bedrag is voor 2023 nog volledig beschikbaar op 7 februari 2023. Er is voldoende krediet.
Procedure:
Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad om een toelage toe te kennen, indien er geen subsidiereglement is goedgekeurd, of indien de subsidie niet voorkomt op de lijst van de nominatief toegekende toelagen. De procedure wordt correct gevoerd.
steun toe te kennen naar aanleiding van de zware aardbeving in Turkije en Syrië aan Consortium 12 - 12.
de Gemeenteraad beslist de toelage van 3.000 euro toe te kennen aan Consortium 12 - 12 voor de ondersteuning voor de slachtoffers van de zware aardbeving in Turkije en Syrië.
De laatste 2 ophalingen van GFT in de straten Berkenlaan - Olmenlaan - Begijnenbossen - Dennenlaan zijn volledig in de soep gelopen.
De eerste maal op woensdag 18.01.2023 werd het niet opgehaald door, volgens IGEAN een misverstand van de chauffeurs. Men zou dit komen ophalen op dinsdag 24.01.2023. Na aandringen bij de bevoegde schepen werd deze ophaling verschoven naar vrijdag 20.01.2023. Waarom wordt er door IGEAN onderscheid gemaakt bij een aanvraag van een particulier of bij een aanvraag van de bevoegde schepen?
De tweede maal, in diezelfde straten, op woensdag 01.02.2023 werd het GFT voor de tweede maal op rij niet opgehaald. Men zou dit komen ophalen op vrijdag 03.02.2023 ophalen. De ophalers zijn langs geweest maar hebben een deel van de Dennenlaan VERGETEN op te halen. Te kort aan personeel was er op dat moment niet want ze zijn langs geweest maar vergeten op te halen. De ophaling van het vergeten stuk is dan gebeurd op dinsdag 07.02.2023.
Dit is toch geen correcte service van IGEAN en mijn vraag is dus om met IGEAN eens rond de tafel te gaan zitten omdat deze voorvallen niet meer gebeuren en zeker niet met de zomer voor de deur (warm weer).
Mijn vraag is dan ook dat ik op de hoogte wordt gehouden van het resultaat van de gesprekken met IGEAN hieromtrent.
Volgens het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad kunnen raadsleden mondelinge vragen stellen aan de leden van het college van burgemeester en schepenen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van volgende mondelinge vragen: