Het provinciebestuur Antwerpen werkt reeds lange tijd aan de opmaak van haar Provinciaal Beleidsplan Ruimte. Hierin wil men het beleid op provinciaal niveau uitstippelen voor de komende decennia, om duurzaam om te gaan met de beschikbare ruimte voor de toekomstige generaties en het klimaat.
Van 16 december 2022 tot en met 15 maart 2023 loopt het openbaar onderzoek over het ontwerp-Beleidsplan Ruimte en het ontwerp-plan-MER (MilieuEffectenRapport). Iedereen kan dan de documenten inkijken en erop reageren.
Aan de gemeentebesturen van de provincie Antwerpen wordt gevraagd om in het kader van het openbaar onderzoek hun advies over te maken aan de Deputatie, en dit uiterlijk op 15 maart 2023.
Het PBRA bevat de strategische visie (lange termijnvisie) op de ruimtelijke ontwikkeling in de provincie Antwerpen en een eerste set van drie concrete beleidskaders (middellange termijnvisies) die de realisatie van de strategische visie mogelijk maken. Het PBRA vervangt, eens definitief goedgekeurd, de provinciale ruimtelijke visie uit het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA).
Concreet bevat het ontwerp-PBRA naast de strategische visie momenteel 3 beleidskaders:
- beleidskader Levendige kernen
- beleidskader sterke netwerken
- beleidskader verdichten en ontdichten van de ruimte
In het document in bijlage bij voorliggend besluit werd een samenvattende analyse gemaakt van de inhoud van het ontwerp-PBRA en in het bijzonder de elementen die relevant zijn voor de gemeente Rumst en omgeving.
Vanuit deze analyse wordt het advies vanuit de gemeente Rumst op het ontwerp-PBRA geformuleerd als volgt:
1. In de strategische visie wordt een analyse van de ruimte beschreven, waarbij de gemeente Rumst behoort tot het landschap ten noorden van de Rupel. In deze beschrijving worden de kernen Boom, Rumst en verder noordwaarts Niel, Schelle en Hemiksem als kernen langs de rivier benoemd. Het is echter wenselijk om ook Terhagen als kern aan de Rupel toe te voegen in deze beschrijving.
2. In het beleidskader Levendige Kernen wordt een selectie opgenomen van de verschillende kernen binnen de gemeente. De selectie van Terhagen als "stedelijke dorpskern" kan daarbij worden gevolgd. De uitdagingen voor Terhagen op vlak van detailhandel en bedrijvigheid dienen echter genuanceerd te worden, en gekoppeld aan haar bereikbaarheidsprofiel, dat in hoofdzaak autogericht is, en waarbij vrachtverkeer tot overmatige belasting van het dorpsweefsel leidt.
Reet en Rumst worden geselecteerd als "dorpskernen". Vanuit de vaststelling dat er binnen het centrum van Reet en Rumst ten onrechte geen multimodaal knooppunt voor personenvervoer op lokaal niveau werd geselecteerd, is de selectie van de betreffende kernen als “gewone dorpskern” echter niet terecht. Voor beide kernen is de opwaardering naar “dorpskern met potentie” gewenst, gezien ze beide een goede multimodale bereikbaarheid vertonen (ligging tussen E19 en A12 met hoogwaardige openbaar vervoersverbindingen, halte- en overstapplaatsen in het centrum en bovendien gelegen binnen een fijnmazig netwerk van hoogwaardige fietsvoorzieningen met een lokaal en regionaal verbindend karakter), Reet bovendien bestaat uit een goed uitgeruste kern met heel wat voorzieningen (meer dan enkel voor de eigen inwoners) en Rumst een belangrijke gebruikerspool vormt met veel tewerkstelling en aantrekkingskracht gekoppeld aan haar bedrijventerreinen.
Reet Groenlaar wordt tenslotte geselecteerd als "kleine dorpskern". Deze omgeving wordt binnen de gemeente Rumst echter niet als een afzonderlijke kern ervaren. Ze profileert zich op eenzelfde wijze als andere woonkorrels binnen de gemeente, zoals bvb. de omgeving Klein Paepedaelen en Vosberg. Het is niet wenselijk om tussen dergelijke woonclusters een onderscheid te maken in selectie. Bovendien vraagt het beeldbepalende en (historisch) waardevolle woonweefsel van de omgeving Groenlaar voor een specifiek beleid, waarbij behoud van de identiteit voorop staat en niet in het gedrang gebracht mag worden door doelstellingen met betrekking tot kernversterking. Omwille van deze redenen wordt er geadviseerd om de selectie van Groenlaar als kleine dorpskern niet te weerhouden.
3. In het beleidskader Sterke Netwerken wordt een provinciaal ruimtemodel opgebouwd. Hieruit komt naar voren dat binnen de gemeente Rumst zowel de kernen Reet, Rumst en Terhagen, alsook de omgeving van AZ Rivierenland Campus Rumst (A12) worden waargenomen als "goed" tot "zeer goed" scorend, en dit zowel op vlak van voorzieningen (plaatswaarde) als bereikbaarheid (knoopwaarde). Deze bevinding strookt niet met de eerder opgenomen selectie van de kernen Reet en Rumst als een gewone dorpskern (zie hierboven), maar vraagt om een opwaardering van het statuut van deze kernen. Het ruimtemodel komt als een vrij theoretische oefening over, die weliswaar grote structuren binnen de provincie Antwerpen visualiseert, maar verder verfijnt dient te worden om ook tot op gemeentelijk niveau als een waardevol en toepasbaar instrument ingezet te kunnen worden.
Het ontbreken van enige selectie van knopen voor personenvervoer binnen de gemeente Rumst staat in contrast met de hoge plaatswaarde die de kernen Rumst, Reet en Terhagen toegewezen krijgen in het provinciale ruimtemodel. Bovendien is het niet duidelijk waarom de kernen (Kon. Astridplein in Reet, Markt in Rumst en Kardinaal Cardijnstraat in Terhagen) niet als knoop van lokale schaal voor personenvervoer worden opgenomen, gezien hier een vergelijkbaar aanbod aan multimodale verbindingen en overstapmogelijkheden aanwezig zijn als bij de 2 lokale knopen die in Boom zijn geselecteerd. Het is aangewezen om een inzicht te krijgen in de achterliggende informatie die werd gehanteerd om te komen tot de betreffende selecties.
In het beleidskader wordt bovendien een analyse op kaart gemaakt van de multimodale knopen voor goederenvervoer. De bedrijfsterreinen op de kaart werden echter louter aangeduid op basis van de gewestplanbestemming, maar houden geen rekening met het actuele ruimtegebruik noch met de gewenste ontwikkelingsperspectieven op gemeentelijk niveau. Een voorbeeld hiervan is het terrein Molleveld waar de bedrijvigheid niet meer aanwezig is over de volledige contour zoals opgenomen op de kaart, maar waar een passende herbestemming mee in overweging moet kunnen worden genomen op basis van het principe “de juiste functie op de juiste plek”, die in het Beleidsplan van de provincie wordt gehanteerd. Een aftoetsing met de gewenste toestand en een verfijning inzake dringt zich op.
4. Vanuit de gemeente Rumst zijn er geen bemerkingen met betrekking tot het beleidskader Verdichten en Ontdichten van de ruimte.
Ook op het plan-MER dat hoort bij het ontwerp-PBRA zijn geen bemerkingen vanuit de gemeente Rumst.
VCRO
De gemeenteraad brengt een voorwaardelijk gunstig advies uit met betrekking tot het ontwerp-Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen, op voorwaarde dat ten gronde rekening gehouden wordt met onderstaande elementen:
1. In de strategische visie wordt een analyse van de ruimte beschreven, waarbij de gemeente Rumst behoort tot het landschap ten noorden van de Rupel. In deze beschrijving worden de kernen Boom, Rumst en verder noordwaarts Niel, Schelle en Hemiksem als kernen langs de rivier benoemd. Het is echter wenselijk om ook Terhagen als kern aan de Rupel toe te voegen in deze beschrijving.
2. In het beleidskader Levendige Kernen wordt een selectie opgenomen van de verschillende kernen binnen de gemeente. De selectie van Terhagen als "stedelijke dorpskern" kan daarbij worden gevolgd. De uitdagingen voor Terhagen op vlak van detailhandel en bedrijvigheid dienen echter genuanceerd te worden, en gekoppeld aan haar bereikbaarheidsprofiel, dat in hoofdzaak autogericht is, en waarbij vrachtverkeer tot overmatige belasting van het dorpsweefsel leidt.
Reet en Rumst worden geselecteerd als "dorpskernen". Vanuit de vaststelling dat er binnen het centrum van Reet en Rumst ten onrechte geen multimodaal knooppunt voor personenvervoer op lokaal niveau werd geselecteerd, is de selectie van de betreffende kernen als “gewone dorpskern” echter niet terecht. Voor beide kernen is de opwaardering naar “dorpskern met potentie” gewenst, gezien ze beide een goede multimodale bereikbaarheid vertonen (ligging tussen E19 en A12 met hoogwaardige openbaar vervoersverbindingen, halte- en overstapplaatsen in het centrum en bovendien gelegen binnen een fijnmazig netwerk van hoogwaardige fietsvoorzieningen met een lokaal en regionaal verbindend karakter), Reet bovendien bestaat uit een goed uitgeruste kern met heel wat voorzieningen (meer dan enkel voor de eigen inwoners) en Rumst een belangrijke gebruikerspool vormt met veel tewerkstelling en aantrekkingskracht gekoppeld aan haar bedrijventerreinen.
Reet Groenlaar wordt tenslotte geselecteerd als "kleine dorpskern". Deze omgeving wordt binnen de gemeente Rumst echter niet als een afzonderlijke kern ervaren. Ze profileert zich op eenzelfde wijze als andere woonkorrels binnen de gemeente, zoals bvb. de omgeving Klein Paepedaelen en Vosberg. Het is niet wenselijk om tussen dergelijke woonclusters een onderscheid te maken in selectie. Bovendien vraagt het beeldbepalende en (historisch) waardevolle woonweefsel van de omgeving Groenlaar voor een specifiek beleid, waarbij behoud van de identiteit voorop staat en niet in het gedrang gebracht mag worden door doelstellingen met betrekking tot kernversterking. Omwille van deze redenen wordt er geadviseerd om de selectie van Groenlaar als kleine dorpskern niet te weerhouden.
3. In het beleidskader Sterke Netwerken wordt een provinciaal ruimtemodel opgebouwd. Hieruit komt naar voren dat binnen de gemeente Rumst zowel de kernen Reet, Rumst en Terhagen, alsook de omgeving van AZ Rivierenland Campus Rumst (A12) worden waargenomen als "goed" tot "zeer goed" scorend, en dit zowel op vlak van voorzieningen (plaatswaarde) als bereikbaarheid (knoopwaarde). Deze bevinding strookt niet met de eerder opgenomen selectie van de kernen Reet en Rumst als een gewone dorpskern (zie hierboven), maar vraagt om een opwaardering van het statuut van deze kernen. Het ruimtemodel komt als een vrij theoretische oefening over, die weliswaar grote structuren binnen de provincie Antwerpen visualiseert, maar verder verfijnt dient te worden om ook tot op gemeentelijk niveau als een waardevol en toepasbaar instrument ingezet te kunnen worden.
Het ontbreken van enige selectie van knopen voor personenvervoer binnen de gemeente Rumst staat in contrast met de hoge plaatswaarde die de kernen Rumst, Reet en Terhagen toegewezen krijgen in het provinciale ruimtemodel. Bovendien is het niet duidelijk waarom de kernen (Kon. Astridplein in Reet, Markt in Rumst en Kardinaal Cardijnstraat in Terhagen) niet als knoop van lokale schaal voor personenvervoer worden opgenomen, gezien hier een vergelijkbaar aanbod aan multimodale verbindingen en overstapmogelijkheden aanwezig zijn als bij de 2 lokale knopen die in Boom zijn geselecteerd. Het is aangewezen om een inzicht te krijgen in de achterliggende informatie die werd gehanteerd om te komen tot de betreffende selecties.
In het beleidskader wordt bovendien een analyse op kaart gemaakt van de multimodale knopen voor goederenvervoer. De bedrijfsterreinen op de kaart werden echter louter aangeduid op basis van de gewestplanbestemming, maar houden geen rekening met het actuele ruimtegebruik noch met de gewenste ontwikkelingsperspectieven op gemeentelijk niveau. Een voorbeeld hiervan is het terrein Molleveld waar de bedrijvigheid niet meer aanwezig is over de volledige contour zoals opgenomen op de kaart, maar waar een passende herbestemming mee in overweging moet kunnen worden genomen op basis van het principe “de juiste functie op de juiste plek”, die in het Beleidsplan van de provincie wordt gehanteerd. Een aftoetsing met de gewenste toestand en een verfijning inzake dringt zich op.
4. Vanuit de gemeente Rumst zijn er geen bemerkingen met betrekking tot het beleidskader Verdichten en Ontdichten van de ruimte.
De gemeenteraad brengt een gunstig advies uit met betrekking tot het plan-MER horend bij het ontwerp-Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen.