De voorzitter en raadsleden van de gemeenteraad formuleren volgende mededelingen.
Decreet lokaal bestuur 22 december 2017 en latere wijzigingen.
neemt kennis van volgende mededelingen:
Er zijn geen mededelingen.
Het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van AGB Rumst werd samen opgemaakt met het meerjarenplan van gemeente en OCMW en er volledig op afgestemd.
Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad om de aanpassing van het meerjarenplan, vastgesteld door de Raad van Bestuur van AGB Rumst, goed te keuren.
Het resultaat van de jaarrekening 2021 werd ingebracht.
Omwille van de stijgende energieprijzen en de indexering van de lonen werden de exploitatie-uitgaven opgetrokken. De exploitatie van de GAM werd opgenomen in de exploitatie-inkomsten en uitgaven.
Voor wat betreft de investeringen, wordt parking Klein Molenveld opgeschoven naar 2023. De kredieten blijven behouden. Voor de sportinfrastructuur worden bijkomende investeringen voorzien zoals een sportvloer, toegangscontrole. Deze investeringen worden gefinancierd met leningen toegestaan door de gemeente.
De prijssubsidie vanwege de gemeente wordt omwille van de stijgende exploitatie-uitgaven opgetrokken.
De strategische nota wordt niet bijgesteld. De doelstellingen, actieplannen en acties zoals ze in het initieel meerjarenplan werden bepaald, blijven behouden. Op basis van een realistische projectplanning worden kredieten voor de uitvoering van infrastructuurwerken verschoven in de tijd.
Het managementteam verleende een positief advies in de vergadering van 24 november 2022.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen.
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Ministerieel Besluit van 8 juli 2013 betreffende de digitale rapportering van gegevens van de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Het college van burgemeester en schepenen legt het ontwerp van de aanpassing meerjarenplan 2020-2025 van AGB Rumst ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad van zitting 22 december 2022.
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van AGB Rumst, zoals in bijlage toegevoegd, en zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur van AGB Rumst in de zitting van 22 december 2022, goed.
Sinds de invoering van het decreet lokaal bestuur is het meerjarenplan een document voor gemeente en OCMW samen. De gemeenteraad behandelt het gedeelte van de gemeente.
Minstens 1 maal per jaar wordt het meerjarenplan bijgestuurd, omdat minstens het resultaat van de laatste jaarrekening moet worden ingebracht.
Bovendien zijn bijkomende aanpassingen noodzakelijk.
Het resultaat van de jaarrekening 2021 van zowel gemeente als OCMW werd ingebracht.
Omwille van o.a. de oorlog in Oekraïne zijn de energieprijzen gestegen. Als gevolg hiervan werd de spilindex veelvuldig overschreden in 2022. Ook in 2023 worden nog 3 indexaanpassingen verwacht. Ook de prijzen van contracten (gebruiksrechten software, onderhoudscontracten, ...) worden geïndexeerd. Aan de ontvangstenzijde mogen meer ontvangsten worden verwacht uit aanvullende belastingen en bijkomende subsidies.
In het investeringsbudget worden de ramingen en de timing van grote infrastructuurprojecten geactualiseerd.
De strategische nota wordt niet bijgesteld. De doelstellingen, actieplannen en acties zoals ze in het initieel meerjarenplan werden bepaald, blijven behouden.
Het managementteam verleende een positief advies in de vergadering van 24 november 2022.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen.
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Ministerieel Besluit van 8 juli 2013 betreffende de digitale rapportering van gegevens van de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Het college van burgemeester en schepenen legt het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 gedeelte OCMW ter vaststelling voor aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad stelt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 gedeelte OCMW, zoals in bijlage toegevoegd, vast.
Voor een woordelijk verslag van de bespreking wordt verwezen naar het audio-verslag.
Raadslid Marc Verschueren verklaart namens de CD&V fractie dat men tevreden is dat de gemeente financieel gezond is. Dat is voor de fractie, ook al in de vorige legislaturen, belangrijk.
Raadslid Christine Jacobs verklaart voor de fractie Vooruit en Groen dat het vanzelfsprekend is dat er een financieel evenwicht bereikt wordt en dat de spelregels gerespecteerd worden. Wat betreft de beleidskeuzes verschilt de fractie van mening met het huidig gevoerd beleid. Ze verwijst naar een aantal specifieke beleidskeuzes. Samengevat is de fractie van oordeel dat er meer in bakstenen en te weinig in mensen wordt geïnvesteerd. Te weinig in Rumstenaren en in personeel.
Burgemeester Jurgen Callaerts stelt dat er inderdaad een verschil van mening is rond de beleidskeuzes en reageert op de specifieke opmerkingen.
Sinds de invoering van het decreet lokaal bestuur is het meerjarenplan een document voor gemeente en OCMW samen. De gemeenteraad behandelt het gedeelte van de gemeente.
Minstens 1 maal per jaar wordt het meerjarenplan bijgestuurd, omdat minstens het resultaat van de laatste jaarrekening moet worden ingebracht.
Bovendien zijn bijkomende aanpassingen noodzakelijk.
Het resultaat van de jaarrekening 2022 van zowel gemeente als OCMW werd ingebracht.
Omwille van o.a. de oorlog in Oekraïne zijn de energieprijzen gestegen. Als gevolg hiervan werd de spilindex veelvuldig overschreden in 2022. Ook in 2023 worden nog 3 indexaanpassingen verwacht. Ook de prijzen van contracten (gebruiksrechten software, onderhoudscontracten, ...) worden geïndexeerd. Aan de ontvangstenzijde mogen meer ontvangsten worden verwacht uit aanvullende belastingen en bijkomende subsidies.
In het investeringsbudget worden de ramingen en de timing van grote infrastructuurprojecten geactualiseerd.
De strategische nota wordt niet bijgesteld. De doelstellingen, actieplannen en acties zoals ze in het initieel meerjarenplan werden bepaald, blijven behouden.
Het managementteam verleende een positief advies in de vergadering van 24 november 2022.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen.
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Ministerieel Besluit van 8 juli 2013 betreffende de digitale rapportering van gegevens van de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Het college van burgemeester en schepenen legt het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 gedeelte gemeente ter vaststelling voor aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad stelt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 gedeelte gemeente, zoals in bijlage toegevoegd, vast.
Overeenkomstig artikel 41 lid 2 10° b van het decreet lokaal bestuur delegeert de gemeenteraad de aangeduide investeringen van de investeringslijst zoals opgenomen in bijlage, aan het college van burgemeester en schepenen.
In de gemeenteraad van 23 december 2021 werd de aanvullende personenbelasting goedgekeurd voor aanslagjaar 2022. Dit reglement dient voor aanslagjaar 2023 opnieuw goedgekeurd te worden.
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen;
Gelet op de begrotingsnoodwendigheden van de gemeente;
Gelet op de verwachte inkomsten die geraamd worden op 7.127.326,29 euro in 2023 en als ontvangstkredieten zijn ingeschreven in het meerjarenplan 2020-2025 onder de raming RA000714.
Art. 170, §4 van de grondwet;
Art. 464 tot en met 470/2 van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992;
Art. 40, 41, 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.
Voor het aanslagjaar 2023 wordt een aanvullende belasting op de personenbelasting geheven.
De belasting wordt gevorderd van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
De belasting wordt vastgesteld op 6,5 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 469 van het wetboek van de inkomstenbelastingen.
Dit raadsbesluit wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden.
In de gemeenteraad van 23 december 2021 werd de opcentiemen op de onroerende voorheffing voor aanslagjaar 2022 goedgekeurd. Dit reglement dient voor aanslagjaar 2023 opnieuw goedgekeurd te worden.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op de verwachte inkomsten die geraamd worden op 3.869.621,81 euro in 2023 en als ontvangstkredieten zijn ingeschreven in het meerjarenplan 2020-2025 onder de raming RA000713.
Gelet op artikel 170, §4, van de Grondwet;
Gelet op art. 249 en 464/1, 1°, van het Wetboek Inkomstenbelastingen 1992;
Gelet op artikel 40, 41, 56, 286, 287 en 288 van het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit m.n. art.2.1.4.0.2 en 3.1.0.0.4;
Gelet op het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies;
Gelet op art. 3,5° van de bijzondere wet van 16/01/1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten;
Voor het aanslagjaar 2023 worden ten bate van de gemeente 787 opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven.
De vestiging en inning van deze belasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
Dit raadsbesluit zal aan de toezichthoudende overheid en aan de Vlaamse Belastingdienst overgemaakt worden.
Het belastingreglement op het gebruik van woonruimten loopt af op 31/12/2022, en dient hernieuwd te worden.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Overwegende dat vanaf het aanslagjaar 1995 een belastingreglement op de woon- en bedrijfsruimten werd ingevoerd;
Overwegende dat dit belastingreglement tot doel heeft het fiscaal beleid te vereenvoudigen en te rationaliseren om een algemene en redelijke spreiding van de belastingdruk over gezinnen en bedrijven tot stand te brengen;
Overwegende dat geopteerd wordt voor een algemene grondslag waarbij gezinnen hun bijdrage ten behoeve van de gemeentelijke financiën leveren op basis van de beschikbare woonruimten op het grondgebied van de gemeente;
Overwegende dat voor een aantal gezinnen de woonruimte en de bedrijfsruimte aan elkaar palen of ruimtelijk niet te scheiden zijn, wordt voor deze gezinnen een specifieke afwijking voorzien voor het tarief van een woonruimte;
Artikel 170, §4 van de Grondwet
Het Decreet Lokaal Bestuur, in het bijzonder artikelen 40, 41, 56, 286, 287 en 288
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 ‘Omzendbrief betreffende de gemeentefiscaliteit’;
Er wordt met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2023 ten behoeve van de gemeente, een belasting geheven op het gebruik van woonruimten.
§1. De belasting wordt gevorderd van elk gezin dat op het grondgebied van de gemeente Rumst een hoofdverblijf ter beschikking heeft op 1 januari 2023.
§2. Als "gezin" wordt beschouwd voor de toepassing van onderhavige belasting: hetzij een persoon die alleen leeft, hetzij twee of meer personen die, al dan niet verwant, gewoonlijk in één en dezelfde woning of woongelegenheid verblijven en er samenwonen.
§3. De belasting wordt gevestigd op naam van de referentiepersoon van het gezin. Indien het om een niet-ontvoogde minderjarige gaat is de burgerlijk verantwoordelijke persoon mede voor de betaling van de belasting aansprakelijk.
§4. De echtgeno(o)te, de wettelijk samenwonende partner of de feitelijk samenwonende partner van de referentiepersoon is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
§5. De inschrijving in het bevolkingsregister van de gemeente bepaalt de toestand op 1 januari van het aanslagjaar van de hoofdverblijfplaats, de referentiepersoon en de samenstelling van het gezin.
§6. Een wijziging van de hoofdverblijfplaats, de referentiepersoon en/of de samenstelling van het gezin in de loop van het aanslagjaar, heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering of teruggave.
De belasting is verschuldigd voor de woongelegenheid, met inbegrip van de aanhorigheden, die als hoofdverblijf van het gezin dient en gelegen is in de gemeente.
De ruimte van de hoofdverblijfplaats wordt bepaald door de som van de grondoppervlakten dienstig voor het wonen in gebouwen en in open lucht.
De oppervlakten in gebouwen worden per bouwlaag gemeten met inbegrip van de buitenmuren, garages, zolder en kelder, bergplaatsen, tuinhuisjes en paviljoenen, koetshuizen en hokken of stallingen voor huisdieren in duurzaam materiaal.
Als beschikbare woonruimte in open lucht komen in aanmerking: de opritten, parkeerplaatsen, moes- en/of siertuinen, inbegrepen serres alsmede de ruimten aangelegd voor sport- en recreatie inclusief de waterpartijen en andere groene en of open ruimten die in het kader van de stedenbouwkundige normering of ter bevordering van de woonfunctie van het beschouwde hoofdverblijf werden aangelegd of behouden. Deze opsomming is niet limitatief.
Het bedrag van de verschuldigde belasting bedraagt :
|
Tarief A : 60 EUR indien het hoofdverblijf een oppervlakte heeft =< 1000 m² |
|
Tarief B : 80 EUR voor een oppervlakte van 1001 m² – 2000 m² |
|
Tarief C : 100 EUR voor een oppervlakte van 2001 m² - 3000 m² |
|
Tarief D : 120 EUR voor een oppervlakte van 3001 m² 4000 m² |
|
Tarief E : 140 EUR voor een oppervlakte > 4000 m² |
In afwijking van de in art. 4 bepaalde tarieven zullen gezinnen waarvan de woonruimte begrepen is in het kadastraal perceel dat ook de bedrijfsruimte omvat, onafgezien van de oppervlakte van de woonruimte, worden aangeslagen ten bedrage van een belasting van 60 EUR.
De belasting wordt door middel van een kohier ingevorderd. Het kohier wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het gelijknamige decreet van 30 mei 2008.
Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 287 van het decreet lokaal bestuur.
De gemeente Rumst draagt bij in het exploitatietekort van de politiezone Rupel. Er wordt ook een investeringstoelage voorzien aan de politiezone Rupel.
Het decreet lokaal bestuur.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de bedragen van de dotatie aan de politiezone Rupel voor het financieel boekjaar 2023 en legt deze ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad van zitting 22 december 2022.
De gemeenteraad stelt de dotatie van de gemeente Rumst aan de politiezone Rupel voor het financieel boekjaar 2023 vast op 1.575.000 euro voor het exploitatiebudget.
De investeringstoelage van de gemeente Rumst aan de politiezone Rupel voor het financieel boekjaar 2023 wordt vastgesteld op 168.750,00 euro.
Het ontwerp van de politiebegroting is in bijlage opgenomen.
Voor een woordelijk verslag van de bespreking wordt verwezen naar de audio-opname.
Raadslid Christin Jacobs (Vooruit en Groen) vraagt toelichting bij specifieke gegevens. Er wordt afgesproken dat schepen Raf De Schepper de vraag schriftelijk zal beantwoorden.
Via het softwarepakket ReligioSoft werd het budget 2023 van de kerkfabrieken Heilige Maria Magdalena Reet, Sint-Pieter Rumst; Heilige Familie Vosberg en Onbevlekt Hart van Maria Reet aan het gemeentebestuur overgemaakt.
De ingediende documenten Budget 2023van de kerkfabrieken van Heilige Maria Magdalena Reet, Sint-Pieter Rumst, Heilige Familie Vosberg en Onbevlekt Hart van Maria Reet werden nagekeken door de financieel directeur van de gemeente;
In het voorstel van Heilige Maria Magdalena Reet werd een gemeentelijke toelage in de exploitatie voorzien van 4.069,82 euro. Dit blijft binnen de grenzen van het laatst goedgekeurde meerjarenplan. De cijfers van het investeringsbudget blijven binnen het laatst goedgekeurde meerjarenplan. In de financiering wordt een investeringstoelage vanwege de gemeente ingeschreven van 8.000 euro.
In het voorstel van Sint-Pieter Rumst werd een gemeentelijke toelage in de exploitatie voorzien van 29.954,37 euro. Dit blijft binnen de grenzen van het laatst goedgekeurde meerjarenplan. In het investeringsbudget wordt een uitgave voorzien van 108.000 euro voor studiekosten (28.000 euro) en grote herstellingen aan de kerk (108.000 euro). De gemeente draagt bij via een investeringstoelage van 4.493,24 euro.
In het voorstel van Heilige Familie Vosberg werd een gemeentelijke toelage in de exploitatie voorzien van 13.801,75 euro. Dit blijft binnen de grenzen van het laatst goedgekeurde meerjarenplan. Er worden geen investeringen opgenomen.
In het voorstel van de kerkfabriek van Onbevlekt Hart van Maria werd een gemeentelijke toelage in de exploitatie voorzien van 13.802,44 euro. Het aandeel van de gemeente Rumst 6.901,22 euro (50%). In het investeringsbudget wordt een uitgave voorzien van 2.600 euro voorzien voor werken aan het hoofdgebouw voor de eredienst, volledig betoelaagd door de gemeente Rumst. Die werd ook zo voorzien in het laatst goedgekeurde meerjarenplan.
Overeenkomstig art. 48, 49 en 50 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten is het budget en de budgetwijziging van de kerkfabrieken onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad, tenzij de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan; In dat geval neemt de raad akte van het budget;
Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet;
Het college legt het budget 2023 van de kerkfabrieken van Heilige Maria Magdalena Reet, Sint-Pieter Rumst, Heilige Familie Vosberg en Onbevlekt Hart van Maria Reet voor aan de gemeenteraad van zitting 22 december 2022.
De gemeenteraad neemt akte van het budget 2023 van de kerkfabriek van Heilige Maria Madalena Reet, ingediend via ReligioSoft.
De gemeenteraad neemt akte van het budget 2023 van de kerkfabriek van Sint-Pieter Rumst, ingediend via ReligioSoft.
De gemeenteraad neemt akte van het budget 2023 van de kerkfabriek van Heilige Familie Vosberg, ingediend via ReligioSoft.
De gemeenteraad neemt akte van het budget 2023 van de kerkfabriek van Onbevlekt Hart van Maria Reet, ingediend via ReligioSoft.
Het reglement voor toelagen aan rechthebbenden op een verhoogde tegemoetkoming loopt af op 31/12/2022. Dit reglement moet vernieuwd worden.
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 22 december 2022 houdende goedkeuring van een belasting op gebruik van woonruimten;
Overwegende dat de gemeente een uitdrukkelijk sociaal beleid wil voeren met aandacht voor de sociaal kwetsbaren in onze maatschappij;
Op 1 januari 2014 trad de hervorming van de verhoogde tegemoetkoming in voege. Programmawet van 29 maart 2012 (BS 6/04/2012 ed. 3).
Overwegende dat een toelage voorzien zal worden aan de gezinsverantwoordelijken die voorkomen op het kohier van het voormelde belastingreglement en die:
- Houder zijn van het RVV-statuut
- Gerechtigd zijn op een bestaansminimum
Gelet op het decreet lokaal bestuur.
Met ingang van 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2023, wordt er een toelage van 60 euro toegekend aan sommige inwoners van de gemeente.
Om hiervoor in aanmerking te komen, moeten de inwoners op 1 januari van het aanslagjaar aan de volgende voorwaarden voldoen:
De toelage wordt toegekend op basis van de gegevens van de Kruispuntbank en het OCMW.
Het college van burgemeester en schepenen zal aan de kruispuntbank en het OCMW de nodige gegevens opvragen waaruit moet blijken welke personen in aanmerking komen voor de toepassing van dit toelagereglement.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit reglement.
Voor een woordelijk verslag van de bespreking wordt verwezen naar de audio-opname.
Raadsleden Christine Jacobs en Francy Van der Wildt (Vooruit en Groen) stellen enkele specifieke vragen rond situaties die niet binnen dit reglement werden opgenomen. Burgemeester Jurgen Callaerts beantwoordt een aantal en verwijst voor verdere bespreking naar de reeds aangekondigde raadscommissie rond de begraafplaatsen die in januari of februari wordt georganiseerd.
De laatste jaren hebben we veel geïnvesteerd in onze begraafparken. We zorgen ervoor dat inwoners afscheid kunnen nemen van hun verwanten in een groenere omgeving, volgen de de concessietijd op en verwarlozing op.
Nu krijgen we de vraag van inwoners of ze de concessie van hun verwant kunnen verlengen voor een kortere periode dan de huidige 25 jaar. Dit omdat het onderhoud van het graf binnen 25 jaar waarschijnlijk te zwaar zal zijn maar dat ze het graf nu nog willen houden als afscheidsplek.
In de omliggende gemeenten zijn volgende keuzes mogelijk:
Gelet op de financiële toestand van de gemeente.
Gelet op het collegebesluit van 28/11/2022.
Het raadsbesluit van 11 september 2001 betreffende het politiereglement op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.
Beslissing van de gemeenteraad van 24 september 2015 om een sterrenheuvel in te richten op elke begraafplaats.
De wet van 20 juli 1971 gewijzigd o.m. door de wet van 4 juli 1973 en de wet van 10 januari 1980.
Het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.
Art. 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur.
Het reglement is correct opgesteld en conform de andere retributiereglementen.
§1 Het retributiereglement van 17 december 2020 voor de begraafplaatsen wordt opgeheven op 1 januari 2023
§2 Er wordt met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 ten behoeve van de gemeente, een retributie geheven voor de begraafplaatsen.
Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld op:
De retributie is verschuldigd door de aanvrager.
Het verschuldigde bedrag is opeisbaar vanaf de toestemming tot de ter beschikkingstelling van een grafkelder, columbarium nis of urnenkelder, of vanaf het ogenblik dat de vergunning voor de concessie werd afgeleverd en vanaf de aanvraag tot afleveren van de plaatjes;
Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 287 van het decreet lokaal bestuur.
In het kader van de omgevingsvergunning die door het College van Burgemeester en Schepenen werd verleend voor een verkaveling in de Predikherenhoevestraat werd de verplichting opgelegd tot gratis grondafstand van percelen grond gelegen in de Predikherenhoevestraat.
Door notaris Ilse Janssens werd een ontwerpakte van kosteloze grondafstand opgemaakt.
De overdracht betreft volgende percelen grond gelegen aan de Predikherenhoevestraat:
- derde afdeling, sectie A, nr 163 R 3 P0000 met een oppervlakte van 536,56 m², afgebeeld als lot A op het opmetingsplan van landmeter Smet dd. 07.04.2021.
- derde afdeling, sectie A, nr 163 S 3 P0000 met een oppervlakte van 888,24 m², afgebeeld als lot B 1 op het opmetingsplan van landmeter Smet dd. 07.04.2021.
- derde afdeling, sectie A, nr. 163 P 2 P0000 met een oppervlakte van 83,18 m², afgebeeld als lot B 2 op het opmetingsplan van landmeter Smet dd. 07.04.2021.
Het College beslist om de ontwerpakte van kosteloze grondafstand van drie percelen grond gelegen Predikherenhoevstraat aangeduid als loten A, B 1 en B 2 op het plan van landmeter Ann Smet dd. 7 april 2021 goed te keuren en de akte ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad beslist om de ontwerpakte van kosteloze grondafstand van drie percelen grond gelegen Predikherenhoevstraat aangeduid als loten A, B 1 en B 2 op het plan van landmeter Ann Smet dd. 7 april 2021 goed te keuren.
De gemeenteraad beslist om schepen Raf De Schepper en Lieve Van Camp te machtigen tot uitvoering van deze beslissing.
Voor een woordelijk verslag van de bespreking wordt naar de audio-opname verwezen.
Raadslid Francy Van der Wildt (Vooruit en Groen) verwijst naar de leiding die op dit perceel gelegen is en stelt zich de vraag of een verkoop dan nog mogelijk is.
Schepen Raf De Schepper antwoordt dat de notaris in de akte melding maakt van de leiding maar geen voorbehoud over een verkoop maakt. De schepen zal bij het verlijden van de akte de aandacht vestigen op deze melding.
In de Slijkenhoefstraat t.h.v. woning nr.1 ligt een restperceel grond tussen de feitelijke gerealiseerde rooilijn en het eigendom nr. 1.
Om hun eigendom te bereiken beschikken de eigenaars van nr. 1 over een erfdienstbaarheid over het naastgelegen perceel.
Deze erfdienstbaarheid houdt op te bestaan wanneer het eigendom Slijkenhoefstraat 1 volwaardig kan ontsluiten naar het openbaar domein.
De eigenaars van de woning nr. 1 wensen het restperceel te verwerven zodat zij rechtstreeks toegang kunnen nemen naar hun woning en de erfdienstbaarheid op het naastgelegen perceel kan ophouden te bestaan.
Het perceel dat verkocht wordt betreft een restperceel dat ontstaan is naar aanleiding van het realiseren van de rooilijn in de Slijkenhoefstraat.
Het perceel op zich heeft geen enkele waarde voor derden vermits het enkel kan gebruikt worden als toegang tot de achtergelegen woning Slijkenhoefstraat nr. 1. Het kan derhalve onderhands verkocht worden aan de aanpalende eigenaars.
Door notaris Sander Liekens werd een ontwerpakte opgemaakt.
Het betreft in casu een perceel grond kadastraal gekend eerste afdeling, sectie B, nr. 11037 B 21/02A P0000, met een oppervlakte van 150 m2.
Uit het schattingsverslag opgemaakt door landmeter op 22 juni 2022 blijkt dat de waarde van het perceel 2.250 euro bedraagt.
- artikel 41, 11° decreet Lokaal Bestuur
Het College beslist om de ontwerptekst van de akte van verkoop van een restperceel grond gelegen aan de Slijkenhoefstraat t.h.v. nr. 1 goed te keuren en de ontwerptekst ter goedkeuring te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
De gemeenteraad beslist om de akte van verkoop van een restperceel grond gelegen aan de Slijkenhoefstraat t.h.v. nr. 1 goed te keuren.
Schepen Raf De Schepper en afdelingshoofd facilitair management en veiligheid Lieve Van Camp worden gemachtigd tot uitvoering van dit besluit.
Voor een woordelijk verslag van de bespreking wordt naar de audio-opname verwezen.
Raadslid Christine Jacobs (Vooruit en Groen) vraagt om een toelichting bij de reden van aankoop.
Schepen Raf De Schepper licht toe.
In het kader van de aanleg van de Piet Van Akenstraat is Igean op dit ogenblik eigenaar van een aantal restpercelen gelegen in de Piet Van Akenstraat - Hoogstraat - Veldstraat.
Deze percelen worden overgedragen aan het gemeentebestuur.
Door Igean werd een ontwerpakte opgemaakt.
De overdracht betreft de volgende percelen:
- een perceel grond met aanhorigheden, gelegen Piet Van Akenstraat, kadastraal gekend als tweede afdeling, sectie A, nummer 184/C/2 P0000 met een oppervlakte van 2.645 m2.
- een perceel grond met aanhorigheden, gelegen Hoogstraat , kadastraal gekend als tweede afdeling, sectie A, nummer 193/M/17 P0000, met een oppervlakte van 1.070 m2.
- een perceel grond met aanhorigheden, gelegen Veldstraat , kadastraal gekend als tweede afdeling, sectie A, nummers 193/V/21 P0000 en 193/T/21 P0000 met een oppervlakte van 1.217m² en 280 m2.
Het gemeentebestuur koopt de percelen voor een bedrag van 21.368,81 euro.
- artikel 41, 11° decreet Lokaal Bestuur
Het College beslist om de ontwerptekst van de akte van aankoop van percelen grond door de gemeente Rumst van Igean goed te keuren en de ontwerptekst ter goedkeuring te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
De gemeenteraad besluit de akte van aankoop van percelen grond door de gemeente Rumst van Igean goed te keuren.
Schepen Raf De Schepper en afdelingshoofd facilitair management en veiligheid Lieve Van Camp worden gemachtigd tot uitvoering van dit besluit.
Fluvius dient op de site aan de Doelhaagstraat een hoogspanningscabine te plaatsen. Het perceel waarop de cabine wordt geplaatst is op dit ogenblik eigendom van de gemeente Rumst. De grond dient overgedragen te worden aan Fluvius.
Door notaris Tobback werd een ontwerpakte opgemaakt.
De verkoop betreft het perceel grond, kadastraal gekend eerste afdeling, sectie B, nr. 0450D4P0000 met een oppervlakte van 40 m².
Het perceel staat afgebeeld als lot 1 op het opmetingsplan opgemaakt door beëdigd landmeter Ivan Van den Bergh op 2 september 2022.
De overdracht gebeurt tegen betaling van één symbolische euro en is bestemd voor openbaar nut.
- artikel 41, 11° decreet Lokaal Bestuur
Het College beslist om de ontwerptekst van de akte van verkoop van een perceel grond gelegen aan de Doelhaagstraat en aangeduid als lot 1 op het opmetingsplan van landmeter Yvan Van den Bergh op 2 september 2022 goed te keuren en de ontwerptekst ter goedkeuring te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
De gemeenteraad besluit de akte van verkoop van een perceel grond gelegen aan de Doelhaagstraat en aangeduid als lot 1 op het opmetingsplan van landmeter Yvan Van den Bergh op 2 september 2022 goed te keuren.
Schepen Raf De Schepper en afdelingshoofd facilitair management en veiligheid Lieve Van Camp worden gemachtigd tot uitvoering van dit besluit.
Bij toepassing van artikel 133 en 135 § 2 kan de burgemeester bij hoogdringendheid maatregelen nemen op het grondgebied van zijn gemeente wanneer de openbare veiligheid, rust en orde in het gedrang is.
Volgend besluit werd genomen:
- Burgemeestersbesluit van 30 november 2022: besluit tot het plaatsen van tijdelijke vaste bewakingscamera's op een niet-besloten plaats
- de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, artikel 4;
- de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, artikelen 11 en 42;
- de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikelen 181, 182 en 187;
- artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet, dat stelt dat de burgemeester de verantwoordelijke overheid is inzake de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente.
- artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet.
De gemeenteraad bekrachtigt volgend burgemeestersbesluit:
- Burgemeestersbesluit van 30 november 2022: besluit tot het plaatsen van tijdelijke vaste bewakingscamera's op een niet-besloten plaats
Voor een woordelijk verslag van de bespreking wordt verwezen naar de audio-opname.
Burgemeester Jurgen Callaerts stelt een amendement voor op artikel 5.
Het retributiereglement conformiteitsattesten dient aangepast te worden aan de nieuwe gezondheidsindex.
De Vlaamse Codex Wonen van 2021 staat toe een vergoeding te vragen voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest.
De vergoeding kan verhoogd worden van 62,5 euro naar:
1° 90 euro voor een zelfstandige woning
2° 90 euro voor een kamerwoning, verhoogd met 15 euro per kamer, met een maximum van 1.775 euro per gebouw.
De bedragen in euro mogen jaarlijks aangepast worden aan de gezondheidsindex conform de volgende formule: nieuw bedrag = basisbedrag x aangepaste gezondheidsindex/gezondheidsindex november 2019.
Gezien het stijgende aantal aanvragen voor een conformiteitsattest en de daarmee gepaard gaande uitbesteding van de kwaliteitsonderzoeken aan IGEAN, is de stijging van de vergoeding voor de behandeling van de conformiteitsaanvragen gerechtvaardigd.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente.
§1 Het retributiereglement op de afgifte van conformiteitsattesten zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 17/12/2020 wordt per 1/01/2023 opgeheven.
§2 Met ingang van 1/01/2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de gemeente, een retributie geheven op de afgifte van conformiteitsattesten.
Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld:
De retributie is verschuldigd door de aanvrager van het conformiteitsattest.
De retributie moet betaald worden bij de aflevering van het conformiteitsattest.
Van deze retributie zijn vrijgesteld:
Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 287 van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 5 in het reglement stelt:
Van deze retributie zijn vrijgesteld:
Sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) hadden tot voor kort geen conformiteitsattest nodig. In het verlengde van de sociale verhuurkantoren (SVK’s) wordt voorgesteld dat zij ook vrijgesteld worden van een retributie op het hebben van een conformiteitsattest.
Artikel 5 in het reglement wordt dan vervangen door :
Van deze retributie zijn vrijgesteld:
Het lokaal bestuur heeft het project “intergemeentelijke werking lokaal woonbeleid” in het kader van de zelfstandige groepering onderschreven en maakt deel uit van de Intergemeentelijke Vereniging Lokaal Woonbeleid, IVLW Rivierenland.
Tijdens de zitting van 20/06/2019 heeft de gemeenteraad het subsidiedossier goedgekeurd, waardoor de gemeente akkoord is gegaan met het verderzetten van de werking van de IVLW en het uitvoeren van de verplichte en aanvullende activiteiten, zoals vermeld in het BVR lokaal woonbeleid van 16 november 2018. Door het onderschrijven van het subsidiedossier engageert de gemeente zich ervoor minstens volgende activiteiten uit te voeren:
Het lokaal bestuur stelt het belang van een goede woningkwaliteit in private huurwoningen voorop. De huurwoningen op het grondgebied moeten voldoen aan de minimale veiligheids- en kwaliteitsnormen van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. Het lokaal bestuur wenst de lopende acties hierrond verder te zetten. De gemeente koos tijdens de gemeenteraad van 17/12/2020 ervoor een verplichting op het conformiteitsattest in te voeren voor private huurwoningen. De gemeenteraad heeft hiertoe een verordening goedgekeurd.
Intussen is het wetgevend kader aangepast op basis waarvan er voorgesteld wordt de verordening aan te passen.
De mogelijkheid voor gemeenten om een conformiteitsattest te verplichten, is een belangrijk instrument voor het lokale woningkwaliteitsbeleid. De kwaliteit van het huurwoningpatrimonium in de gemeente kan op die manier in kaart gebracht worden, bewaakt en opgevolgd worden. De verplichting legt de verantwoordelijkheid bij de eigenaars en vormt voor die eigenaars een aansporing en aanmoediging om bewust om te gaan met de minimale kwaliteit van de woning die ze verhuren.
Om de verplichting meer draagkracht te geven, wenst de gemeente de verplichting te handhaven via een gemeentelijke administratieve sanctie.
Door een recente wijziging aan de Vlaamse Codex Wonen kunnen gemeenten een jaarlijks terugkerende aanvraagverplichting voorzien. Zolang aan de verplichting om over een geldig conformiteitsattest te beschikken niet is voldaan, kan opgelegd worden dat er jaarlijks een conformiteitsattest moet worden aangevraagd. Het niet aanvragen van dit attest kan dan (jaarlijks) gesanctioneerd worden met een gemeentelijke administratieve sanctie GAS, zijnde een gemeentelijke administratieve geldboete die op dit ogenblik 350 euro bedraagt.
Het exacte bedrag van de GAS boete zal bepaald worden door de bevoegde sanctionerend ambtenaar.
In de communicatie naar de verhuurders kan het minimum en maximum bedrag van de GAS vermeld worden zoals door de sanctionerend ambtenaar zal vastgelegd worden.
Om een goed handhavingsbeleid te voeren is het zinvol om gebruik te maken van deze mogelijkheid en daarom huidige verordening in die zin aan te passen. De inkomsten afkomstig uit het heffen van de boetes kunnen aangewend worden om bijkomende woningcontroles uit te voeren.
Het belastingreglement op het niet hebben van een conformiteitsattest voor de aanslagjaren 2020-2022 wordt dan niet verder verlengd omdat het niet hebben van een conformiteitsattest nu kan beboet worden via de bepalingen van de gemeentelijke verordening.
Concreet wil dit zeggen dat een eigenaar/verhuurder op 2 manieren een GAS boete kan krijgen:
1. Als hij verhuurt, of een woning ter beschikking stelt zonder een geldig CA ( in de woning moet een nieuwe inschrijving gebeurd zijn en moet eveneens vallen onder de fasering van ouderdom – dus onder de regels van de verordening vallen).
2. De eigenaar/verhuurder krijgt van de gemeente een aangetekend schrijven, nadien heeft de eigenaar een jaar tijd om het CA aan te vragen. Vraagt de eigenaar/verhuurder het CA niet aan, dan kan er jaarlijks een GAS boete gegeven worden, omdat de eigenaar/verhuurder het CA niet aanvraagt (als er natuurlijk geen geldig CA is).De gemeentelijke verordening conformiteitsattesten, laatst goedgekeurd op de gemeenteraad van 17/12/2020, wordt bij goedkeuring van voorliggende verordening door de Vlaamse minister voor Wonen opgeheven en door volgende gemeentelijke verordening conformiteitsattesten vervangen:
De gemeentelijke verordening conformiteitsattesten:
Artikel 1
Elke eigenaar en verhuurder die een woning verhuurt of ter beschikking stelt als hoofdverblijfplaats of met het oog op de huisvesting van een of meer studenten, moet voor elke woning een geldig conformiteitsattest kunnen voorleggen.
Deze verplichting wordt gefaseerd ingevoerd voor alle nieuwe verhuringen en op basis van de leeftijd van de huurwoning:vanaf 1 januari 2021: woningen van 40 jaar en ouder
vanaf 1 januari 2026: woningen van 30 jaar en ouder
vanaf 1 januari 2029: woningen van 20 jaar en ouder
Zolang niet aan deze verplichting is voldaan, geldt een jaarlijks terugkerende verplichting om het conformiteitsattest aan te vragen. De aanvraag wordt ten laatste ingediend op de verjaardag van de dag waarop de eigenaar en verhuurder bij aangetekend schrijven in kennis is gesteld dat hij niet over het verplichte conformiteitsattest beschikt. Als ontvangstdatum van het aangetekend schrijven geldt de eerste werkdag na de verzending.
Artikel 2De geldigheidsduur van het conformiteitsattest voor woningen en kamers is afhankelijk van het aantal gebreken in categorie 1 op het technisch verslag:
>/= 5 gebreken is 5 jaar
Artikel 3
De kostprijs van het conformiteitsattest is vastgelegd in het gemeentelijk retributiereglement.
Artikel 4
Inbreuken op bepalingen van deze verordening worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete en wordt opgelegd door de daartoe aangestelde ambtenaar conform de procedure vervat in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking na de goedkeuring van de gemeenteraad en de goedkeuring van de Vlaamse minister van Wonen, en ten vroegste op 1 januari 2023.
De aangepaste verordening wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse minister voor Wonen.
Na goedkeuring door de Vlaamse minister voor Wonen zullen de passages in de politiecodex over het conformiteitsattest, worden verwijderd.
Op het overleg van 25 november 2021 werden de opportuniteiten voor het uitvoeren van flankerende maatregelen naar aanleiding van de Oosterweelwerken besproken. Hierop volgend kwam tijdens de vervolgvergadering van 04/05/22 de fietsenstalling ter hoogte van de P+R Rumst aan bod.
Op 24 oktober 2022 is de projectstuurgroep opnieuw samengekomen voor de P&R Rumst + Hoppinpunt, een vervoersknooppunt waar verschillende vervoermogelijkheden (bv. trein, bus, tram, deelfiets, …) worden aangeboden door middel van onder meer openbaar vervoer en deelsystemen, waardoor reizigers met het geschikte vervoermiddel een verplaatsing kunnen maken.
Ter hoogte van de P+R Rumst aan de E19 in de gemeente Rumst gaat Lantis de halte inrichten als een Hoppinpunt; vandaar ook het voorstel voor de inplanting van schuilhuisjes voor De Lijn en een bijhorende SAO. Het voorzien van wachtaccommodatie is noodzakelijk.
De gemeente Rumst wenst gebruik te maken van de gesubsidieerde schuilhuisjes van De Lijn.
Dit voorstel werd reeds door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd in zitting van 14 november 2022.
Er werd een verslag van het overleg dd 24/10/22 bezorgd (opgemaakt door Tractebel), alsook een ontwerpplan en verantwoordingsnota "Optimalisatie P+R Rumst". Een voorstel voor een samenwerkingsovereenkomst tussen Lantis en de gemeente Rumst voor de schuilhuisjes werd toegevoegd.
De PSG bereikt een consensus over het ontwerpplan mits enkele kleine aanpassingen. De unieke
verantwoordingsnota werd samen met het verslag ter nazicht aan de leden van de projectstuurgroep
overgemaakt. Er kunnen opmerkingen op de nota
overgemaakt worden.
Het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad neemt kennis van het verslag en de UVN met ontwerpplan in bijlage.
Het voorstel voor de SAO tussen het lokaal bestuur en Lantis, die de aankoop en het onderhoud van de schuilhuisjes regelt, wordt goedgekeurd.
Lantis betaalt de schuilhuisjes, na aftrek van de subsidie (75 %) aan de gemeente Rumst na voorlegging van de aankoopfactuur bij De Lijn. Lantis voert de voorbereidende werken uit om het leveren en plaatsen van de schuilhuisjes mogelijk te maken. De gemeente Rumst blijft eigenaar van de schuilhuisjes en staat in voor het behoud en onderhoud na levering en plaatsing.
Een budget dient te worden ingeschreven voor de aankoop van 2 schuilhuisjes voor een bedrag van 18.540 euro, waarvoor 75% subsidie wordt betaald door MOW en het saldo door Lantis zal worden betaald.
neemt kennis van het syntheseverslag van het eerste semester van de activiteiten 2022 van Fluvius Antwerpen.
neemt kennis van de jaarkalender 2023 voor Fluvius Antwerpen.
Voor een woordelijk verslag van de bespreking wordt verwezen naar de audio-opname.
Raadslid Christine Jacobs (Vooruit en Groen) vraagt naar de behandeling van een project dat voor de eerste maal gehonoreerd wordt.
Schepen Raf De Schepper antwoordt dat het project niet voor de eerste maar tweede maal wordt gesubsidieerd. Hij vermeldt tevens de toekenning van het restsaldo aan het hulpconsortium rond Oekraïne.
Duurzame projecten in het Zuiden die de levensomstandigheden van de armsten verbeteren en die opkomen tegen armoede en onrecht kunnen jaarlijks een subsidieaanvraag indienen bij de gemeente.
De dossiers worden opgebouwd volgens een aanvraagformulier en beoordelingscriteria en worden door de indieners van de subsidieaanvraag voorgesteld tijdens een raadscommissie.
Drie projecten deden een aanvraag voor een subsidie:
1/: Jano De Leeuw – Project Vale Viver VZW – Brazilië
2/: Line Van Bossuyt –VZW Hakita - Tanzania
3/: Rawaa Alhsooni - Project Thamer voor vrede - Irak
De aanvragen werden op 16/11/2022 besproken door de jury bestaande uit 3 deskundigen op het vlak van ontwikkelingssamenleving zoals voorzien in het desbetreffende subsidiereglement.
1/: Jano De Leeuw – Project Vale Viver VZW – Brazilië: 3500 euro
2/: Line Van Bossuyt –VZW Hakita - Tanzania: 3500 euro (+ indienen bij pidpa, hierbij volgen we het extra advies van de jury. Dit project komt volgens hen ook in aanmerking voor een subsidie bij pidpa )
3/: Rawaa Alhsooni - Project Thamer voor vrede - Irak: 3500 euro (+ indienen bij pidpa, hierbij volgen we het extra advies van de jury. Dit project komt volgens hen ook in aanmerking voor een subsidie bij pidpa)
Het resterende budget wordt op basis van het subsidiereglement toegevoegd aan het budget van het Noodfonds.
Voor de besteding van het resterende budget zal dit toegewezen worden aan Consortium 12-12 ter ondersteuning van de slachtoffers van de crisis in Oekraïne.
De wet van 14 november 1983 betreffende de toekenning en de aanwending van sommige toelagen.
Decreet lokaal bestuur
Subsidiereglement Ontwikkelingssamenwerking - Ondersteuning 4de pijlerprojecten dd 24/06/2021
Op basis van het juryverslag , de verdeling van het budget als volgt goed te keuren:
| Jano De Leeuw – Project Vale Viver VZW – Brazilië
| 3500 euro | BE90 7360 7651 0432
|
| Line Van Bossuyt –VZW Hakita - Tanzania | 3500 euro | BE35 7360 5629 6137
|
| Rawaa Alhasooni - Thamer voor vrede - Irak
| 3500 euro | BE78 3771 1253 4686 |
De indieners van de projecten op de hoogte te brengen van hun verkregen subsidie en de feedback van de jury over hun ingediende project.
Het resterende budget via het noodfonds wordt toegewezen aan Consortium 12-12 ter ondersteuning van de slachtoffers van de crisis in Oekraïne.
Voor een woordelijk verslag wordt verwezen naar de audio-opname.
Raadslid Christine Jacobs (Vooruit en Groen) vraagt om een structurele regeling te voorzien binnen het subsidiereglement rond de jaarlijkse meerdaagse feesten.
Burgemeester Jurgen Callaerts stemt in met het voorzien van een structurele regeling naar het voorbeeld van het subsidiereglement rond de jaarlijkse meerdaagse feesten.
Schepen Geert Van der Auwera bevestigt dat dit inderdaad moet onderzocht worden.
Brooikensstoet VZW ontving van de gemeente Rumst de factuur voor het uitlenen van materiaal voor de Brooikensdag. Zij protesteren echter tegen de factuur omdat volgens hen met het College van Burgemeester en Schepenen is afgesproken dat zij geen huur dienden te betalen voor het geleende materiaal.
In het collegebesluit van 27 juni, dat ook aan de organisatoren bezorgd werd, staat echter dat de gevraagde materialen aangeleverd zouden worden afhankelijk van de beschikbaarheid en volgens het desbetreffende retributiereglement. In een apart besluit werd ook nog een nominatumsubsidie van € 5000 toegekend aan Brooikensstoet VZW.
Het College besprak het bericht van Brooikensstoet VZW waarbij de factuur vanwege de gemeente formeel geprotesteerd wordt en kwam tot de volgende conclusies.
Bovenstaande in overweging genomen, stelt het College voor om een bijkomende, nominatieve subsidie te voorzien t.b.v. het bedrag van de factuur, waarnaar verwezen. Zodoende kan de factuur betaald worden. Het protest wordt in deze zin dus niet aanvaard, maar de Brooikensstoet krijgt een extra subsidie om deze kosten te dekken.
Brooikensstoet VZW een bijkomende, nominatieve subsidie toe te kennen t.b.v. € 2.814,40, het bedrag van de factuur voor het uitlenen van de gemeentelijke materialen.
De gemeentelijke muziekacademie is actief in 3 verschillende gemeente: Boom, Puurs-Sint-Amands en Rumst. In elk van die gemeenten is een onkostenvergoeding voor de medewerkers van toepassing.
De situatie is als volgt:
“De verplaatsingsvergoeding, toegekend aan de leraars die niet woonachtig zijn in de gemeente Puurs en reiskosten dienen te maken om zich van de hoofdschool naar de bijafdeling te begeven voor hun cursus(sen) in het kunstonderwijs, zijn ten laste van het Gemeentebestuur van Puurs.”
“De forfaitaire reisvergoeding voor de directeur, alsook de verplaatsingskosten van hoofdschool naar filiaal voor de leraars, voor zover zij niet woonachtig zijn te Rumst, vallen ten laste van het gemeentebestuur Rumst. De leraars zullen vergoed worden volgens de verplaatsingstarieven van het openbaar vervoer Boom-Reet. (zelfde regeling als in Puurs)”
“De verplaatsingsvergoeding, toegekend aan leraars die niet woonachtig zijn in de gemeente Rumst en reiskosten dienen te maken om zich van de hoofdinstelling naar het filiaal te begeven zijn ten laste van het gemeentebestuur van Rumst.”
Leerkrachten die in Rumst of Puurs lesgeven krijgen een vergoeding ongeacht hoe ver ze van de school wonen (niet als ze respectievelijk in Rumst of Puurs wonen).
Leerkrachten die in Boom lesgeven krijgen geen vergoeding.
Vb. Een leerkracht woont in Waarloos. Dan krijgt deze leerkracht een verplaatsingsvergoeding wanneer hij in Reet les geeft en niet als hij in Boom les geeft (ondanks de kortere afstand naar Reet).
Er wordt voorgesteld om deze manier van vergoeden voor verplaatsingsvergoeding te actualiseren aan de huidige geldende omzendbrief.
O.a. op basis van de geldende omzendbrief is het voorstel als volgt:
- Alle verplaatsingen tussen woonplaats en werkplaats en tussen de vestigingsplaatsen die met openbaar vervoer worden gedaan, zijn volledig terug betaalbaar door het schoolbestuur (Boom) die op hun beurt terug kunnen vorderen bij de Vlaamse Overheid. (art. 3)
- Alle verplaatsingen tussen woonplaats en werkplaats en tussen de vestigingsplaatsen die met de fiets worden gedaan, worden vergoed via de regeling fietsvergoeding (art. 4)
- Alle verplaatsingen tussen woonplaats en werkplaats en tussen de vestigingsplaatsen die met een gemotoriseerd voertuig worden gedaan, komen niet aan aanmerking voor terugvordering door het schoolbestuur aan de Vlaamse Overheid.
- Het schoolbestuur bepaalt in de filiaalovereenkomst dat verplaatsingskosten tussen de vestigingsplaatsen met een gemotoriseerd voertuig op volgende wijze kunnen worden vergoed aan het personeelslid:
Maak je in opdracht van je school, instelling of centrum een verplaatsing (bijvoorbeeld voor stagebegeleiding, inkopen, onderwijs aan huis), dan heb je recht op een financiële tussenkomst.
Gebruik je je eigen vervoermiddel (auto, motor, motorfiets) dan heb je recht op een kilometervergoeding. Vanaf 1 juli 2021 bedraagt de vergoeding 0,3707 euro per kilometer.
Het bestuur van de onderwijsinstelling waar je werkt, kan het bedrag van de kilometervergoeding met maximum 10% verminderen als ze een omniumverzekering voor dienstverplaatsingen heeft afgesloten.
De verplaatsingsvergoeding die een leraar maakt om zich te verplaatsen tussen vestigingsplaatsen worden vergoed door het lokale bestuur van de bestemming. Het personeelslid dat in opdracht van het schoolbestuur een occasionele dienstverplaatsing of een dienstverplaatsing tussen de vestigingsplaatsen op dezelfde dag maakt met de eigen wagen, motor of bromfiets krijgt een kilometervergoeding gelijk aan het bedrag dat jaarlijks bepaald wordt voor de federale ambtenaren.
Afstanden en berekening:
Hospitaalstraat 27, 2850 Boom - Laarstraat 21, 2840 Reet 4,3 km = 1,59€
Eikenstraat , 2850 Boom - Laarstraat 21, 2840 Reet 3,8 km = 1,4 €
Forum 9 en 11, 2870 Puurs-Sint-Amands - Laarstraat 21, 2840 Reet 14,6 km = 5,41 €
Beenhouwerstraat 3, 2870 Puurs-Sint-Amands - Laarstraat 21, 2840 Reet 11,2 km = 4,14 €
Kerkstraat 34, 2870 Puurs-Sint-Amands - Laarstraat 21, 2840 Reet 9,9 km = 3,66 €
De verplaatsingsvergoeding die een leraar maakt om zich te verplaatsen tussen vestigingsplaatsen worden vergoed door het lokale bestuur van de bestemming.
Het personeelslid dat in opdracht van het schoolbestuur een occasionele dienstverplaatsing of een dienstverplaatsing tussen de vestigingsplaatsen op dezelfde dag maakt met de eigen wagen, motor of bromfiets krijgt een kilometervergoeding gelijk aan het bedrag dat jaarlijks bepaald wordt voor de federale ambtenaren.
omzendbrief 13AC/CR/JVM/JS van 22/12/2000 (vlaanderen.be)
Notulen gemeente Puurs, zitting van 9 september 1971: Art. 12 en de zitting van 27 juni 1991: Art. 11b
Verslag coördinatievergadering filiaal Reet- hoofdschool Boom van 27 augustus 2000
Overeenkomst hoofdschool – Filiaal (Rumst, deelgemeente Reet) Deeltijds Kunstonderwijs van 17 februari 2000. Art. 12
Tot 31.12.2022 blijft de huidige regeling (volgens filiaalovereenkomsten Rumst en Puurs) van toepassing.
De nieuwe regeling zou ingaan op 01.01.2023.
akkoord te gaan met de aanpassing van de huidige vergoedingsregeling naar een geactualiseerde regeling voor de leerkrachten.
aan het lokaal bestuur van Boom te vragen om de filiaalovereenkomst op basis hiervan te actualiseren.
Volgens het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad kunnen raadsleden mondelinge vragen stellen aan de leden van het college van burgemeester en schepenen.
Voor een woordelijk verslag van de bespreking wordt verwezen naar de audio-opname. Volgende mondelinge vragen worden behandeld:
Raadslid Christine Jacobs (Vooruit en Groen) vraagt naar de stand van zaken rond het wegnemen van de schilderijen en foto's in het Home van der Taelen. Burgemeester Jurgen Callaerts antwoordt dat dit in uitvoering is.
Raadslid Francy Van der Wildt (Vooruit en Groen) vernam dat de MER rond de verlenging van de expressweg zou afgerond zijn. Ze vraagt naar de organisatie van een raadscommissie waarin dit kan besproken worden. Burgemeester Jurgen Callaerts antwoordt dat aan het Vlaams Agentschap voor Wegen en Verkeer zal gevraagd worden om dit op een raadscommissie toe te lichten. Hij vermeldt dat hij nu samen met schepen Antonio bij het kabinet van minister Peeters erop aandringt om de volgende stap te zetten.
Raadslid Annelien Schoofs (Vooruit en Groen) stelt vast dat op het einde van de huidige expressweg de aangekondigde verkeerslichten staan. Ze vraagt wanneer die in werking worden gesteld. Schepen Geert Antonio antwoordt dat dit in januari zal gebeuren.