2021_BB_00016 - Invoeren van een bijkomende maatregeel om de verspreiding van het Coronavirus Covid-19 te beperken op grondgebied van de gemeente Rumst: beperking van het aantal aanwezigen bij een burgerlijk huwelijk

Naar aanleiding van het MB van 4 juni 2021 zijn er opnieuw meer mensen toegelaten om een burgerlijk huwelijk bij te wonen.

Bij toepassing van  artikel 13 van het MB van 24 juli 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken kan de burgemeester bijkomende maatregelen nemen op het grondgebied van zijn gemeente. 

Gelet op de verspreiding van het coronavirus COVID-19 in België;

Gelet op de urgentie en het risico voor de volksgezondheid die het coronavirus COVID-19 met zich meebrengt voor de bevolking;

Gelet dat sinds de uitbraak van het Covid 19 virus de verschillende overheidsniveaus de nodige maatregelen nemen om de verspreiding ervan tegen te gaan.

Overwegende dat op basis van artikel 13 van het MB van 24 juli 2020  houdende wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken de burgemeester in overleg met de gouverneur en de bevoegde overheden van de gefedereerde entiteiten aanvullende preventieve maatregelen kan nemen ten opzichte van deze voorzien in voormeld besluit;

Overwegende dat volgens het art. 14, § 4, 1° van het Ministerieel Besluit van 28 juli 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, burgerlijke huwelijken mogen bijgewoond worden door 100 personen;

Overwegende dat nog niet iedereen de kans heeft gehad om zich te laten vaccineren;

Overwegende dat het beperken van contacten tussen personen essentieel is bij het beperken van de verspreiding van het coronavirus  Covid-19;

Overwegende dat het derhalve aangewezen is om het aantal aanwezigen bij burgerlijke huwelijken te beperken tot 30 personen exclusief de burgemeester en de aanwezige ambtenaar;

 de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, artikel 4;

- de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, artikelen 11 en 42;

- de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikelen 181, 182 en 187;

- het ministerieel besluit van 4 juni 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

- de Politieverordening van 29 juli 2020 betreffende aanvullende maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19 besliste om bijkomende maatregelen op te leggen bovenop de federale maatregelen om de verspreiding van het Corona Covid-19 virus in de provincie Antwerpen te beperken;

- artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet, dat stelt dat de burgemeester de verantwoordelijke overheid is inzake de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente.

- artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet:

“In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wende. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.

- artikel 135, §2, 5° van de Nieuwe gemeentewet dat ondermeer de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd:

“…

5° het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden;

…”