Notulen  Gemeenteraad

Decreet lokaal bestuur 22 december 2017 en latere wijzigingen.

De notulen van de vorige zitting worden ter goedkeuring voorgelegd.

Decreet lokaal bestuur 22 december 2017 en latere wijzigingen.

De voorzitter en raadsleden van de gemeenteraad formuleren volgende mededelingen.

Het college van burgemeester en schepenen ontving per brief van 25 januari 2021 het bericht dat het mandaat de heer Marc Leemans, bestuurder afgevaardigd door de gemeente Rumst, tijdens de Algemene Vergadering van 18 mei 2021 vervalt. Tijdens deze vergadering is één van de agendapunten de statutaire benoeming van een mandataris, hetzij door herbevestiging van de huidige mandataris, hetzij door vernieuwing. 

De directeur van Goed Wonen Rupelstreek verzoekt het College van Burgemeester en Schepenen een voorstel van invulling van dit mandaat over te maken, hetzij door herbevestiging van de huidige mandataris, herzij door vernieuwing.

De duur van het mandaat bij de vennootschap is telkens voor een periode van 6 jaar. Deze periode loopt niet samen met de termijn van een legislatuur. 

Het mandaat van één van de door de gemeente Rumst aangestelde bestuurders, de heer Marc Leemans, loopt dit jaar af. De algemene vergadering zal bijgevolg deze of een andere bestuurder aanstellen voor een nieuwe periode van 6 jaar, dus tot en met de algemene vergadering van 2027.  Gelet hierop zal de gemeente een beslissing moeten nemen.

Ter info:

·        Het mandaat van de heer Antonio loopt af in 2022

• Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen
• Decreet op intergemeentelijke samenwerking van 6 juli 2001 en latere wijzigingen
• Statuten Goed Wonen Rupelstreek van 2015

Omschrijving van de te onteigenen goederen

De onteigening streeft de verwerving na van onroerende goederen gelegen op het grondgebied van de gemeente Rumst waarbij de onteigening de heraanleg van de Kerremansstraat mogelijk moet maken en dit overeenkomstig het rooilijnplan zoals voorlopig goedgekeurd door de gemeenteraad op 25.03.2021. 

De onroerende goederen die dienen te worden verworven, zijn bedoeld om de Kerremansstraat volledig her in te richten met de aanleg van veilige infrastructuur en waarbij tevens een gescheiden rioleringsstelsel wordt voorzien en een aantal water bufferende elementen zullen worden ingebouwd teneinde het hoofd te bieden aan de thans regelmatig wederkerende wateroverlast.

Verder wenst de gemeente Rumst op vraag van de bewoners de parkeercapaciteit te optimaliseren, doch geen aaneengesloten langsparking door deze te onderbreken met groen- / boomvakken en rekening houdend met erftoegangen. 

Voor het realiseren van de gewenste weginfrastructuur en een volwaardig ontwerp is een inname van delen van private percelen noodzakelijk. 

De bedoelde onroerende goederen zijn met een gele tint aangeduid op het hierbij horende ondertekende onteigeningsplan Kerremansstraat zoals opgemaakt door studiebureau Anteagroup en laatst gewijzigd op 09.03.2021 en meer in het bijzonder betreft het de percelen kadastraal gekend als: Gemeente Rumst 3de afdeling, sectie D nrs. 245/03s, 245/03t, 249r, 249x, 246k, 246d, 246e, 246t, 246g, 269c, 270c, 271d, 272g, 280e. Deze percelen werden uitgebreid omschreven in de innemingstabel die is opgenomen op het hoger genoemde onteigeningsplan Kerremansstraat.

Aanduiding onteigenende instantie

Art. 6, 1° van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 bepaalt dat de gemeenten bevoegd zijn om tot onteigening over te gaan:

“De volgende instanties zijn bevoegd om tot onteigening over te gaan: 1° de Vlaamse Regering, het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de gemeenten en de provincies;”

In het licht van de doelstellingen kan de gemeente Rumst ter realisatie van de heraanleg van de Kerremansstraat met aanleg van een veilige fietsinfrastructuur, een gescheiden rioleringsstelsel en waterbufferende elementen zodoende optreden als onteigenende instantie.

Motivering van de onteigeningsnoodzaak

1 Noodzaak van het onteigeningsdoel

De noodzaak van het onteigeningsdoel is evident aanwezig. Door de ontoereikende weginfrastructuur waarbij geen veilige plaats kan worden geboden aan de zwakke weggebruiker op de weg dient de Kerremansstraat heraangelegd en verbreed te worden teneinde eveneens het hoofd te kunnen bieden aan de waterproblematiek en waarbij een gescheiden rioleringsstelsel kan worden gerealiseerd.

Immers, door de regelmatig wederkerende wateroverlast ter hoogte van het kruispunt Kerremansstraat-Molenstraat en in de Molenstraat zelf is het nodig om een aantal water bufferende elementen in te bouwen in het projectgebied Kerremansstraat. Dit gebeurt door de aanleg van voldoende brede buffergrachten evenwijdig met de rijweg.

Door het aanleggen van een voldoende breed fietspad en rijweg is er buiten deze infrastructuur plaats nodig voor de nutsleidingen.  Om bij calamiteiten niet telkens de rijweg te moeten openbreken en het verkeer te moeten onderbreken is het noodzakelijk om een strook te voorzien buiten de rijweg voor de nutsleidingen.

De gemeente Rumst werkt gestaag verder aan de verhoging van de verkeersveiligheid. Tevens is het oplossen van de wateroverlastproblematiek op verschillende locaties binnen de gemeente een prioriteit.  Het aanleggen van buffergrachten moet de wateroverlast in de Molenstraat en bij uitbreiding op andere locaties in de omgeving mee helpen oplossen. Tevens moeten nutsleidingen voldoende ruimte krijgen buiten de rijweginfrastructuur om aansluitingen en eventuele storingen te kunnen uitvoeren/oplossen. Deze ingrepen kunnen enkel worden uitgevoerd op openbaar domein. Hiervoor zijn dan ook onteigeningen noodzakelijk. Deze omstandigheden kunnen dan ook als hoogdringend worden omschreven. De onteigeningen zullen steeds tot het strikt noodzakelijke worden beperkt.

Opdat de Kerremansstraat aldus van een vrijliggend dubbelrichtingfietspad zou kunnen worden voorzien, dient de gemeente van de betrokken aanpalende eigenaars de nodige stroken grond te verwerven. Slechts dan kan de huidige rooilijn worden verbreed en kunnen de werken uitgevoerd worden.

Ook kan uitsluitend een vlotte, veilige en comfortabele doorgang voor de bussen van De Lijn worden gerealiseerd en een maximale afvoer van hemelwater via open grachten wanneer de rijbaan voldoende breed is (6,30m uitgewassen cementbeton met aan één zijde een goot van 30cm (westzijde). De breedte kan maar worden bekomen mits verwervingen.

Een breedte van 6,30m met aan één zijde een goot van 30cm staat het vlot passeren van auto’s en bussen immers toe. 

Om de rechtlijnigheid te breken en de snelheid te beheersen is op een aantal plaatsen in de Kerremansstraat een wegversmalling noodzakelijk. Aan één zijde wordt telkens een bredere berm voorzien die toelaat bomen aan te planten en eventueel een verdiepte berm te realiseren voor extra buffering en infiltratie hemelwater. De breedte en locaties van deze versmallingen werden afgestemd met de Lijn om een vlotte doorstroming van het busverkeer te garanderen. 

Gelet op de veelvuldige aanwezigheid van door bewoners zelf aangelegde parkeerstroken in het bestaande wegbeeld worden er langsheen de Kerremansstraat tevens een aantal parkeerstroken voorzien. Deze stroken zullen worden uitgevoerd in poreuze betonstraatstenen zodat het regenwater doorheen de verharding kan infiltreren naar de bodem. 

Gelet op een veelvuldig gebruikt recreatief fietsnetwerk langsheen het projectgebied Kerremansstraat en omdat het fietsen in landelijk gebied hier aan de orde is, het fietsverkeer jaarlijks toeneemt en het fietsen en de fietsveiligheid dient gestimuleerd te worden vanuit de te realiseren infrastructuur en gelet op het ruimtelijk perfect inpasbaar zijn van één en ander, dient een vrijliggend dubbelrichtingsfietspad aangelegd te worden van 2,50m breed, gescheiden van de rijweg door middel van een groenzone van 70cm met een aangeplante haag. Aan de zijde van de rooilijn wordt een groenberm voorzien van 0,50m als extra bufferzone tussen de erfontsluitingen en het fietspad.

Door de heraanleg van de Kerremansstraat met een veilige fietsinfrastructuur  wordt een betere verkeersleefbaarheid en een betere verkeersveiligheid nagestreefd zodat zeker een veilig verkeer kan worden gewaarborgd aan de zwakke weggebruikers.

Het onteigeningsdoel kan verder ook enkel maar worden bereikt middels onteigening. Er bestaat redelijkerwijze geen alternatief voor het gebruik van de onteigeningsdwang.

Binnen het projectgebied moeten verschillende onroerende goederen strikt noodzakelijk in volle eigendom worden verworven om niet alleen een integrale en geïntegreerde realisatie van de heraanleg van de Kerremansstraat maar vervolgens ook een duurzaam beheer en onderhoud daarvan mogelijk te maken.

Op het onteigeningsplan Kerremansstraat zoals opgemaakt door Studiebureau Anteagroup en laatst gewijzigd op 09.03.2021 wordt aangeduid welke onroerende goederen noodzakelijk dienen verworven te worden om het project te kunnen realiseren. De te onteigenen onroerende goederen zijn nodig om volgende redenen, waarbij alle projectonderdelen ondergebracht kunnen worden binnen de realisatie van de aanleg van de weginfrastructuur en de daarmee onlosmakelijk verbonden ingrepen

De Kerremansstraat volledig heringericht met:  

• Rijbaan voor dubbelrichtingsverkeer, 6,30m in uitgewassen cementbeton met aan één zijde een goot van 30cm (westzijde) zoals afgestemd met De Lijn.  
• Aan één zijde een bredere berm die toelaat bomen aan te planten en eventueel een verdiepte berm te realiseren voor extra buffering en infiltratie hemelwater.  
• Parkeerstroken uitgevoerd in poreuze betonstraatstenen zodat het regenwater doorheen de verharding kan infiltreren naar de bodem.
• Een vrijliggend dubbelrichtingsfietspad in orde gewassen betonstraatstenen van 2,50m breed, gescheiden van de rijweg door middel van een groenzone van 70cm met een aangeplante haag. Aan de zijde van de rooilijn wordt een groenberm voorzien van 0,50m als extra bufferzone tussen de erfontsluitingen en het fietspad. Voor de inritten worden poreuze betonstraatstenen toegepast zodat het regenwater dat op de inritverhardingen valt naar de bodem kan infiltreren. 
• Open en natuurlijke gracht aan één zijde (oostkant), gescheiden van rijbaan door groenberm van minimaal 50cm, maximaal open structuur.

Om al deze weginfrastructuurwerken te kunnen realiseren en nadien het onderhoud en het beheer daarvan duurzaam te kunnen blijven garanderen is de gedwongen verwerving van de op het onteigeningsplan aangeduide innemingen noodzakelijk. Zonder de verwerving van deze onroerende goederen in volle eigendom kunnen de projectdoelstellingen niet gerealiseerd worden.

2 Noodzaak van de onteigening als middel en het voorwerp van de onteigening

2.1   Noodzaak van de onteigening als middel

Het onteigeningsplan Kerremansstraat zoals opgemaakt door Studiebureau Anteagroup en laatst gewijzigd op 09.03.2021 duidt aan welke onroerende goederen noodzakelijk in volle eigendom dienen te worden verworven om het project te kunnen realiseren.

Eens de gemeente de wijziging van de gemeenteweg heeft vastgesteld rust op de gemeente overeenkomstig artikel 26, § 1 van het Decreet Gemeentewegen van 3 mei 2019 ook de rechtsplicht om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van deze gemeenteweg overeenkomstig de in het Decreet Gemeentewegen van 3 mei 2019 opgenomen instrumenten en handhavingsmaatregelen.

Overeenkomstig artikel 26, § 3 van het Decreet Gemeentewegen van 3 mei 2019 geldt bij wijziging van een bestaande gemeenteweg op privaat domein de definitieve vaststelling van het rooilijnplan, zoals bedoeld in artikel 17, § 5, van dit Decreet als titel voor de vestiging van een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang.

Met het te realiseren rooilijnplan wordt de wijziging van een bestaande gemeenteweg vastgesteld waarbij de globale en coherente realisatie van het rooilijnplan uitsluitend verwezenlijkt kan worden door gedwongen eigendomsverwerving van de gehele wegbedding in volle eigendom door de wegbeheerder ten einde een eigendomsversnippering en een lappendeken van verschillende eigendomsstructuren van de betrokken wegbedding te vermijden waardoor het project dus niet gerealiseerd kan worden deels op basis van de vestiging van een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang op een wegbedding in private eigendom en anderdeels op basis van de verwerving van de wegbedding in volle eigendom.

Verder zullen door de noodzakelijk uit te voeren werken voor de wijziging van de bestaande gemeenteweg de eigendomsrechten met betrekking tot de wegbedding niet louter beperkt worden, maar worden ze ontnomen door de volledige noodzakelijke inlijving ervan in het openbaar domein na uitvoering van deze werken, zodat na afweging van belangen, het mede omwille van de globale en geïntegreerde realisatie en het complexe en ingrijpende karakter van de daarvoor noodzakelijke werken, het aangewezen is de eigenaars van de daarvoor noodzakelijke wegbedding onmiddellijk te vergoeden door middel van onteigening. Het is gewoonweg noodzakelijk voor de realisatie, het beheer en de verdere instandhouding van de weginfrastructuur dat de te verwerven wegbeddingen ook daadwerkelijk opgenomen zullen worden in het openbaar domein.

De verwerving van de wegbedding in volle eigendom over het volledige tracé van Kerremansstraat maakt aldus een noodzakelijke stap uit om eens de rooilijn en de gemeenteweg werd vastgesteld te kunnen voldoen aan de decretaal vooropgestelde rechtsplicht om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van deze gemeenteweg overeenkomstig het Decreet Gemeentewegen van 3 mei 2019. Uitsluitend middels verwerving van de wegbedding in volle eigendom kan de wegbeheerder de sluitende garantie bekomen dat de werken tot realisatie van de gemeenteweg ook effectief en op voortgezette wijze kunnen worden uitgevoerd en kan zo ook het duurzame gebruik en duurzaam functioneren en beheren van de gemeenteweg worden gegarandeerd.

Bovendien zijn er een veelheid aan te verwachten terreingebonden kosten, alsook dient een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd te worden in de gemeenteweg waarbij een private eigendomssituatie van de wegbedding niet aangewezen is zodat het ook om die reden noodzakelijk is voor de wegbeheerder dat de wegbedding in volle eigendom verworven wordt. Aldus kan de projectdoelstelling ook om deze reden uitsluitend door gedwongen onteigening worden gerealiseerd.

De onteigeningsnoodzaak als middel voor de realisatie van gemeentewegen blijkt verder ook uit het feit dat overeenkomstig artikel 24, § 4 van het Vlaams Onteigeningsdecreet de decreetgever in zulke gevallen uitdrukkelijk elk verzoek tot zelfrealisatie uitgesloten heeft.

Voor bepaalde infrastructuurwerken zoals openbare verkeerswegen, spoorwegen, haven- en waterweginfrastructuur is het ook volgens de decreetgever in het algemeen belang noodzakelijk dat de overheid deze zelf realiseert en ontwikkelt. De volgende zaken dienen volgens de decreetgever immers absoluut te worden vermeden:

• een versnipperde eigendomsstructuur;
• een lappendeken aan verantwoordelijkheden inzake onderhoud en herstel, wat immers zou leiden tot een groter risico op juridische conflicten zowel onderling als ten aanzien van derden;
• een probleem van coördinatie tussen de zelfrealisator en de aannemer die desgevallend door de overheid wordt aangesteld;
• een verzwakte positie ten aanzien van het gedwongen doen verplaatsen van nutsleidingen
• een gebrek aan een globale inrichting en een overkoepelend beheer en onderhoud;
• problemen naar toegankelijkheid, het beschikbaar houden ten aanzien van andere gebruikers en bijvoorbeeld het voorzien van aanvullende reglementen van wegbeheer;

Het aanleggen, beheren en onderhouden van de voornoemde infrastructuur behoort tot de basistaken van de overheid en vereist een coherent en doelmatig beheer en beleid, ook naar eventuele aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden toe. Van de desbetreffende weginfrastructuur dient onder alle omstandigheden een veilig en doelmatig gebruik te kunnen worden gemaakt. Dit kan enkel indien de wegbeheerder zelf kan instaan voor de realisatie en het beheer ervan.

Een zo eenduidig mogelijke grondpositie kan en moet de goede uitoefening van de publieke beheerstaken waarborgen, onder meer naar onderhoud, verlenen van vergunningen, advisering in het kader van omgevingsvergunningen, aansprakelijkheden enz.

Kortom, de nood aan een globale, consequente en duurzame ontwikkeling met het oog op het inpassen ervan in een ruimer functionerend geheel evenals de aandacht voor een specifieke kwalitatieve ruimtelijke en architecturale ontwikkeling en het feit dat het om publieke openbare voorzieningen gaat, leidt ertoe dat zelfrealisatie in casu uitgesloten is en de onteigeningsnoodzaak ook daardoor des te meer vast staat.

2.2 Noodzaak voor wat betreft het voorwerp van de onteigening

Uit de projectnota die werd opgemaakt door Anteagroup op 1 juni 2020 is komen vast te staan een inrichtingsprofiel met een dubbele gracht (open gracht aan de beide straatzijden)  een erg grote ruimtelijke impact heeft binnen de beschikbare rooilijnbreedte. Ook dient thv. elke oprit de gracht overwelfd te worden, waardoor de gracht aan de zijde met veel woningen veel minder interessant is. Voor de aanleg van nutsleidingen (en realiseren huisaansluitingen nutsleidingen) en openbaar groen, het onderhoud van private inrichtingen en aanplantingen thv de rooilijn en het realiseren van de wegversmallingen is dit typeprofiel aldus minder interessant en zodoende niet weerhouden, temeer een gracht aan één zijde en het voorzien van verdiepte groenzones in het gekozen inrichtingsprincipe volstaan voor het voldoen aan de geldende bepaling en criteria omtrent de hemelwaterafvoer.

Er werden aldus verschillende scenario’s en alternatieven uitgewerkt waarbij de finaal weerhouden uitvoeringsvariant als meest positief naar voren bleek te komen om de onteigeningsdoelstelling zo adequaat mogelijk te kunnen realiseren en daarbij tevens de innemingen zo beperkt mogelijk te houden. Over de noodzaak van het voorwerp van de onteigening kan dan ook gezien de keuze genomen werd na afweging van de verschillende alternatieven geen discussie mogelijk zijn.

Onteigeningsplan

Het onteigeningsplan Kerremansstraat zoals opgemaakt door Studiebureau Anteagroup en laatst gewijzigd op 09.03.2021 bevat alle vereiste gegevens overeenkomstig artikel 11 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.

Dit onteigeningsplan wordt gevoegd als bijlage bij onderhavig besluit en maakt hier integraal deel van uit.

Projectnota

Overeenkomstig artikel 12 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 werd een projectnota opgemaakt.

Deze projectnota wordt gevoegd als bijlage bij onderhavig besluit en maakt hier integraal deel van uit.

Onderhandelingen

IGEAN zal namens de gemeente Rumst, die optreedt als onteigenende instantie, onderhandelingen voeren met al de te onteigenen partijen. De onderhandelingen die reeds voorafgaand de voorlopige vaststelling van het onteigeningsbesluit hebben plaats gevonden, hebben tot op heden niet het gewenste resultaat bereikt.

Na de vaststelling door de gemeenteraad van het voorlopig onteigeningsbesluit zal door de gemeente Rumst een laatste minnelijke onderhandelingspoging gedaan worden met de eigenaars van de overgebleven onroerende goederen 

IGEAN zal namens de gemeente Rumst, die optreedt als onteigenende instantie, aldus onderhandelingen voeren met al de nog te onteigenen partijen met als doel in eerste instantie een minnelijke verwerving na te streven.

De minnelijke onderhandelingstermijn wordt geraamd op 3 maanden. 

Deze termijn beoogt het kunnen voeren van volwaardige onderhandelingen om alsnog te komen tot een minnelijke verwerving. Voornoemde termijn werd bepaald in functie van de volgende concrete elementen van het project: omvang van de te onteigenen goederen (…), aard van de te onteigenen goederen (…), aantal in te nemen onroerende goederen (…) en alle andere factoren die de onderhandelingstermijn kunnen beïnvloeden (…). 

De minnelijke onderhandelingstermijn zal overeenkomstig artikel 15 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 aanvangen op de derde dag na de postdatum van de beveiligde zending waarmee de te onteigenen partijen op de hoogte worden gesteld van deze minnelijke onderhandelingstermijn.

Conclusie

Uit al het bovenstaande blijkt dat de onteigening aldus noodzakelijk is en het algemeen belang dient. Het onteigeningsdoel kan niet worden gerealiseerd indien niet alle innemingen in volle eigendom verworven zijn.

Het onteigeningsdoel kadert verder binnen de gemeentelijke aangelegenheden en binnen het gemeentelijk belang dat de gemeente Rumst dient ten uitvoer te leggen en te beheren en kadert binnen de rechtsplicht tot de realisatie van het rooilijnplan van de Kerremansstraat dat werd vastgesteld.

Om deze redenen is de verwerving van de (nog) niet minnelijk verworven onroerende goederen voor de heraanleg van de Kerremansstraat noodzakelijk en dringt de onteigening door de gemeente Rumst zich op van de onroerende goederen zoals afgebeeld op het onteigeningsplan Kerremansstraat zoals opgemaakt door Studiebureau Anteagroup en laatst gewijzigd op 09.03.2021 en aldaar nader omschreven in de tabel der innemingen.

Gelet op alle akten en overwegingen samengenomen.

Onteigeningsplan

Het onteigeningsplan Kerremansstraat zoals opgemaakt door Studiebureau Anteagroup en laatst gewijzigd op 03.03.2021 bevat alle vereiste gegevens overeenkomstig artikel 11 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.

Dit onteigeningsplan wordt gevoegd als bijlage bij onderhavig besluit en maakt hier integraal deel van uit.

Projectnota

Overeenkomstig artikel 12 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 werd een projectnota opgemaakt.

Deze projectnota wordt gevoegd als bijlage bij onderhavig besluit en maakt hier integraal deel van uit.

Onderhandelingen

De gemeente Rumst zal als onteigenende instantie onderhandelingen voeren met al de te onteigenen partijen. De onderhandelingen die reeds voorafgaand de voorlopige vaststelling van het onteigeningsbesluit hebben plaats gevonden, hebben tot op heden niet het gewenste resultaat bereikt.

Conclusie

Uit al het bovenstaande blijkt dat de onteigening aldus noodzakelijk is en het algemeen belang dient. Het onteigeningsdoel kan niet worden gerealiseerd indien niet alle innemingen in volle eigendom verworven zijn.

Het onteigeningsdoel kadert verder binnen de gemeentelijke aangelegenheden en binnen het gemeentelijk belang dat de gemeente Rumst dient ten uitvoer te leggen en te beheren en kadert binnen de rechtsplicht tot de realisatie van het rooilijnplan van de Kerremansstraat dat werd vastgesteld.

Om deze redenen is de verwerving van de (nog) niet minnelijk verworven onroerende goederen voor de heraanleg van de Kerremansstraat noodzakelijk en dringt de onteigening door de gemeente Rumst zich op van de onroerende goederen zoals afgebeeld op het onteigeningsplan Kerremansstraat zoals opgemaakt door Studiebureau Anteagroup en laatst gewijzigd op 03.03.2021 en aldaar nader omschreven in de tabel der innemingen.

Gelet op alle akten en overwegingen samengenomen.

Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 40 en 41;

Decreet Gemeentewegen van 3 mei 2019;

Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.

Rechtsgrond voor de onteigening

De onteigening wordt door de gemeente Rumst gevoerd overeenkomstig artikel 7, derde lid van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 juncto artikel 27 van het Decreet Gemeentewegen van 3 mei 2019.

Gemeenten kunnen immers tot onteigening overgaan in de gevallen waarin ze oordelen dat de onteigening noodzakelijk is voor de uitwerking van de infrastructuur of het beleid inzake de gemeentelijke aangelegenheden.

Meer in het bijzonder kan elke verwerving van onroerende goederen, vereist voor de aanleg, wijziging of verplaatsing van gemeentewegen en de realisatie van de rooilijnplannen, door onteigening tot stand worden gebracht.

De projectnota omschrijft de werkzaamheden waarvoor moet worden onteigend als volgt:

“Gelet dat tijdens het ontwerpproces is gebleken dat de buffering vooropgesteld door de randvoorwaarden niet kon behaald worden binnen het openbaar domein, zonder ondergrondse buffering (kunstwerk of kokers) te voorzien, is er beslist om een deel van de buffering te voorzien buiten de grenzen van openbaar domein. Dit onder de vorm van een open grachten (meerdere percelen).

[...]

Het projectgebied kenmerkt zich door een lage woningdensiteit. Nagenoeg alle woningen hebben een inpandige garage en/of oprit. Binnen het gebied heerst bovendien een lage parkeerdruk, waardoor het aantal te voorziene openbare parkeerplaatsen eerder kan beperkt worden en waardoor binnen de beschikbare rooilijnbreedte het mogelijk is om deze vrijkomende oppervlakte te benutten voor de bovengrondse hemelwateropvang door middel van een verlaagde groenstructuur. In deze open gracht worden op strategisch gekozen locaties knijp-constructies voorzien om het regenwater online maximaal te laten infiltreren en bufferen en vertraagd te lozen naar het afwaartse stelsel van grachten en waterlopen. Ter hoogte van deze constructies is ook een overstort voorzien om bij langdurige regenbuizen of bij buien met een grote retourperioden overtollig water te laten overstorten. 

Er wordt een spreiding van de regenwaterafvoer in de ruimere omgeving voorzien zodanig niet alle regenwater via de Kerremansstraat rechtstreeks in noordelijke richting zal worden afgevoerd naar de waterloop in de Molenstraat. 

[…]

Het regenwaterstelsel is tevens ontworpen uitgaande van een logische (vloei)hoekverbinding tussen gracht en overwelvingen zodat er geen overhoekse bochten in de RWA-riolering aanwezig zijn die de stroomsnelheid al sterk negatief beïnvloeden waardoor sedimentatie wordt vermeden of te veel opstuwing in het geval van zeer intense of langdurige neerslagbuien. 

De positie van de stuwconstructies en duikers / kopmuren werd afgestemd aan de ligging van de aanwezige nutsleidingen, zodoende maximaal netaanpassingen of conflicten tijdens de uitvoeringsfase vermeden worden. 

 Het ontwerp is opgebouwd met een minimum aan toezichtputten en met maximaal open constructies thv verbindingen. Deze zichtbare onderdelen zorgen voor een optimale visuele controle van het hemelwatersysteem waardoor de exploitatie eenvoudiger kan gebeuren en de risico’s op calamiteiten tot een absoluut minimum kunnen beperkt worden.

 […]

 Het gemeentebestuur van Rumst wenst van onderhavige rioleringswerken gebruik te maken om het openbare domein in de Kerremansstraat te verfraaien en her in te richten in nauw overleg met de bewoners. 

 Weginrichting Kerremansstraat 

 Doel : een vlotte, veilige en comfortabele doorgang voor de bussen van De Lijn en het realiseren van een vrijliggend dubbelrichtingsfietspad en een maximale afvoer van hemelwater via open grachten, Rijbaan voor dubbelrichtingsverkeer, 6,30m uitgewassen cementbeton met aan één zijde een goot van 30cm (westzijde) zoals afgestemd met De Lijn. 

Deze breedte staat het vlot passeren van auto’s en bussen toe.

 Om de rechtlijnigheid te breken en de snelheid te beheersen is op een aantal plaatsen in de Kerremansstraat een wegversmalling voorzien. Aan 1 zijde is er dan telkens een bredere berm die toelaat bomen aan te planten en eventueel een verdiepte berm te realiseren voor extra buffering en infiltratie hemelwater. De breedte en locaties van deze versmallingen werden afgestemd met de Lijn om een vlotte doorstroming van het busverkeer te garanderen. 

 Gelet op de veelvuldige aanwezigheid van door bewoners zelf aangelegd parkeerstroken in het bestaande wegbeeld worden er langsheen de Kerremansstraat een aantal parkeerstroken voorzien. Deze stroken zullen worden uitgevoerd in poreuze betonstraatstenen zodat het regenwater doorheen de verharding kan infiltreren naar de bodem. 

 Gelet er een veelvuldig gebruikt recreatief fietsnetwerk langsheen het projectgebied Kerremansstraat verloopt, en gelet het fietsen in landelijk gebied hier aan de orde is, gelet fietsverkeer jaarlijks toeneemt, en gelet het fietsen en de fietsveiligheid dient gestimuleerd te worden vanuit de te realiseren infrastructuur en gelet het ruimtelijk perfect inpasbaar is, wordt er een vrijliggend dubbelrichtingsfietspad aangelegd van 2,50m breed, gescheiden van de rijweg door middel van een groenzone van 70cm met een aangeplante haag. Aan de zijde van de rooilijn wordt een groenberm voorzien van 0,50m als extra bufferzone tussen de erfontsluitingen en het fietspad. 

 Voor de verharding van het fietspad is geopteerd voor het gebruik van rode gewassen betonstraatstenen, dit volgens de eis van de nutsmaatschappijen ifv. mogelijke latere opbraak- en herstelwerkzaamheden voor werken aan hun installaties. Voor de inritten worden poreuze betonstraatstenen toegepast zodat het regenwater dat op de inritverhardingen valt naar de bodem kan infiltreren.

 Open en natuurlijke gracht aan 1 zijde (oostkant), gescheiden van rijbaan door groenberm van minimaal 50cm, maximaal open structuur. 

 De nieuwe weginrichting voorziet om het openbaar domein maximaal te ontharden ten voordele van verlaagde groenzones die regenwater kunnen capteren. 

 Inritten te uniformiseren wat betreft materiaalgebruik en breedte zodat de lengte van de overwelvingen maximaal beperkt wordt tot de noodzakelijke inritbreedte en zodat deze eveneens voor de belendende percelen uniform wordt gemaakt. Er zijn enkele woningen waar er 2 inpandige garages aanwezig zijn. Voor dez In de vrij rechte delen van de rijbaan wordt er sneller gereden dan toegelaten (goede zichtbaarheid, geen flankerende inrichtingen, lage intensiteiten). Om de snelheid te remmen kan er voor gekozen worden om snelheid flankerende maatregelen te implementeren dmv wegversmallingen rijbaan, verticale groenstructuren thv deze wegversmallingen. 

In het licht van het voorgaande blijkt onmiskenbaar dat de beoogde heraanleg van de Kerremansstraat met aanleg van een veilige fietsinfrastructuur kadert binnen de gemeentelijke aangelegenheden.

De onteigening voor de realisatie van de heraanleg van de Kerremansstraat kan aldus worden gevoerd door de gemeente Rumst op basis van artikel 7, derde lid van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 juncto artikel 27 van het Decreet Gemeentewegen van 3 mei 2019.

In functie van de heraanleg van de Kerremansstraat met een veilige fietsinfrastructuur en waterbufferende elementen dient de rooilijn van de openbare wegenis te worden verbreed.

Huidige toestand Kerremansstraat

De rijbaan van de Kerremansstraat waarrond het projectgebied zich situeert is een asfaltbaan met een breedte van ongeveer 5,60m. De bitumineuze verharding bevindt zich in matige tot goede staat. Vooral aan de zijkanten bevindt zicht ernstige schade door het afbrokkelen van de weg omwille van de nabijheid van de grachten. Het snelheidsregime is 50 km/u, de verkeersafwikkeling in dubbelrichtingsverkeer over de volledige lengte. 

De rijbaan heeft een smal profiel, waardoor het moeilijk is voor voertuigen om elkaar te passeren. Zeker indien er gekruist dient te worden met bussen en landbouwvoertuigen. Hierdoor verhoogt de kans op randschade. Verder kent de Kerremansstraat een vrij recht tracé, zonder wegversmallingen, waardoor er sneller (soms ook té snel) kan gereden worden indien er geen tegenligger is. 

Doorheen het projectgebied lopen busroutes van de Lijn, buslijn 132 Boom-Kontich-Lier en lijn 182 Boom-Aartselaar-Antwerpen. 

Langsheen de weg zijn verhardingen aangelegd door bewoners ifv het parkeren. 

De weg heeft het karakter van een landbouwweg die door de aangelanden kan gebruikt worden om hun percelen te bereiken (landbouwpercelen, woningen), doch wordt deze verbinding gebruikt door heel wat verkeer als sluiproute naar en van het centrum van Boom, Terhagen, de wijk Bosstraat (Boom) en A12, gelet dit een kortere rijroute is dan via de Molenstraat – Kerremansstraat.

Er zijn langsheen de Kerremansstraat geen voetpaden aanwezig. Fietsaangelegenheden zijn er onder de vorm van twee fietssuggestiestroken op de rijbaan. De Kerremansstraat is geselecteerd als alternatieve functionele fietsroute en wordt veelvuldig gebruikt door schoolgaande jeugd en door bezoekers aan het natuurgebied De Schorre.

Verder is aan de Kerremansstraat momenteel geen riolering aanwezig, hetzij zeer beperkt thv de aansluiting aan het kruispunt met de Molenstraat. Zowel het afvalwater als het regenwater wordt geloosd in baangrachten die aan weerszijden van de straten aanwezig zijn, thv de woningen (aan de zuidkant vaak over grotere lengte) overwelfd. De overwelvingen verkeren in slechte staat, zijn ernstig aangeslibd en bestaan uit sterk different materiaal. Er zijn veelal ook geen kopmuren aan de duikeruiteinden aanwezig.

De baangrachten stromen noordelijk af in de richting van de Molenstraat en sluiten afwaarts thv het kruispunt Molenstraat aan op de overwelfde waterloop A.6.05. Molenbeek (2de Cat.). Deze waterloop stroomt vanaf het kruispunt ondergronds (ingebuisd) verder aan de zuidelijke kant van de Molenstraat in westelijke richting tot aan de overstortconstructie naar de open bedding van de waterloop. 

Er zijn geen lozingspunten van opwaartse collectieve rioleringssystemen. Verder zijn er geen zichtbare volwaardige rioleringsonderdelen in het projectgebied. Het afvalwater loost momenteel in het projectgebied in het oppervlaktewater.

In het kader van geplande infrastructuurwerken aan de Kerremansstraat is het noodzakelijk dat de bestaande gemeenteweg wordt verbreed. Een wijziging van de bestaande gemeentewegen waarbij de breedte wordt aangepast, dringt zich derhalve op.

Doelstellingen en principes van artikel 3 en artikel 4 van het Decreet Gemeentewegen

Teneinde de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen op haar grondgebied te vrijwaren en te verbeteren, en in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voorzien overeenkomstig artikel 3 van het Decreet Gemeentewegen beoogt de gemeente Rumst de heraanleg van de Kerremansstraat.

De gemeente Rumst wenst immers overeenkomstig artikel 3 van het Decreet Gemeentewegen een geïntegreerd beleid te voeren dat ondermeer gericht is op: 

1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau 

2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak. 

Het staat ontegensprekelijk vast dat overeenkomstig artikel 4 van het Decreet Gemeentewegen: 

1. de heraanleg en aldus de wijziging van het gemeentelijk wegennet ten dienste staat van het algemeen belang
2. de wijziging van de gemeentewegen afdoende wordt gemotiveerd
3. de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen in acht werd genomen 
4. de wijzigingen aan het wegennet worden beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief
5. bij de wijzigingen aan het wegennet door de heraanleg van de Kerremansstraat rekening werd gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder dat daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in gedrang worden gebracht  

Door de ontoereikende weg- fiets en afwateringsinfrastructuur dient de Kerremansstraat heraangelegd en verbreed te worden.

De gemeente Rumst wenst derhalve de Kerremansstraat volledig her in te richten met als doelstellingen:

• Voldoende brede rijweg creëren om kruisend verkeer mogelijk te maken zonder randschade en de bussen van de Lijn de nodige breedte te geven om elkaar te kunnen kruisen.
• De snelheid af te remmen door het aanbrengen van snelheidsremmende elementen zoals een verhoogd kruispunt ter hoogte van de ’s Herenbaan en het maken van wegversmallingen met groenelementen.
• Een veilige fietsinfrastructuur aan te leggen door een voldoende  breed dubbelrichtingsfietspad aan te leggen dat voldoet aan de randvoorwaarden voorgeschreven in het Vademecum Fietsvoorzieningen, opgemaakt door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap waarbij rekening wordt gehouden met een voldoende breedte en een tussenstrook tussen de rijweg en het fietspad.
• Voldoende parkeergelegenheid voorzien op openbaar domein.
• Het versterken van de landschappelijke integratie in deze uitgesproken landschappelijke omgeving door het aanbrengen van groenelementen onder de vorm van hoogstammige bomen en hagen. Tevens functioneren deze ook als snelheidsremmende elementen.
• Het voorzien van een gescheiden riolering gezien de afwezigheid momenteel van enige afvalwaterriolering.
• Voldoende ruimte te geven voor alle nutsleidingen die noodzakelijk zijn om alle woningen van het nodige comfort te voorzien.

De geplande werken zijn werken die ontegensprekelijk het algemeen nut dienen die zullen bijdragen tot:

- een grotere veiligheid en een hoger comfort voor de fietsers en voetgangers

- een uitbreiding en verfijning van het fietspaden-/fietswegennetwerk

- een herwaardering van de rijwegen voor het gemotoriseerd verkeer

- een volledig gescheiden rioolstelsel (2DWA-stelsel) (100% afkoppeling hemelwater afkomstig van verharde oppervlakten) 

De heraanleg van de Kerremansstrat met de aanleg van een veilige fietsverbinding  en gescheiden rioleringsstelsel is niet mogelijk binnen de huidige contouren van de rooilijn van de Kerremansstraat. Zodoende dient de bestaande wegenis te worden gewijzigd waarbij de wegenis dient te worden verbreed opdat o.m. in een veilige fietsinfrastructuur zou kunnen worden voorzien.

1. Verkeersveiligheid

Zoals reeds uit bovenstaande uiteenzetting is komen vast te staan dient de huidige rooilijn van de Kerremansstraat te worden verbreed om de straat te kunnen herinrichten zodat de herinrichting kan bijdragen tot de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de veiligheid en het comfort van de zwakke weggebruikers.

De rooilijn van de Kerremansstraat dient te worden verbreed zodat de Kerremansstraat op een veilige manier kan worden ingericht voor fietsers, met de aanleg van een vrijliggend dubbelrichtingsfietspad.

    2. Ontsluiting aangrenzende percelen 

De verbreding van de rooilijn brengt voor geen enkel perceel de ontsluiting naar het openbaar domein in het gedrang. 

De nieuwe weginrichting voorziet om het openbaar domein maximaal te ontharden ten voordele van verlaagde groenzones die regenwater kunnen capteren. 

Inritten zullen worden geüniformiseerd wat betreft materiaalgebruik en breedte zodat de lengte van de overwelvingen maximaal beperkt wordt tot de noodzakelijke inritbreedte en zodat deze eveneens voor de belendende percelen uniform wordt gemaakt. Er zijn enkele woningen waar er 2 inpandige garages aanwezig zijn. Voor deze woningen kan desgevallend 2m bijkomende duikerlengte worden voorzien.

    3. Gemeentegrensoverschrijdend perspectief

 N.v.t.

     4. Duurzame ontwikkeling 

De verbreding van de rooilijn van de Kerremansstraat in functie van de herinrichting van wegenis met bijzondere aandacht voor de veiligheid en het comfort van de zwakke weggebruiker komt tegemoet aan een duurzame ontwikkeling waarbij verplaatsingen per fiets en te voet gestimuleerd worden. Deze maatregelen dragen bij aan een modal-shift ten voordele van voetgangers en fietsers en het minder gebruik van de auto. Dit alles draagt bij aan minder luchtverontreiniging en een gezondere verplaatsingswijze.

Tevens is het oplossen van de wateroverlastproblematiek op verschillende locaties binnen de gemeente een prioriteit. Het aanleggen van buffergrachten moeten de wateroverlast in de Molenstraat en bij uitbreiding op andere locaties in de omgeving mee helpen oplossen voor zowel de huidige als de toekomstige generaties. Tevens moeten nutsleidingen voldoende ruimte krijgen buiten de rijweginfrastructuur om aansluitingen en eventuele storingen te kunnen uitvoeren/oplossen. 

Er kan derhalve worden besloten dat met de in het voorliggende rooilijnplan beoogde realisatie van de heraanleg van de Kerremansstraat door de wijziging van de bestaande wegenis  zodoende tegemoet wordt gekomen aan de doelstellingen en principes zoals vermeld in artikel 3 en 4 van het Decreet houdende gemeentewegen van 3 mei 2019. 

Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017

Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 waarbij overeenkomstig artikel 11, § 1 de ligging en de breedte van gemeentewegen worden vastgelegd in gemeentelijke rooilijnplannen zodat de wijziging van bestaande gemeentewegen zodoende de opmaak vereisen van rooilijnplannen.

Openbaar onderzoek

Het voorlopig vast te stellen rooilijnplan dient overeenkomstig artikel 17, § 2 van het Decreet Gemeentewegen door het College van Burgemeester en Schepenen onderworpen te worden aan een openbaar onderzoek van ten minste 30 dagen dat dient gehouden te worden na de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan door de Gemeenteraad. 

Gezien aan dit rooilijnplan tevens een onteigeningsplan zal gekoppeld worden, voorziet het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 in artikel 31 een samenloop van de onteigeningsprocedure met de rooilijnprocedure waardoor het openbaar onderzoek over het voorlopig vastgestelde rooilijnplan volledig gealigneerd wordt en gelijktijdig met het openbaar onderzoek over het voorlopig vast te stellen onteigeningsbesluit wordt gehouden. Hierdoor wordt niet alleen tijdswinst geboekt maar wordt vooral alle informatie in één beweging ter beschikking gesteld aan de burger. 

Na het openbaar onderzoek zal het dossier opnieuw worden voorgelegd aan de Gemeenteraad met de resultaten van het openbaar onderzoek, waarna door de gemeenteraad standpunt over de bezwaren en opmerkingen zal kunnen worden ingenomen en zal de Gemeenteraad vervolgens al of niet  besluiten tot de definitieve vaststelling van het rooilijnplan.

Onteigeningsdoel is van algemeen nut :  heraanleg Kapelstraat 

In 2010 werd door D+A Consult in opdracht van de gemeente Rumst een Mobiliteitsplan opgemaakt waarbij ondermeer de herinrichting van de Kapelstraat centraal staat (p. 8-9).

Immers, door de grote intensiteit van het auto-, vracht- en fietsverkeer tussen de dorpskernen van Rumst en Boom en de slechte zichtbaarheid aan het kruispunt met de Polder en de Kapelstraat dient de Kapelstraat heraangelegd en verbreed te worden.

De gemeente streeft ernaar om volgende missing links in het fietsroutenetwerk te realiseren (p. 24 Mobiliteitsplan):

• Aanleg fietspad Clemenshoek
• Aanleg dubbelrichtingfietspad Kapelstraat
• Realiseren fietsinfrastructuur Kerremansstraat
• Realiseren fietsverbinding tussen Reet en Terhagen

Op het gedeelte van de Kapelstraat tussen de Pompstraat en de gemeentegrens met Boom ontbreken momenteel fietsvoorzieningen. Deze weg heeft een belangrijke verbindende functie tussen Terhagen en Boom, ook voor het fietsverkeer. Tussen de rotonde aan de Korte Veerstraat en de Pompstraat ligt al een fietspad. Dit zal doorgetrokken worden tot aan de gemeentegrens met Boom. Hieraan gekoppeld kan onderzocht worden of een fietsverbinding naar Kerkenhoek gerealiseerd kan worden (p. 30 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Rumst - terug te vinden op de gemeentelijke website: https://www.rumst.be/product/382/gemeentelijk-ruimtelijk-structuurplan-grs).

De gemeente Rumst wenst derhalve het gedeelte tussen de Pompstraat en de gemeentegrens met Boom volledig her in te richten met als doel:

- de verkeersveiligheid en het comfort voor voetgangers en fietsers te verbeteren

- het kruispunt en de bocht ter hoogte van de Polder verkeerstechnisch veiliger te maken

- de fietsrouteverbinding op het grondgebied Rumst te vervolledigen en af te werken. 

Het doel van de onteigening is de heraanleg van de Kapelstraat met een gescheiden dubbelrichtingsfietspad aan de noordkant van de straat.  Samen met deze werken zal een gescheiden rioleringsstelsel worden aangelegd. 

De geplande werken zijn werken die ontegensprekelijk het algemeen nut dienen die zullen bijdragen tot:

- een grotere veiligheid en een hoger comfort voor de fietsers en voetgangers

- een uitbreiding en verfijning van het fietspaden/fietswegennetwerk

- een herwaardering van de rijwegen voor het gemotoriseerd verkeer

Het betreffen aldus infrastructuurwerken die kaderen binnen de wegeninfrastructuur waarbij het zelfs in het algemeen belang is dat de overheid deze ook zelf ontwikkelt. De realisatie van zulke infrastructuurwerken behoort nu eenmaal tot de basistaken van de overheid. Met de onteigening wordt aldus ontegensprekelijk de noodzakelijke realisatie van een doelstelling van algemeen nut mogelijk gemaakt.

In het licht van al het voormelde staat aldus onmiskenbaar vast dat het onteigeningsdoel van algemeen nut is.

Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 40 en 41;

Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019;

Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 en op het uitvoeringsbesluit van 27 oktober 2017.

Rechtsgrond voor de onteigening

De onteigening wordt door de gemeente Rumst gevoerd overeenkomstig artikel 7, derde lid van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 juncto artikel 27 van het Decreet Gemeentewegen van 3 mei 2019.

Gemeenten kunnen immers tot onteigening overgaan in de gevallen waarin ze oordelen dat de onteigening noodzakelijk is voor de uitwerking van de infrastructuur of het beleid inzake de gemeentelijke aangelegenheden.

Meer in het bijzonder kan elke verwerving van onroerende goederen, vereist voor de aanleg, wijziging of verplaatsing van gemeentewegen en de realisatie van de rooilijnplannen, door onteigening tot stand worden gebracht.

De projectnota omschrijft de werkzaamheden waarvoor moet worden onteigend als volgt:

“De gemeente Rumst wenst de Kapelstraat volledig her in te richten, met aanleg van een volledige en veilige fietsverbinding tussen de dorpskernen van Terhagen en Boom. 

[…]

a) Projectdoelstelling & visie en ambitie van het project

De gemeente Rumst wenst het gedeelte tussen de Pompstraat en de gemeentegrens met Boom volledig her in te richten met als doel:

- de verkeersveiligheid en het comfort voor voetgangers en fietsers te verbeteren

- het kruispunt en de bocht ter hoogte van de Polder verkeerstechnisch veiliger te maken

- de fietsrouteverbinding op het grondgebied Rumst te vervolledigen en af te werken.

De geplande werken worden conform het reeds gerealiseerde gedeelte tussen de Korte Veerstraat en de Pompstraat aangelegd nl.:

- een rijweg in asfalt met een breedte van 6,60 m, goten inbegrepen

- een dubbelrichtingsfietspad in rode betonstraatstenen met een breedte van +/- 2,50 m langs de noordzijde van de Kapelstraat. Dit fietspad sluit op termijn aan op het dubbelrichtingsfietspad dat langs de noordzijde van de Kapelstraat voorzien is in Boom en kadert in het “Provinciale functionele fietsenroutenetwerk”

- een voetpad in grijze betonstraatstenen met een variabele breedte langs de noordzijde tussen de Pompstraat en de Polder.

- langs de zuidzijde van de Kapelstraat wordt enkel een groene berm voorzien met variabele breedte in functie van nutsleidingen.

De geplande werken zijn werken van openbaar nut die bijdragen tot:

- een grotere veiligheid en een hoger comfort voor de fietsers en voetgangers

- een uitbreiding en verfijning van het fietspaden/fietswegennetwerk

- een herwaardering van de rijwegen voor het gemotoriseerd verkeer

b) Bindende doelstellingen/project- en inrichtingsvereisten

Om tot een veilige en comfortabele inrichting van de secundaire wegen te komen heeft de Vlaamse Overheid richtlijnen uitgeschreven die vastgelegd werden in de vademecums “veilige wegen en kruispunten” en “fietsvoorzieningen”. Daarnaast wordt rekening gehouden met de richtlijnen die geadviseerd worden in CROW (kennisinstituut voor infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer, en werk en veiligheid).

Dit houdt onder andere in dat:

- de rijstroken minimum 3,0m breed moeten zijn,

- in de bocht de rijbaan verbreed moet worden en in verkanting wordt aangelegd

- de breedte dubbelrichtingsfietspaden minimum 2,50m moet zijn

- er de voorkeur is voor vrij liggende fietspaden”

In het licht van het voorgaande blijkt onmiskenbaar dat de beoogde heraanleg van de Kapelstraat met aanleg van een veilige en volledige fietsverbinding tussen de dorpskernen van Terhagen en Boom kadert binnen de gemeentelijke aangelegenheden.

De onteigening voor de realisatie van de heraanleg van de Kapelstraat kan aldus worden gevoerd door de gemeente Rumst op basis van artikel 7, derde lid van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 juncto artikel 27 van het Decreet Gemeentewegen van 3 mei 2019.

Omschrijving van de te onteigenen goederen

De onteigening streeft de verwerving na van onroerende goederen gelegen op het grondgebied van de gemeente Rumst waarbij de onteigening de realisatie van de heraanleg van de Kapelstraat mogelijk moet maken en dit overeenkomstig het rooilijnplan 20210303-RUM004.01-F5-RL01 zoals voorlopig goedgekeurd door de gemeenteraad op 25/03/2021.

De onroerende goederen die dienen te worden verworven, zijn bedoeld om de Kapelstraat volledig her in te richten met de aanleg van een volledige en veilige fietsverbinding tussen de dorpskernen van Terhagen en Boom. In 2012 werd het deel van de Kapelstraat tussen de Korte Veerstraat en de Pompstraat verbreed en heraangelegd, waarbij er langs de noordkant van de weg een gescheiden fietspad werd aangelegd en de breedte van het openbaar domein op minstens 15 meter werd gebracht.

Opdat een volledige fietsverbinding kan worden gerealiseerd tussen de dorpskernen van Terhagen en Boom dient de wegverbreding en het fietspad te worden doorgetrokken tot aan de grens met de gemeente Boom, dat kadert in het “Provinciale functionele fietsenroutenetwerk” en instaat voor een veilige en comfortabele fietsverbinding tussen beide dorpskernen. 

Het gedeelte van de Kapelstraat tussen de Korte Veerstraat en de Pompstraat werd reeds volledig heraangelegd. Het gedeelte van de Kapelstraat tussen de Pompstraat en de gemeentegrens met Boom is nog niet heringericht. De voorgenomen onteigening van (delen van) percelen moet de beoogde herinrichting derhalve mogelijk maken.

De bedoelde onroerende goederen zijn met een gele tint aangeduid op het hierbij horende ondertekende onteigeningsplan 20210303-RUM004.01-F5-ONT01 en meer in het bijzonder betreft het de volgende percelen:

Aanduiding onteigenende instantie

Art. 6, 1° van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 bepaalt dat de gemeenten bevoegd zijn om tot onteigening over te gaan:

“De volgende instanties zijn bevoegd om tot onteigening over te gaan: 1° de Vlaamse Regering, het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de gemeenten en de provincies;”

In het licht van de doelstellingen zal de gemeente Rumst ter realisatie van de heraanleg van de Kapelstraat met aanleg van een dubbelrichtingfietspad zodoende optreden als onteigenende instantie.

 Motivering van de onteigeningsnoodzaak

1 Noodzaak van het onteigeningsdoel

De noodzaak van het onteigeningsdoel is evident aanwezig. Door de grote intensiteit van het auto-, vracht- en fietsverkeer tussen de dorpskernen van Rumst en Boom en de slechte zichtbaarheid aan het kruispunt met de Polder en de Kapelstraat dient de Kapelstraat heraangelegd en verbreed te worden. 

Opdat de Kapelstraat van een dubbelrichtingfietspad zou kunnen worden voorzien dient de gemeente van de betrokken aanpalende eigenaars de nodige stroken grond te verwerven. Slechts dan kan de huidige rooilijn worden verbreed en kunnen de werken uitgevoerd worden.

Door de heraanleg van de Kapelstraat met een veilige fietsverbinding  wordt een betere verkeersleefbaarheid en een betere verkeersveiligheid nagestreefd zodat zeker een veilig verkeer kan worden gewaarborgd aan de zwakke weggebruikers.

Het onteigeningsdoel kan verder ook enkel maar worden bereikt middels onteigening. Er bestaat redelijkerwijze geen alternatief voor het gebruik van de onteigeningsdwang.

Binnen het projectgebied moeten verschillende onroerende goederen strikt noodzakelijk in volle eigendom worden verworven om niet alleen een integrale en geïntegreerde realisatie van de heraanleg van de Kapelstraat maar vervolgens ook een duurzaam beheer en onderhoud daarvan mogelijk te maken.

Op het onteigeningsplan 20210303-RUM004.01-F5-ONT01 worden aangeduid welke onroerende goederen noodzakelijk dienen verworven te worden om het project te kunnen realiseren. De te onteigenen onroerende goederen zijn nodig om volgende redenen, waarbij alle projectonderdelen ondergebracht kunnen worden binnen de realisatie van de aanleg van de weginfrastructuur en de daarmee onlosmakelijk verbonden ingrepen

Het gedeelte tussen de Pompstraat en de gemeentegrens met Boom wordt volledig heringericht met: 

- een rijweg in KWS verharding met een breedte van 6,60 m, goten inbegrepen. In de bocht tussen Polder en Pompstraat krijgt de weg een overbreedte in functie van het kruisen van voertuigen in de bocht.

- een dubbelrichtingsfietspad in rode betonstraatstenen met een breedte van +/- 2,50 m langs de noordzijde van de Kapelstraat. Dit fietspad sluit op termijn aan op het dubbelrichtingsfietspad dat langs de noordzijde van de Kapelstraat voorzien is in Boom en kadert in het Provinciaal functionele fietsroutenetwerk.

- een voetpad in grijze betonstraatstenen met een variabele breedte langs de noordzijde tussen de Pompstraat en de Polder. 

- langs de zuidzijde van de Kapelstraat wordt enkel een groene berm voorzien met een variabele breedte in functie van nutsleidingen.

De straat Molleveld wordt heraangelegd als een erf met een bestrating van gevel tot gevel zonder verhoogde voetpaden. Voor de heraanleg van Molleveld zijn geen innemingen noodzakelijk.

Om al deze weginfrastructuurwerken te kunnen realiseren en nadien het onderhoud en het beheer daarvan duurzaam te kunnen blijven garanderen is de gedwongen verwerving van de op het onteigeningsplan aangeduide innemingen noodzakelijk. Zonder de verwerving van deze onroerende goederen in volle eigendom kunnen de projectdoelstellingen niet gerealiseerd worden

2 Noodzaak van de onteigening als middel en het voorwerp van de onteigening

2.1 Noodzaak van de onteigening als middel

Het onteigeningsplan nr. 20210303-RUM004.01-F5-ONT01 duidt aan welke onroerende goederen noodzakelijk in volle eigendom dienen te worden verworven om het project te kunnen realiseren. 

Eens de gemeente de wijziging van de gemeenteweg heeft vastgesteld rust op de gemeente overeenkomstig artikel 26, § 1 van het Decreet Gemeentewegen van 3 mei 2019 ook de rechtsplicht om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van deze gemeenteweg overeenkomstig de in het Decreet Gemeentewegen van 3 mei 2019 opgenomen instrumenten en handhavingsmaatregelen.

Overeenkomstig artikel 26, § 3 van het Decreet Gemeentewegen van 3 mei 2019 geldt bij wijziging of verplaatsing van een bestaande gemeenteweg op privaat domein de definitieve vaststelling van het rooilijnplan, zoals bedoeld in artikel 17, §5, van dit Decreet als titel voor de vestiging van een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang.

Met het te realiseren rooilijnplan wordt de wijziging van een bestaande gemeenteweg vastgesteld waarbij de globale en coherente realisatie van het rooilijnplan uitsluitend verwezenlijkt kan worden door gedwongen eigendomsverwerving van de gehele wegbedding in volle eigendom door de wegbeheerder en dit ten einde een eigendomsversnippering en een lappendeken van verschillende eigendomsstructuren van de betrokken wegbedding te vermijden en kan het project dus niet gerealiseerd worden deels op basis van de vestiging van een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang op een wegbedding in private eigendom en anderdeels op basis van de verwerving van de wegbedding in volle eigendom.

Verder zullen door de noodzakelijk uit te voeren werken voor de wijziging van de bestaande gemeenteweg de eigendomsrechten met betrekking tot de wegbedding niet louter beperkt worden, maar worden ze ontnomen door de volledige noodzakelijke inlijving ervan in het openbaar domein na uitvoering van deze werken, zodat na afweging van belangen, het mede omwille van de globale en geïntegreerde realisatie en het complexe en ingrijpende karakter van de daarvoor noodzakelijke werken, het aangewezen is de eigenaars van de daarvoor noodzakelijke wegbedding onmiddellijk te vergoeden door middel van onteigening. Het is gewoonweg noodzakelijk voor de realisatie, het beheer en de verdere instandhouding van de weginfrastructuur dat de te verwerven wegbeddingen ook daadwerkelijk opgenomen zullen worden in het openbaar domein.

De verwerving van de wegbedding in volle eigendom over het volledige tracé van de Kapelstraat en straat Molleveld maakt aldus een noodzakelijke stap uit om eens de rooilijn en de gemeenteweg werd vastgesteld te kunnen voldoen aan de decretaal vooropgestelde rechtsplicht om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van deze gemeenteweg overeenkomstig het Decreet Gemeentewegen van 3 mei 2019. Uitsluitend middels verwerving van de wegbedding in volle eigendom kan de wegbeheerder de sluitende garantie bekomen dat de werken tot realisatie van de gemeenteweg ook effectief en op voortgezette wijze kunnen worden uitgevoerd en kan zo ook het duurzame gebruik en duurzaam functioneren en beheren van de gemeenteweg worden gegarandeerd.

Bovendien zijn er een veelheid aan te verwachten terreingebonden kosten, alsook dient een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd te worden in de gemeenteweg waarbij een private eigendomssituatie van de wegbedding niet aangewezen is zodat het ook om die reden noodzakelijk is voor de wegbeheerder dat de wegbedding in volle eigendom verworven wordt. Aldus kan de projectdoelstelling ook om deze reden uitsluitend door gedwongen onteigening worden gerealiseerd.

De onteigeningsnoodzaak als middel voor de realisatie van gemeentewegen blijkt verder ook uit het feit dat overeenkomstig artikel 24, § 4 van het Vlaams Onteigeningsdecreet de decreetgever in zulke gevallen uitdrukkelijk elk verzoek tot zelfrealisatie uitgesloten heeft.

Voor bepaalde infrastructuurwerken zoals openbare verkeerswegen, spoorwegen, haven- en waterweginfrastructuur is het ook volgens de decreetgever in het algemeen belang noodzakelijk dat de overheid deze zelf realiseert en ontwikkelt. De volgende zaken dienen volgens de decreetgever immers absoluut te worden vermeden:

• een versnipperde eigendomsstructuur;
• een lappendeken aan verantwoordelijkheden inzake onderhoud en herstel, wat immers zou leiden tot een groter risico op juridische conflicten zowel onderling als ten aanzien van derden;
• een probleem van coördinatie tussen de zelfrealisator en de aannemer die desgevallend door de overheid wordt aangesteld;
• een verzwakte positie ten aanzien van het gedwongen doen verplaatsen van nutsleidingen
• een gebrek aan een globale inrichting en een overkoepelend beheer en onderhoud;
• problemen naar toegankelijkheid, het beschikbaar houden ten aanzien van andere gebruikers en bijvoorbeeld het voorzien van aanvullende reglementen van wegbeheer;

Het aanleggen, beheren en onderhouden van de voornoemde infrastructuur behoort tot de basistaken van de overheid en vereist een coherent en doelmatig beheer en beleid, ook naar eventuele aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden toe. Van de desbetreffende weginfrastructuur dient onder alle omstandigheden een veilig en doelmatig gebruik te kunnen worden gemaakt. Dit kan enkel indien de wegbeheerder zelf kan instaan voor de realisatie en het beheer ervan.

Een zo eenduidig mogelijke grondpositie kan en moet de goede uitoefening van de publieke beheerstaken waarborgen, onder meer naar onderhoud, verlenen van vergunningen, advisering in het kader van omgevingsvergunningen, aansprakelijkheden enz.

Kortom, de nood aan een globale, consequente en duurzame ontwikkeling met het oog op het inpassen ervan in een ruimer functionerend geheel evenals de aandacht voor een specifieke kwalitatieve ruimtelijke en architecturale ontwikkeling en het feit dat het om publieke openbare voorzieningen gaat, leidt ertoe dat zelfrealisatie in casu uitgesloten is en de onteigeningsnoodzaak ook daardoor des te meer vast staat.

2.2 Noodzaak voor wat betreft het voorwerp van de onteigening

Uit de verantwoordingsnota die werd opgemaakt door IGEAN op 15 juli 2020 is komen vast te staan dat een verbreding aan de noordkant van de Kapelstraat niet mogelijk is, gezien er vanaf huisnummer 124 tot aan huisnummer 150 een rij van 11 woningen staat en de verwerving hiervan een grotere impact zou hebben dan de te verwerven grondstroken aan de zuidkant van de straat. Aan de zuidkant van de straat staan er buiten de te verwerven grondstroken geen andere constructies op het grondgebied van de gemeente Rumst

Het te onteigenen goed zoals aangeduid als inneming 12 op het onteigeningsplan is gelegen aan de buitenkant van een bocht aan het smalste punt van de Kapelstraat. Door deze verwerving vergroot de breedte van het openbaar domein van ongeveer 10 meter tot 15 meter, waardoor het gescheiden fietspad kan aangelegd worden. 

Er werden aldus verschillende scenario’s en alternatieven uitgewerkt waarbij de finaal weerhouden uitvoeringsvariant van het rooilijnplan als meest positief naar voren bleek te komen om de onteigeningsdoelstelling zo adequaat mogelijk te kunnen realiseren en daarbij tevens de innemingen zo beperkt mogelijk te houden. Over de noodzaak van het voorwerp van de onteigening kan dan ook gezien de keuze genomen werd na afweging van de verschillende alternatieven geen discussie mogelijk zijn.

Onteigeningsplan

Het onteigeningsplan 20210303-RUM004.01-F5-ONT01 bevat alle vereiste gegevens overeenkomstig artikel 11 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.

Dit onteigeningsplan wordt gevoegd als bijlage bij onderhavig besluit en maakt hier integraal deel van uit.

Projectnota

Overeenkomstig artikel 12 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 werd een projectnota opgemaakt.

Deze projectnota wordt gevoegd als bijlage bij onderhavig besluit en maakt hier integraal deel van uit.

Onderhandelingen

IGEAN zal namens de gemeente Rumst, die optreedt als onteigenende instantie, onderhandelingen voeren met al de te onteigenen partijen. De onderhandelingen die reeds voorafgaand de voorlopige vaststelling van het onteigeningsbesluit hebben plaats gevonden, hebben tot op heden niet het gewenste resultaat  bereikt.

Na de vaststelling door de gemeenteraad van het voorlopig onteigeningsbesluit zal door de gemeente Rumst een laatste minnelijke onderhandelingspoging gedaan worden met de eigenaars van de overgebleven onroerende goederen 

IGEAN zal namens de gemeente Rumst, die optreedt als onteigenende instantie, aldus onderhandelingen voeren met al de nog te onteigenen partijen met als doel in eerste instantie een minnelijke verwerving na te streven.

De minnelijke onderhandelingstermijn wordt geraamd op 3 maanden. 

Deze termijn beoogt het kunnen voeren van volwaardige onderhandelingen om alsnog te komen tot een minnelijke verwerving. Voornoemde termijn werd bepaald in functie van de volgende concrete elementen van het project: omvang van de te onteigenen goederen (…), aard van de te onteigenen goederen (…), aantal in te nemen onroerende goederen (…) en alle andere factoren die de onderhandelingstermijn kunnen beïnvloeden (…).

De minnelijke onderhandelingstermijn zal overeenkomstig artikel 15 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 aanvangen op de derde dag na de postdatum van de beveiligde zending waarmee de te onteigenen partijen op de hoogte worden gesteld van deze minnelijke onderhandelingstermijn.

Conclusie

Uit al het bovenstaande blijkt dat de onteigening aldus noodzakelijk is en het algemeen belang dient. Het onteigeningsdoel kan niet worden gerealiseerd indien niet alle innemingen in volle eigendom verworven zijn.

Het onteigeningsdoel kadert verder binnen de gemeentelijke aangelegenheden en binnen het gemeentelijk belang dat de gemeente Rumst dient ten uitvoer te leggen en te beheren en kadert binnen de rechtsplicht tot de realisatie van het rooilijnplan van de Kapelstraat en Molleveld dat werd vastgesteld.

Om deze redenen is de verwerving van de (nog) niet minnelijk verworven onroerende goederen voor de realisatie van het rooilijnplan noodzakelijk en dringt de onteigening door de gemeente Rumst zich op van de onroerende goederen zoals afgebeeld op het onteigeningsplan nr. 20210303-RUM004.01-F5-ONT01 en aldaar nader omschreven in de onteigeningstabel.

Gelet op alle akten en overwegingen samengenomen.

Doelstellingen en principes van artikel 3 en artikel 4 van het Decreet Gemeentewegen

Teneinde de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen op haar grondgebied te vrijwaren en te verbeteren, en in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voorzien overeenkomstig artikel 3 van het Decreet Gemeentewegen beoogt de gemeente Rumst de heraanleg van de Kapelstraat (gedeelte Pompstraat – gemeentegrens met Boom) en Molleveld.  

De gemeente Rumst wenst immers overeenkomstig artikel 3 van het Decreet Gemeentewegen een geïntegreerd beleid te voeren dat onder meer gericht is op: 

1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau; 

2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak. 

Het staat ontegensprekelijk vast dat overeenkomstig artikel 4 van het Decreet Gemeentewegen: 

1. de heraanleg en aldus de wijziging van het gemeentelijk wegennet ten dienste staat van het algemeen belang;
2. de wijziging van de gemeentewegen afdoende wordt gemotiveerd;
3. de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen in acht werd genomen; 
4. de wijzigingen aan het wegennet worden beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5. bij de wijzigingen aan het wegennet door de heraanleg van de Kapelstraat en Molleveld rekening werd gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder dat daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in gedrang worden gebracht.   

Door de grote intensiteit van het auto-, vracht- en fietsverkeer tussen de dorpskernen van Rumst en Boom en de slechte zichtbaarheid aan het kruispunt met de Polder en de Kapelstraat dient de Kapelstraat heraangelegd en verbreed te worden. 

De gemeente Rumst wenst de Kapelstraat derhalve te voorzien van veilige fietsvoorzieningen met de bedoeling: 

• de verkeersveiligheid en het comfort voor voetgangers en fietsers te verbeteren;
• het kruispunt en de bocht ter hoogte van de Polder verkeerstechnisch veiliger te maken;
• de fietsrouteverbinding op het grondgebied Rumst te vervolledigen en af te werken. 

De heraanleg van de Kapelstraat beoogt een gescheiden dubbelrichtingsfietspad aan de noordkant van de straat.  Samen met deze werken zal een gescheiden rioleringsstelsel worden aangelegd.  

De heraanleg van de Kapelstraat met de aanleg van een veilige fietsverbinding en de heraanleg van Molleveld is niet mogelijk binnen de huidige contouren van de rooilijn van de Kapelstraat en Molleveld. Zodoende dient de bestaande wegenis te worden gewijzigd waarbij de wegenis dient te worden verbreed opdat o.m. in een veilige fietsinfrastructuur zou kunnen worden voorzien. 

    1. Verkeersveiligheid 

Zoals reeds uit bovenstaande uiteenzetting is komen vast te staan dient de huidige rooilijn van de Kapelstraat en Molleveld te worden verbreed om de straten te kunnen herinrichten zodat de herinrichting kan bijdragen tot de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de veiligheid en het comfort van de zwakke weggebruikers. 

De rooilijn van de Kapelstraat dient te worden verbreed zodat de Kapelstraat op een veilige manier kan worden ingericht voor fietsers, met de aanleg van een dubbelrichtingsfietspad aan de noordzijde van de straat. Dit fietspad zal op termijn aantakken op het nog aan te leggen dubbelrichtingsfietspad in de gemeente Boom. 

De rooilijn van Molleveld dient eveneens te worden verbreed en zal samenvallen met de gevelbouwlijn van de woningen. Dit laat toe om deze straat op een veilige manier in te richten als een zone 30 met een erfachtige aanleg, met een gemengd gebruik door voetgangers, fietsers en auto’s.

    2. Ontsluiting aangrenzende percelen

De verbreding van de rooilijnen brengt voor geen enkel perceel de ontsluiting naar het openbaar domein in het gedrang. 

De Kapelstraat is tussen de Korte Veerstraat en de Pompstraat reeds volledig heringericht volgens de nieuwe rooilijn, met behoud van de ontsluiting van de aangrenzende percelen naar het openbaar domein. Tussen de Polder en de gemeentegrens met Boom wordt de rooilijn verbreed op gronden in eigendom van openbare besturen, ten zuiden in eigendom van de gemeente Rumst en ten noorden in eigendom van de Vlaamse Waterweg. Deze gronden zijn lager gelegen dan de Kapelstraat en worden nu niet ontsloten naar het betreffende wegvak van de Kapelstraat. 

De verbreding van de rooilijn en de herinrichting van de wegenis wijzigt niets aan deze ontsluiting. 

Met de inname van lot 2 blijft de ontsluiting van perceel A423m naar het openbaar domein behouden.

Van het perceel A381g, eigendom van garage Van Lent, wordt lot 12 opgenomen binnen de rooilijn van de Kapelstraat. Dit perceel A381g wordt enkel ontsloten naar de Kapelstraat. 

Na onteigening van lot 12 blijft de ontsluiting naar de Kapelstraat gegarandeerd.

Met de verbreding van de rooilijn van Molleveld wordt de huidige openbare wegenis volledig opgenomen binnen de nieuwe rooilijnen.

    3. Gemeentegrensoverschrijdend perspectief

Het dubbelrichtingsfietspad in de Kapelstraat wordt aangelegd tot aan de gemeentegrens met Boom waar een overgang voorzien wordt naar de enkelrichtingsfietspaden in Boom. 

Op termijn zal de gemeente Boom het dubbelrichtingsfietspad in Rumst verder doortrekken. 

    4. Duurzame ontwikkeling

De verbreding van de rooilijnen van de Kapelstraat en Molleveld in functie van de herinrichting van wegenis met bijzondere aandacht voor de veiligheid en het comfort van de zwakke weggebruiker komt tegemoet aan een duurzame ontwikkeling waarbij verplaatsingen per fiets en te voet gestimuleerd worden. Deze maatregelen dragen bij aan een modal-shift ten voordele van voetgangers en fietsers en het minder gebruik van de auto. Dit alles draagt bij aan minder luchtverontreiniging en een gezondere verplaatsingswijze.

Er kan derhalve worden besloten dat met de in het voorliggende rooilijnplan beoogde realisatie van de heraanleg van de Kapelstraat en Molleveld door de wijziging van de bestaande wegenis  zodoende tegemoet wordt gekomen aan de doelstellingen en principes zoals vermeld in artikel 3 en 4 van het Decreet houdende gemeentewegen van 3 mei 2019. 

Openbaar onderzoek – Samenloop met onteigeningsprocedure

Het voorlopig vast te stellen rooilijnplan dient overeenkomstig artikel 17, §2 van het Decreet Gemeentewegen door het College van Burgemeester en Schepenen onderworpen te worden aan een openbaar onderzoek van ten minste 30 dagen dat dient gehouden te worden na de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan door de Gemeenteraad. 

Gezien aan dit rooilijnplan tevens een onteigeningsplan zal gekoppeld worden, voorziet het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 in artikel 31 een samenloop van de onteigeningsprocedure met de rooilijnprocedure waardoor het openbaar onderzoek over het voorlopig vastgestelde rooilijnplan volledig gealigneerd wordt en gelijktijdig met het openbaar onderzoek over het voorlopig vast te stellen onteigeningsbesluit wordt gehouden. Hierdoor wordt niet alleen tijdswinst geboekt maar wordt vooral alle informatie in één beweging ter beschikking gesteld aan de burger.   

Na het openbaar onderzoek zal het dossier opnieuw worden voorgelegd aan de Gemeenteraad met de resultaten van het openbaar onderzoek, waarna door de gemeenteraad standpunt over de bezwaren en opmerkingen zal kunnen worden ingenomen en zal de Gemeenteraad vervolgens al of niet te besluiten tot de definitieve vaststelling van het rooilijnplan.

Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017

Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 waarbij overeenkomstig artikel 11, §1 de ligging en de breedte van gemeentewegen worden vastgelegd in gemeentelijke rooilijnplannen zodat de wijziging van bestaande gemeentewegen zodoende de opmaak vereisen van rooilijnplannen.

In functie van de heraanleg van de Kapelstraat (gedeelte Pompstraat – gemeentegrens met Boom) en Molleveld dient de rooilijn van de openbare wegenis te worden verbreed. 

Het gedeelte van de Kapelstraat gelegen tussen de Pompstraat en de Korte Veerstraat werd reeds heringericht in 2012, het gedeelte van de Kapelstraat tussen de Pompstraat en de gemeentegrens met Boom is nog niet heringericht.

De Kapelstraat en Molleveld zijn in de Atlas der Buurtwegen opgenomen:

• de Kapelstraat als buurtweg 1 met een rooilijnbreedte variërend van 5,6 m tot 14 m
• Molleveld als voetweg 61 met een rooilijnbreedte van 1 m.

Het gedeelte van voetweg 61, gelegen ten noorden van Molleveld werd bij gemeenteraadsbesluit d.d. 19 september 2019 afgeschaft in functie van de opvulling en ophoging van de bestaande kleiputten.

Huidige toestand Kapelstraat en Molleveld

1. Kapelstraat

Het gedeelte van de Kapelstraat tussen de Korte Veerstraat en de Pompstraat is in 2012 volledig heringericht met:

- een rijweg in KWS verharding met een breedte van 6,60m, goten inbegrepen;

- een rotonde op het kruispunt Kapelstraat-Korte Veerstraat;

- een dubbelrichtingsfietspad in rode betonstraatstenen met een breedte van +/- 2,50 m aan de noordzijde van de Kapelstraat, voor het grootste gedeelte gescheiden van de rijweg door een parkeerstrook of een berm; 

- een voetpad in grijze betonstraatstenen met een variabele breedte langs de noordzijde van de Kapelstraat; 

- een groene berm langs de zuidzijde van de Kapelstraat voor nutsleidingen met enkel een parkeerstrook in grijze betonstraatstenen met een breedte van 2,20m en een bushalte ter hoogte van de Pompstraat aan de zuidkant van de Kapelstraat. 

Het gedeelte van de Kapelstraat tussen de Pompstraat en de gemeentegrens met Boom is nog niet heringericht. De wegenis tussen Pompstraat en Polder bestaat er uit:

- een rijweg in KWS met een breedte van +/- 7m; 

- éénzijdige fietssuggestiestroken in het geel geschilderd op de KWS verharding;

- een voetpad in grijze betontegels met een breedte van 1 à 1,5 m tegen de gevels van de bestaande woningen langs de noordzijde van de Kapelstraat, tussen de Pompstraat en de Polder;
 - een groene berm langs de zuidzijde van de Kapelstraat.

De wegenis tussen de Polder en de gemeentegrens met Boom bestaat uit:

- een rijweg in KWS met een breedte van +/- 7m;

- éénzijdige fietssuggestiestroken in het geel geschilderd op de KWS verharding;

- groene bermen langs beide kanten van de rijweg.

    2. Molleveld

De rijweg in KWS verharding heeft een breedte van +/- 3 m. De voetpaden in betontegels, gesitueerd langs beide zijden van de straat, hebben een breedte van +/- 1,2 m.

In het kader van geplande infrastructuurwerken tussen de Pompstraat en de gemeentegrens met Boom is het noodzakelijk dat de bestaande gemeentewegen worden verbreed. Een wijziging van de bestaande gemeentewegen waarbij de breedte wordt aangepast, dringt zich derhalve op.

Om als gemeenteraad op de hoogte te blijven van het verloop van de invoering van het Diftar-systeem licht de bevoegde schepen namens het college van burgemeester en schepenen een stand van zaken toe.

Volgens het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad kunnen raadsleden mondelinge vragen stellen aan de leden van het college van burgemeester en schepenen.

De gemeenteraad stelde in zitting van 23 mei 2019 de leden aan van de gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening voor de periode 2019-2024.

Bij schrijven van 7 februari 2021 deelt Natuurpunt Rupelstreek mee dat Maarten Wielandts, Lage Vosbergstraat 57/1 te Rumst afstand doet als plaatsvervangend lid in de GECORO voor Natuurpunt Rupelstreek.

Natuurpunt Rupelstreek stelt Patrick Smits, Tuinwijklaan 6 te Rumst voor als nieuw plaatsvervangend lid.

• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
• Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale, intergemeentelijke gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening