Terug
Gepubliceerd op 08/12/2020

2020_Com1_00003 - Rechtspositieregeling (RPR) - wijziging maart 2020 - Kennisneming

Commissie 1 2019-2024
di 05/05/2020 - 19:00 teams
Kennis genomen

Samenstelling

Aanwezig

Francy Van der Wildt, Marleen De Bruyn, Marc Van den Bogaert, Ilse Moons, Anny Van Aeken, Benjamin De Roeck, Jurgen Callaerts, Annelien Schoofs, Bart Peeters, Christine Jacobs, Marc Verrept, Wouter De Smedt, Veerle De Beuckeleer

Afwezig

Kenneth Heylen, Geert Antonio, Geert Van der Auwera, AndrĂ© Gielis, Bram Van Keer, Katusha Vervloesem, Axelle De Smet, Bart Claes, Raf De Schepper, Wendy Weckhuysen, Marc Verschueren, Els Devlies, Lieve Van Camp

Verontschuldigd

Christoph Marckx, Jarrik Peeters

Secretaris

Veerle De Beuckeleer
2020_Com1_00003 - Rechtspositieregeling (RPR) - wijziging maart 2020 - Kennisneming 2020_Com1_00003 - Rechtspositieregeling (RPR) - wijziging maart 2020 - Kennisneming

Motivering

Aanleiding en context

De rechtspositieregeling is de juridische basis voor alle rechten en plichten van de medewerkers van het gemeente- en OCMW- bestuur.

Aanbeveling drie vanuit de externe audit van de Vlaamse overheid op de instroom van medewerkers in 2017 stelt : "De organisatie stemt het instroombeleid af op de noden van de organisatie en concretiseert dit binnen het bredere kader van personeelsbeleid. Ze evalueert
tijdig de beleidsinstrumenten (bv. rechtspositieregeling) en stemt deze af op het instroombeleid."

De Vlaamse overheid bepaalt via het rechtspositiebesluit welke rechten en plichten voor de medewerkers van alle lokale besturen in de Vlaamse Gemeenschap geldt maar geeft ook ruimte voor een aantal thema's voor een lokale regeling. Met de inwerkingtreding van het decreet lokaal bestuur van 2017 werd een nieuwe rechtspositiebesluit vooropgesteld. Dit is nog niet uitgewerkt.

Naast het Vlaamse rechtspositiebesluit is ook de arbeidswetgeving of regelgeving met betrekking tot de arbeidsomstandigheden voor de rechtspositieregeling van belang.

In de rechtspositieregeling voor het personeel komen de volgende elementen aan bod:

  • de loopbaan met de selectie, opvolging en feedback, vorming
  • het mandaatstelsel, opdrachthouderschap en de waarneming van een hogere functie
  • de ambtshalve herplaatsing
  • het ontslag en uitdiensttreding
  • alle bepalingen in verband met het salaris,
  • de vergoedingen en toelagen
  • de verloven en afwezigheden

Argumentatie

Een organisatie zoals het gemeente- en OCMWbestuur van Rumst evolueert mee met de omgeving waarbinnen het bestuur werkt.  Het is aangewezen om de rechtspositieregeling op enkele elementen aan te passen aan de gewijzigde wetgeving en huidige noden, rekening houdend met de budgettaire mogelijkheden.

De keuzes met betrekking tot de rechten en plichten van medewerkers zijn verbonden met de visie en de concrete voorstellen opgenomen in het eerder goedgekeurde organisatieplan 2018-2020 en de hierop gebaseerde personeelsformatie en organogram.

Met het oog op een geïntegreerde werking van het OCMW- en gemeentebestuur werd aan het college een geïntegreerde rechtspositieregeling ter goedkeuring voorgelegd.

Een overzicht van de wijzigingen, met duiding van doelstelling en budgettaire impact, en een gecoördineerde versie zijn in bijlage opgenomen.

In de lijn van de doelstelling om medewerkers bij het beleid te betrekken, worden regelmatig informatieve personeelsrondes georganiseerd. Van zodra het college het ontwerp heeft goedgekeurd werden in maart alle personeelsleden per team uitgenodigd om een toelichting rond de gewijzigde rechtspositieregeling bij te wonen. Hierop kon met vragen stellen en suggesties formuleren.

De geviseerde wijzigingen aan de rechtspositieregeling werden voorgelegd op het vakbondsoverleg van 2 maart 2020 waarop de vakorganisaties hun advies uitbrengen.

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, met meer specifiek art. 186:

De gemeenteraad stelt de rechtspositieregeling vast van het gemeentepersoneel, die van rechtswege van toepassing is op het OCMW-personeel dat betrekkingen bekleedt die ook bestaan bij de gemeente. De gemeenteraad kan zijn bevoegdheid ook toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen (art. 57 DLB).

De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de rechtspositieregeling vast van het OCMW-personeel dat een betrekking bekleedt die niet bestaat bij de gemeente (het zogenaamde “specifiek” OCMW-personeel) en van de maatschappelijk werker die het OCMW minimaal in dienst moet hebben. Hierbij wordt de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel grotendeels overgenomen, mits de nodige aanpassingen volgens de minimale voorwaarden die de Vlaamse Regering vaststelt.

De raad voor maatschappelijk welzijn stelt ook de rechtspositieregeling van het personeel van de ‘bijzondere diensten en instellingen’ vast. In principe kan de raad voor deze personeelsleden een afwijkende rechtspositieregeling vaststellen, behalve wat de bezoldigingen en salarisschalen betreft. Ook de afwijkingen moeten de minimale voorwaarden vastgesteld door de Vlaamse Regering respecteren. De bevoegdheid van de raad kan worden toevertrouwd aan het vast bureau (art. 85 DLB).

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 7 december 2007.

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 23 november 2017 houdende de delegatie van bevoegdheden aan het college van burgemeester en schepenen;
Gelet op het positief advies van het managementteam;
Gelet op het overleg met de vakorganisaties tijdens het overlegcomité van 2 maart 2020.
Gelet op het protocol akkoord opgenomen in bijlage. 

Besluit

De commissie 1 2019-2024 beslist:

Artikel 1

neemt kennis van de in bijlage opgenomen rechtspositieregeling voor het gemeente- en OCMWbestuur met protocol van akkoord zoals goedgekeurd op het college van 30 maart 2020.