De toekomstig personeelsleden zweren bij een eedaflegging dat ze de verplichtingen van hun ambt trouw zullen na komen. Impliciet houdt dit ook in dat de ambtenaar moet handelen in overeenstemming met geschreven en ongeschreven waarden en normen die decretaal gedefinieerd worden.
Hierdoor is een eedaflegging op zich een onderdeel van het integriteitsbeleid. Om een integriteitsbeleid te kunnen realiseren is het van belang dat de ambtenaar zelf ook op de hoogte is van de deontologie, waarden en normen van het lokaal bestuur. Daarom wordt de indienstelling van nieuwe medewerkers gebruikt om inlichtingen te verschaffen over de waarden en normen van het lokaal bestuur. Vervolgens wordt onder volgende bewoordingen de eed afgelegd : “ik zweer de verplichtingen van mijn ambt trouw na te komen”.
De eedaflegging kan door de burgemeester gedelegeerd worden aan de algemen directeur.
Tijdens de afwezigheid van de algemeen directeur kan de taak van de eedaflegging worden gedelegeerd aan een plaatsvervanger.
Het decreet lokaal bestuur Artikel 187
Het decreet lokaal bestuur Artikel 179
de taak van de eedaflegging van de burgemeester wordt gedelegeerd aan de algemeen directeur.
de taak van eedaflegging kan bij afwezigheid van de algemeen directeur gedelegeerd worden aan een plaatsvervanger.