Het decreet lokaal bestuur bepaalt dat het organisatiebeheersingssysteem wordt vastgesteld door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam. Het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.
Doelstellingen, actieplannen en acties worden opgenomen binnen het meerjarenplan.
De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar.
Het overzicht in bijlage van de realisaties in 2019 en het uittreksel van het meerjarenplan met de geplande acties voor 2020 wordt aan de respectievelijke raden ter kennisgeving voorgelegd.
Met de kennisname van het tussentijds rapport intern organisatiebeheer staan mandatarissen en managementteam stil bij de werkorganisatie en haar noden in functie van het realiseren van hoofdstuk 5 - afdeling 1 van het decreet lokaal bestuur waarin bepalingen rond "organisatiebeheersing" werden opgenomen:
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
neemt kennis van het in bijlage opgenomen rapport intern organisatiebeheer 2019 en uittreksel uit het meerjarenplan 2020-2025 met de vooropgestelde doelstellingen, actieplannen en acties met betrekking tot het intern organisatiebeheer.