Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur zoals bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 22 december 2017 en verschenen in het Belgisch Staatsblad op 15 februari 2018, inzonderheid artikel 162 en de overgangsbepalingen zoals voorzien door DEEL 6, TITEL 2, HOOFDSTUK 2 (artikel 581 – artikel 589);
Overwegende dat het Decreet Lokaal Bestuur in een integratie van gemeente en OCMW voorziet met behoud van afzonderlijke rechtspersonen; dat de ambtelijke integratie zoals in dit decreet voorzien in de eerste plaats vorm zal krijgen door een eenduidige aansturing van het personeel in de nieuwe figuur van algemeen en financieel directeur die in de plaats treedt van de huidige gemeente- en OCMW-secretaris respectievelijk financieel beheerder van gemeente en OCMW;
Overwegende dat het Decreet Lokaal Bestuur in artikel 162 voorziet dat er in elke gemeente één algemeen en één financieel directeur aanwezig is die zowel de gemeente als het OCMW bedient, waarbij beide ambten worden uitgeoefend door personeelsleden van de gemeente;
Overwegende dat het Decreet Lokaal Bestuur een bijzondere overgangsregeling bevat om tijdig en uiterlijk tegen 1 augustus 2018 tot invulling van het ambt van algemeen en financieel directeur te komen; dat daarbij het belang van een tijdige, vlotte en transparante invulling wordt benadrukt;
Overwegende dat het overeenkomstig artikel 583 en 589 DLB aan de gemeenteraad toekomt om enerzijds de nieuwe financieel directeur aan te stellen en anderzijds de overblijvende functiehouder(s) aan te stellen in een adjunct- of passende functie;
Overwegende dat binnen de gemeente en het OCMW van Rumst het ambt van financieel beheerder van de gemeente en het ambt van financieel beheerder van het OCMW door verschillende personen wordt ingevuld;
Overwegende dat bijgevolg artikel 583, §2 van dit Decreet Lokaal bestuur van toepassing is, dat bepaalt:
“Als de titularis van het ambt van financieel beheerder van de gemeente en de titularis van het ambt van financieel beheerder van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient verschillende personen zijn, of als maar een van beide ambten ingevuld is, kan de gemeenteraad de titularissen, of, in voorkomend geval, de titularis oproepen om zich binnen dertig dagen kandidaat te stellen voor het ambt van financieel directeur. Na het verstrijken van de termijn, stelt het college van burgemeester en schepenen vast wie zich tijdig en ontvankelijk kandidaat heeft gesteld.
Als maar een van de personen, vermeld in het eerste lid, zich tijdig kandidaat heeft gesteld, wordt die persoon bij het verstrijken van de termijn om zich kandidaat te stellen, met behoud van zijn dienstverband van rechtswege aangesteld als financieel directeur bij de gemeente.
Als twee personen, vermeld in het eerste lid, zich tijdig kandidaat stellen, stelt de gemeenteraad uiterlijk op 1 augustus 2018 op basis van een systematische vergelijking van titels en verdiensten een van hen met behoud van zijn dienstverband aan als financieel directeur.
Als geen van de personen, vermeld in het eerste lid, zich tijdig kandidaat stelt of als de gemeenteraad geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, vult de gemeenteraad het ambt in door aanwerving of bevordering. De gemeenteraad stelt de voorwaarden vast voor het ambt van financieel directeur en stelt daarvoor de selectieprocedure vast. De financieel directeur wordt gekozen in functie van de functiebeschrijving met functieprofiel en competentievereisten en van de toetsing aan de voorwaarden.”
Overwegende dat artikel 583 DLB in de mogelijkheid voorziet om ofwel de zittende financieel beheerders op te roepen om zich kandidaat te stellen, ofwel ervoor kan opteren om onmiddellijk de nieuwe functie van financieel directeur open te stellen voor andere kandidaten en deze in te vullen bij wijze van aanwerving en/of bevordering;
Overwegende dat bijgevolg eerst de wijze van aanstelling dient te worden bepaald;
Overwegende dat het daarbij aangewezen wordt geacht om voor de invulling van het ambt in eerste instantie voorrang te verlenen aan de zittende functiehouders en deze zodoende op te roepen om zich hiervoor kandidaat te stellen;
Overwegende dat het immers aangewezen is om de huidige ervaring en expertise in de rol als leidinggevende ambtenaar te benutten; dat hierdoor ook maximaal de continuïteit van de dienstverlening kan worden gegarandeerd; dat voorts ook vanuit het zuinigheidsbeginsel moeilijk kan worden verantwoord dat een nieuwe financieel directeur zou worden aangesteld terwijl de huidige functiehouders vervolgens met behoud van salaris in een adjunct- of passende functie in de organisatie dienen te worden aangesteld;
Overwegende dat de decreetgever met deze overgangsregeling voorziet om zo vlot en transparant mogelijk tot de invulling van de gemeenschappelijke financieel directeur te komen;
Overwegende dat de huidige financieel beheerders het best geplaatst zijn om het ambt van financieel directeur in te vullen, gezien de kennis en ervaring binnen de gemeente en het OCMW; dat de nieuwe financieel directeur immers zowel de gemeente als het OCMW zal dienen te bedienen;
Overwegende zodoende dat de continuïteit en kwaliteit van de openbare dienstverlening op het hoogste ambtelijke niveau moet gegarandeerd worden, des te meer doorheen een verkiezingsjaar; dat dit ook de bezorgdheid vormt van de decreetgever;
Overwegende dat deze doelstellingen bereikt kunnen worden door in eerste instantie de zittende functiehouders op te roepen en hun de mogelijkheid te verschaffen zich kandidaat te stellen voor de invulling van de functie van financieel directeur;
Dat zodoende wordt besloten om het ambt van financieel directeur in te vullen via de oproeping van de huidige titularissen;
Overwegende verder dat de functie van financieel directeur een nieuwe functie vormt, zodat hiervoor de functiebeschrijving in bijlage wordt goedgekeurd;
Overwegende dat artikel 583 DLB voorziet dat indien beide functiehouders zich kandidaat stellen, de gemeenteraad uiterlijk op 1 augustus 2018 op basis van een systematische vergelijking van titels en verdiensten een van hen met behoud van zijn dienstverband dient aan te stellen als financieel directeur;
Dat de gemeenteraad hiertoe thans reeds de beoordelingscriteria vaststelt, die objectief en pertinent voor de functie van financieel directeur dienen te zijn; dat zodoende volgende beoordelingscriteria zullen worden gehanteerd:
- Opleiding, diploma’s en navorming
- Eerdere examenresultaten
- Eerdere beoordelingen
- Bekwaamheid
- Ervaring, zowel in lokale bestuurscontext als in de functie van financieel beheerder
- Leidinggevende capaciteiten
- Inzet en initiatief
Overwegende dat deze criteria meegedeeld zullen worden aan de op te roepen functiehouders;
Overwegende dat artikel 589 DLB in een waarborgregeling voorziet voor de zittende functiehouder die niet wordt aangesteld als financieel directeur; dat de financieel beheerder die geen algemeen directeur wordt hetzij aangesteld wordt als adjunct-financieel directeur bij de gemeente, hetzij aangesteld wordt in een passende functie van niveau A bij de gemeente, het OCMW of een verzelfstandigde entiteit of vereniging van gemeente respectievelijk OCMW;
Overwegende dat toepassing zal dienen gemaakt te worden van deze waarborgregeling, gezien gemeente en OCMW vandaag elk over een financieel beheerder beschikken;
Overwegende dat de gemeenteraad in haar besluit van 23 november 2017 een organisatieplan met organogram goedkeurde waarin een passende functie op niveau A als financieel expert wordt voorzien. Een functie waarvan de functieomschrijving in bijlage door de zittende functiehouders in onderling overleg werd opgesteld en aan de gemeenteraad ter goedkeuring werd voorgelegd.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de schriftelijke oproeping van de functiehouders, waarbij in de uitnodiging hiertoe bepaald zal worden dat de kandidaten zich schriftelijk kandidaat dienen te stellen ter attentie van de voorzitter van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen; dat de termijn van dertig dagen overeenkomstig de toelichting bij artikel 583 DLB een aanvang neemt vanaf de dag die volgt op de dag van de oproeping;
.
De gemeenteraad besluit om de zittende financieel beheerders overeenkomstig artikel 583, §2 DLB op te roepen om zich kandidaat te stellen binnen een termijn van dertig dagen na oproeping voor het ambt van financieel directeur waarvan de functieomschrijving in bijlage is opgenomen, .
De gemeenteraad geeft opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de functiehouders bedoeld in artikel 1 schriftelijk uit te nodigen zich kandidaat te stellen, de tijdigheid en ontvankelijkheid van de kandidaturen vast te stellen, om deze vervolgens opnieuw aan de gemeenteraad voor te leggen. Bij de oproeping dient onderhavige beslissing, de functiebeschrijving, de hierboven vastgestelde beoordelingscriteria en de wijze waarop de kandidaturen ingediend moeten worden, meegedeeld te worden.