Decreet lokaal bestuur 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De voorzitter en raadsleden van de gemeenteraad formuleren volgende mededelingen.
neemt kennis van volgende mededelingen:
De voorzitter ligt het verloop van de avond en de vergadering van de gemeenteraad toe.
Raadslid Christine Jacobs wordt verwelkomd als nieuwe fractieleidster van de sp.a-Groen fractie.
De organisatie van een blokstemming voor volgende agendapunten wordt unaniem aanvaard: 4, 6, 14 en 15
Resultaat van de stemming : unanieme goedkeuring
De eerstvolgende raadscommissie is raadscommissie 2 en die vindt plaats op 8 februari 2021 rond zone 30 en de vervoersregio.
De wetgeving over welzijn op het werk verplicht werkgevers risico’s op het vlak van welzijn te identificeren. Het opmaken van een globaal preventieplan is een tool om deze risico's in kaart te brengen. Het uitvoeren van de welzijnsaudit heeft dus als doel om onze organisatie op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn door te lichten om zo op te sporen wat niet conform de wetgeving of gangbare principes is en om de prioriteiten in ons preventie- en welzijnsbeleid vast te leggen.
Op 4 mei 2020 keurde het college de organisatie van de welzijnsaudit met inzet van preventie-eenheden voor het lokaal bestuur Rumst goed.
De welzijnsaudit werd uitgevoerd en het globaal preventieplan werd in november 2020 opgeleverd.
De vakbondsafvaardiging heeft op 18 november 2020 het globaal preventieplan en het jaaractieplan 2021 goedgekeurd.
Een interne werkgroep met de algemeen directeur, de interne preventieadviseur, het afdelingshoofd facilitair management en veiligheid, de deskundige patrimonium, afdelingshoofd openbaar domein en de deskundige mens en organisatie - personeel, werd opgericht. Deze werkgroep zorgt voor de opvolging en de uitvoering van de actiepunten.
Alle leidinggevenden werden in november 2020 ook geïnformeerd over hun rol en verantwoordelijkheid inzake welzijn.
In het kader van intern organisatiebeheer en de wet op welzijn en gezondheid zorgen we voor het regelmatig opmaken van risico-analyses, plannen we acties en voeren we deze uit. Het beleid rond welzijn en veiligheid is een proces van continue verbetering en is nooit volledig afgerond. Het doel is de risico's te verkleinen of weg te nemen.
Rekening houdend met het investeringsritme binnen het meerjarenplan en het risicogehalte van bepaalde situaties is er in overleg een jaaractieplan voor 2021 opgesteld.
De interne preventieadviseur, tewerkgesteld bij IGEAN, ondersteund het bestuur in de uitvoering van het globaal preventieplan. De taken die opgenomen kunnen worden en de wijze van facturatie, zijn opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst in bijlage.
De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
De codex over het welzijn op het werk bevat alle uitvoeringsbesluiten van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
Keurt het Globaal preventieplan in bijlage goed.
Keurt het jaaractieplan 2021 in bijlage goed.
Keurt de samenwerkingsovereenkomst met IGEAN in bijlage goed.
In het meerjarenplan in opgenomen dat we de 2e pensioenpijler versterken:
Om het systeem van 2e pensioenpijler aan te moedigen heeft de federale overheid beslist om een financiële bonus te creëren met een korting op de responsabiliseringsbijdrage. Dat zou de eerste keer gebeuren in 2020, toegepast op de responsabiliseringsbijdrage voor het jaar 2019. Voorwaarde is wel dat het bestuur in 2020 ten minste een bijdrage van 2% toepast voor het aanvullende pensioen, en vanaf 2021 ten minste 3%. De helft van de kosten van de tweede pensioenpijler kan in mindering gebracht worden op de responsabiliseringsbijdrage die een bestuur in voorkomend geval betaalt.
Het aanbieden van een degelijke tweede pensioenpijler vergroot ook de aantrekkelijkheid als werkgever op een competitieve arbeidsmarkt.
De Gemeente Rumst voert 3% pensioenbijdrage in voor contractuele personeelsleden. Deze invoering gebeurt vanaf 1 januari 2021 en voor alle volgende jaren.
Op 24 november 2020 werd door de Vlaamse Regering samen met de sociale partners een kaderakkoord (VIA 6 voor de periode 2021-2025) afgesloten, dat moest zorgen voor meer koopkracht, meer handen in de zorg en meer veerkracht voor de Vlaamse zorgsector.
Het deelakkoord VIA 6 – koopkracht publieke sector werd afgesloten op 22 december 2020 en kreeg op diezelfde datum de goedkeuring van de Vlaamse Regering. Alle lokale en provinciale besturen die onder het toepassingsgebied van het deelakkoord vallen, moeten het globaal uitvoeren.
De uitwerking van het deelakkoord vergt een wijziging van de rechtspositiebesluiten. Gelet op het feit dat een bepaald aspect van het deelakkoord een eenmalige aanvulling inhoudt van de eindejaarstoelage 2020, dienen de lokale besturen dit aspect uit te voeren op basis van een sectoraal akkoord.
De sectoren die vallen onder het VIA 5, met uitzondering van de dienstencheque-ondernemingen, vallen onder de toepassing van het deelakkoord en deze tekst. Het gaat dus onder meer om de ouderenzorg, de woonzorgcentra, de serviceflats voor ouderen, de dagverzorgingscentra, de thuiszorg (gezinszorg en aanvullende thuiszorg), de kinderopvang, de lokale dienstencentra, de groepen van assistentiewoningen, de diensten logistieke hulp, de diensten/instellingen bijzondere jeugdzorg, de diensten/instellingen voor personen met een handicap, de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, de opvoedingswinkels, de gezins- en groepsopvang baby en peuter (of kinderdagverblijven, peutertuinen en diensten voor onthaalouders), de groepsopvang schoolgaande kinderen (of initiatieven voor buitenschoolse opvang en lokale diensten voor buurtgerichte kinderopvang), de gemandateerde voorzieningen kinderopvang, consultatiebureaus, sociale verhuurkantoren, de integratiediensten, culturele erfgoedcellen en musea, de vrijetijdsdiensten: cultuurdiensten (bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra), de jeugddiensten en de sportdiensten.
voor het lokaal bestuur Rumst gaat dit over volgende diensten/functies:
Voor het personeel in de socio-culturele sector geldt enkel de recurrente verhoging van de eindejaarstoelage vanaf 2021. Het personeel in de socio-culturele sector ontvangt dus geen eenmalige verhoging van de eindejaarstoelage van 2020 en zal ook niet meegenomen worden voor de invoering van de IFIC-salarisschalen in de publieke zorg- en welzijnssectoren.
Aan de personeelsleden van de woonzorgcentra en van de andere bij de zesde staatshervorming geregionaliseerde voorzieningen in de ouderenzorg en aan de personeelsleden van voorzieningen die behoren tot de klassieke zorg- en welzijnssectoren, beheerd door een lokaal bestuur, een welzijnsvereniging of een intergemeentelijk samenwerkingsverband, wordt een onmiddellijke eenmalige koopkrachtverhoging toegekend.
Dit gebeurt door middel van een eenmalige aanvulling aan de eindejaarstoelage vanaf het jaar 2020 als volgt :
De verhogingen mogen in het totaal nooit leiden tot een eindejaarstoelage die hoger is dan een twaalfde van het jaarsalaris.
Er wordt gestreefd naar een uitbetaling van de eenmalige aanvulling op de eindejaarstoelage 2020 in de loop van de maand januari 2021 maar moet beschouwd worden als deel uitmakend van de eindejaarstoelage 2020. De referentieperiode voor het supplement is dezelfde als voor de eindejaarstoelage 2020.
De eenmalige aanvulling op de eindejaarstoelage 2020 kan worden uitgekeerd op basis van het goedgekeurd sectoraal deelakkoord. De Vlaamse Regering engageert zich om dit zo spoedig mogelijk wettelijk te verankeren.
Kunnen niet-VIA personeelsleden ook een eindejaartoelage ontvangen op financiering van het lokaal bestuur zelf?
De eindejaarstoelage voor personeel van lokale besturen wordt geregeld in de artikel 133 tot en met 137 van het BVR RPR van 7 december 2007 en de artikelen 96 tot en met 100 van het BVR RPR van 12 november 2010. Het is dus wettelijk vastgelegd hoe die toelage wordt berekend.
Naar aanleiding van het VIA 6 deelakkoord zal er een wijziging komen aan de BVR RPR’s van 2007 en 2010 en zal er wellicht een onderscheid worden gemaakt tussen VIA- personeel en niet- VIA personeel.
Het is niet mogelijk om als lokaal bestuur te beslissen om meer te gaan toekennen aan niet- VIA personeel. Jullie dienen je te houden aan wat wettelijk is vastgelegd.
VVSG heeft in het kader hiervan aan de Vlaamse regering een compensatieregeling gevraagd voor het niet- VIA personeel.
Er is een budget voorzien van 30 miljoen euro dat vanaf 2021 aan de lokale besturen zal toegekend worden. Dit bedrag betreft 2/3 van de 1,1% koopkrachtverhoging die vanaf 2021 aan de socio-culturele sector wordt gegeven. Het betreft een recurrent (jaarlijks) en geïndexeerd bedrag. De compensatieregeling moet nog verder uitgewerkt worden.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, zijn latere wijzigingen en zijn uitvoeringsbesluiten, in het bijzonder artikel 186 §2;
Gelet op het voorakkoord zesde Vlaams intersectoraal akkoord van 24 november 2020 voor de social/non profitsectoren voor de periode 2021-2025;
Gelet op het deelakkoord van 22 december 2020 tussen de sociale partners van de publieke sector over de aanwending van de middelen koopkracht VIA 6;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 12 november 2010 en latere wijzigingen;
Gelet op de omzendbrief van 23 december 2020 van de Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen betreffende de uitvoering van het deelakkoord VIA 6 – koopkrachtmaatregelen publieke sector;
Gelet op het raadsbesluit van 23 november 2017 houdende de delegatie van bevoegdheden aan het vast bureau;
Aan de personeelsleden van de personeelsleden van voorzieningen die behoren tot de klassieke zorg- en welzijnssectoren, wordt een onmiddellijke eenmalige koopkrachtverhoging toegekend.
Dit gebeurt door middel van een eenmalige aanvulling aan de eindejaarstoelage vanaf het jaar 2020 als volgt :
De verhogingen mogen in het totaal nooit leiden tot een eindejaarstoelage die hoger is dan een twaalfde van het jaarsalaris.
De eenmalige aanvulling op de eindejaarstoelage 2020 zal in de loop van de maand januari 2021 uitbetaald worden maar moet beschouwd worden als deel uitmakend van de eindejaarstoelage 2020. De referentieperiode voor het supplement is dezelfde als voor de eindejaarstoelage 2020.
Van onderhavige beslissing wordt een beknopte omschrijving opgenomen in de lijst die in het kader van het bestuurlijk toezicht en in het kader van de bekendmakingsverplichting via de webtoepassing van de gemeente wordt bekendgemaakt door de voorzitter van het college van burgemeester en schepenen.
In de fase van de COVID-19-crisis waarin we ons momenteel bevinden, is een cruciale rol weggelegd voor contactonderzoek en bronopsporing.
Ter ondersteuning van de centrale contactopsporing heeft de Vlaamse Regering op 16 oktober 2020 de lokale besturen gemobiliseerd om complementair in te zetten op preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantaine-coaching en lokaal contactonderzoek.
De contouren werden verder uitgewerkt in het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
Wat de aard van de engagementen betreft, kunnen lokale besturen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 kiezen tussen de volgende opties:
De lokale besturen werken in al deze opdrachten ondersteunend en/of aanvullend op de werking van de COVID-19-teams binnen de zorgraden alsook op de werking van de centrale contactcenters.
De lokale besturen worden gesubsidieerd voor het opnemen van complementaire engagementen als volgt :
De gemeente wil, na overleg met alle betrokken diensten, complementair inzetten op optie 1 en dit in een samenwerkingsverband of ‘proeftuin’ met de andere Rupelaar-gemeenten. Gemeente Aartselaar treedt op als trekkende gemeente.
Hiertoe wordt door de gemeente een samenwerkingsovereenkomst opgesteld met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.
Bij deze samenwerkingsovereenkomst worden volgende documenten als bijlage gevoegd :
Het opnemen van deze engagementen geschiedt met inachtneming van de bescherming van de privacy van de burgers, zoals onder meer gewaarborgd door de algemene verordening gegevensbescherming (AVG).
De gemeente zorgt voor de nodige capaciteit en middelen om dit engagement kwaliteitsvol op te nemen.
De engagementen die de gemeente opneemt, doen geen afbreuk aan de engagementen die de gemeente in de bestrijding van de coronapandemie reeds opgenomen worden binnen de werking van de ELZ. Integendeel, ze zijn bedoeld om deze werking nog te versterken.
De gemeenteraad is bevoegd om onderhavig besluit te nemen.
Artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie verankert het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen. Dit beginsel
houdt in dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te nemen;
Gelet op de oproep van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2020, verankerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken, aan alle Vlaamse gemeenten om aanvullend en ondersteunend aan de reeds bestaande initiatieven bijkomende engagementen op te nemen in deze strijd;
Gelet op de stijgende besmettingsgraad in Vlaanderen;
De complementaire engagementen worden opgenomen in het kader van de bestrijding van de COVID-19-pandemie, meer in het bijzonder in het kader van het verder beheersen van de tweede golf en het proberen vermijden van een derde golf.
Een en ander vergt dat de gemeente zo snel mogelijk met haar engagementen kan opstarten, zodat geen kostbare tijd verloren gaat.
Om te kunnen op opstarten is de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst met bijlagen vereist. Op basis daarvan ontvangt de gemeente tevens de nodige accounts voor de verschillende platformen.
De nodige stukken hiertoe werden geleidelijk sedert 7 december 2020 door de Vlaamse overheid ter beschikking gesteld, zodat vanuit de gemeenten niet vroeger kon worden gereageerd.
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
keurt de voorgelegde samenwerkingsovereenkomst met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid en alle bijlagen goed en legt dit ter goedkeuring aan de raad voor.
neemt kennis van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
keurt de voorgelegde samenwerkingsovereenkomst van de Rupelaargemeenten met betrekking tot de organisatie van de ‘proeftuin Aartselaar’ goed.
keurt het voorgelegde afsprakenkader van de Rupelaargemeenten en de eerstelijnszone Rupelaar goed waarin de gemeente, in overleg met het COVID-19-team haar engagementen die zij in het kader van de samenwerkingsovereenkomst met het Vlaams agentschap zorg en gezondheid zal uitvoeren, concreet omschrijft.
keurt de voorgelegde samenwerkingsovereenkomst met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid met bijlagen goed.
delegeert de verdere uitvoering van dit besluit aan het college.
Om de gegevensoverdracht in het kader van het preventiedecreet mogelijk te maken moet het lokaal bestuur een protocol afsluiten met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.
Voor het gemeentebestuur Rumst wordt burgemeester Jurgen Callaerts als verantwoordelijke voor de verwerking aangeduid. Dit is de persoon die de gegevens zal ontvangen.
Hij kan vervolgens, overeenkomstig de bepalingen van het protocol, de informatie overmaken aan de diensten/personen die zullen instaan voor de effectieve controle en handhaving van de quarantaineverplichtingen, zoals daar zijn de lokale politiezone en OCMW-personeelsleden.
Het protocol wordt opgesteld en ondertekend en bezorgd aan het Agentschap, na advies van de informatieveiligheidsconsulent.
Gezien de hoogdringendheid omwille van de pandemie en de hieraan verbonden opdrachten tot handhaving wordt het besluit door het college bij hoogdringendheid genomen om vervolgens door de eerstvolgende gemeenteraad te laten bekrachtigen.
keurt het protocol quarantainehandhaving gemeente Rumst goed en legt dit aan de gemeenteraad ter bekrachtiging voor.
bekrachtigt het besluit van het college dat bij hoogdringendheid werd genomen met betrekking tot het protocol quarantainehandhaving gemeente Rumst.
Het gebiedsdeel 2 van de Schorre gelegen in de kleiputten tussen Boom en Rumst/Terhagen is momenteel vrij toegankelijk voor het publiek zonder toezicht.
De laatste maanden wordt er regelmatig vandalisme en worden er zelfs strafrechtelijk vervolgbare feiten vastgesteld. Het is aangewezen om hierop toezicht te organiseren.
In samenspraak met de eigenaars werd beslist om bijzondere veldwachters voor het ganse terrein aan te stellen.
Er dienen afspraken gemaakt te worden tussen de vijf eigenaars rond de werking van deze bijzondere veldwachters.
Door het provinciebestuur werd een ontwerp van coördinatieovereenkomst m.b.t. de inzet van bijzondere veldwachters opgemaakt.
De planning, coördinatie van de toezichtbeurten en de aansturing zal gebeuren door de politiezone Rupel binnen hun project ‘burgerparticipatie’.
Tevens werd een overeenkomst betreffende de terugvordering van de vergoeding van de veldwachters opgemaakt.
- KB van 10 september 2017 tot regeling van het statuut van de bijzondere veldwachters
- MB van 10 juli 2019 tot uitvoering van het KB van 10 september 2017 tot regeling van het statuut van de bijzondere veldwachters
Het College beslist om de bijgevoegde coördinatieovereenkomst m.b.t. de inzet van bijzondere veldwachters en de overeenkomst tot terugvordering van de vergoeding van de veldwachters ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad beslist om de bijgevoegde coördinatieovereenkomst m.b.t. de inzet van bijzondere veldwachters en de overeenkomst tot terugvordering van de vergoeding van de veldwachters goed te keuren.
Het gebiedsdeel 2 van de Schorre gelegen in de kleiputten tussen Boom en Rumst/Terhagen is momenteel vrij toegankelijk voor het publiek zonder toezicht.
De laatste maanden wordt er regelmatig vandalisme en worden er zelfs strafrechtelijk vervolgbare feiten vastgesteld. Het is aangewezen om hierop toezicht te organiseren.
Onder coördinatie van de verbindingsofficier van de gouverneur en in samenspraak met de eigenaars werd hiervoor een oplossing gezocht in de aanstelling van bijzondere veldwachters voor het ganse terrein.
Het grootste deel van het gebied is in eigendom van de provincie Antwerpen is. Daarnaast is een deel eigendom van de Vlaamse Waterweg, de gemeente Boom, de gemeente Rumst is eigenaar van het openbaar domein en VLAIO bezit de gronden van het Fonds voor Economische Expansie en Regionale Reconversie. Deze gronden worden na sanering overgedragen aan de gemeente Rumst.
Voor de gemeente Rumst gaat het momenteel om het openbaar domein dat gelegen is binnen het deelgebied.
De gronden die Vlaio momenteel bezit worden na sanering overgedragen aan de gemeente Rumst.
Met de bijzondere veldwachters wordt een overeenkomst afgesloten onder het statuut van een vrijwilligersvergoeding.
De maximale vergoeding bedraagt in 2020 1.388,40 Euro per jaar en kan geïndexeerd worden.
Verder wordt er een verplaatsingsvergoeding voorzien tussen woonplaats en de kleiputten aan het gangbare tarief voor de overheden qua auto- of fietsverplaatsing.
Gezien de verdeling van de eigendommen in het gebied wordt er overeengekomen dat momenteel twee bijzondere veldwachters betaald worden door de Provincie, één door de Vlaamse Waterweg en één door de gemeente Rumst.
- KB van 10 september 2017 tot regeling van het statuut van de bijzondere veldwachters
- MB van 10 juli 2019 tot uitvoering van het KB van 10 september 2017 tot regeling van het statuut van de bijzondere veldwachters
Het College besluit om de aanstelling van bijzondere veldwachters voor de eigendommen van de gemeente Rumst in de kleiputten tussen Boom en Rumst/Terhagen ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad beslist om de aanstelling van bijzondere veldwachters voor de eigendommen van de gemeente Rumst in de kleiputten tussen Boom en Rumst/Terhagen goed te keuren.
Voor de gemeente Rumst gaat het momenteel om het openbaar domein binnen het deelgebied.
De gronden die Vlaio momenteel bezit worden na sanering overgedragen aan de gemeente Rumst.
De Wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht en tot instelling van de dienst gemeenschapswachten voorziet in een uniform wettelijk kader voor publieke niet-politionele veiligheids- en preventiefuncties die worden uitgevoerd op het openbaar domein.
Aan deze functies wordt de unieke benaming ‘gemeenschapswacht’ toegekend. De gemeenschapswachten maken deel uit van de dienst gemeenschapswachten.
Deze dienst dient opgericht te worden in alle gemeenten die ambtenaren inzetten bij de uitoefening van de in de wet beschreven activiteiten.
In het Meerjarenplan is de aanwerving van gemeenschapswachten voorzien.
Artikel 3 van de wet op de gemeenschapswachten regelt het toepassingsgebied.
Elke persoon in dienst van de gemeente, die één of meerdere van de volgende activiteiten als kernopdracht uitoefent, is volgens de wet een gemeenschapswacht:
1. sensibiliseren publiek aangaande veiligheid en criminaliteitspreventie (verspreiden folders, infosessies,…)
2. informeren burgers inzake veiligheid en informeren en signaleren problemen op vlak van veiligheid, milieu en wegennet aan bevoegde diensten
3. informeren automobilisten inzake parkeergedrag , sensibiliseren reglement politie wegverkeer en helpen kinderen, scholieren, gehandicapten, ouderen bij veilig oversteken
4. vaststellen van inbreuken gemeentelijke reglementen en verordeningen in kader van art. 119bis, §6 Nieuwe Gemeentewet (Gemeentelijke Administratieve Sancties - GAS) of vaststellen van inbreuken op gemeentelijke retributiereglementen
5. toezicht bij evenementen georganiseerd door overheid.
Er moet bepaald worden welke ambtenaar belast is met de leiding van de dienst gemeenschapswachten. In de gemeente Rumst vallen de gemeenschapswachten onder de Afdeling Openbaar Domein; het afdelingshoofd Openbaar Domein is belast met de leiding van deze dienst gemeenschapswachten.
Tevens moet bepaald worden op welke wijze burgers bij de gemeente Rumst klacht kunnen indienen aangaande de dienst gemeenschapswachten. Klachten kunnen ingediend worden volgens de klachtenprocedure die voorzien is in het reglement op de participatie van de burger zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 20 maart 2008.
- Wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet
Het college beslist de oprichting van een dienst Gemeenschapswachten als onderdeel van de afdeling Openbaar Domein ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
beslist tot de oprichting van een dienst gemeenschapswachten en duidt het Afdelingshoofd Openbaar Domein aan als leidinggevende van de dienst.
Burgers zullen bij de gemeente Rumst klacht kunnen indienen aangaande de dienst gemeenschapswachten volgens de klachtenprocedure die voorzien is in het reglement op de participatie van de burger zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 20 maart 2008.
Er werd beslist om een dienst gemeenschapswachten op te richten en een gemeenschapswacht aan te stellen.
Artikel 9 van de Wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet bepaalt dat de gemeente die gemeenschapswachten tewerk stelt een reglement van inwendige orde dient op te maken waarin de deontologische regels waaraan de gemeenschapswachten moeten voldoen en waarin de uitoefeningsregels van hun activiteiten worden bepaald, dient op te maken.
Er werd een ontwerp van reglement van inwendige orde opgemaakt.
Wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet
Het College beslist om de goedkeuring van het reglement van inwendige orde voor de dienst gemeenschapswachten ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad keurt het reglement van inwendige orde voor de dienst gemeenschapswachten goed.
Er werd beslist om een dienst gemeenschapswachten op te richten en een gemeenschapswacht aan te stellen.
Artikel 6 § 3 van de Wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet bepaalt dat de gemeente die gemeenschapswachten tewerk stelt een overeenkomst dient te sluiten met de lokale politie waarin de contactpersoon binnen de politiedienst aangewezen wordt, de aard van de wederzijds informatie uitwisseling aangehaald wordt en de concrete afspraken bij het uitoefenen van de activiteiten worden vermeld.
Er werd een ontwerp van samenwerkingsprotocol tussen de gemeente en de politiezone Rupel opgesteld.
Wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet
Het College beslist om de goedkeuring van het samenwerkingsprotocol tussen de gemeente Rumst en de politiezone Rupel m.b.t. de inzet van gemeenschapswachten voor te leggen aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad beslist om het samenwerkingsprotocol tussen de gemeente Rumst en de politiezone Rupel m.b.t. de inzet van gemeenschapswachten goed te keuren.
Verschillende wijken in onze gemeente hebben verwijzingen naar schilders, bloemen, etc…in de gegeven straatnamen.
Er wordt voorgesteld om de huidige naamgeving van enkele bestaande zijstraten van de Monnikenhofstraat verder te zetten, dus met een verwijzing naar ‘Klein Wild’. Om de uniformiteit te bewaren wordt voorgesteld om de hudige Hazeweg en Fazantenweg te volgen, maar dan: Hertenweg, Patrijzenweg, Ganzenweg en Kwartelweg.
De 4 nieuwe zijweggetjes hebben elk hun eigen bouwstijl en zijn onderscheidend van elkaar. Door elk een aparte naam te geven zullen deze makkelijk herkenbaar zijn. We zijn ook een landelijke gemeente, dus een verwijzing naar ‘klein wild’ is toepasbaar in dit gebied.
-Decreet van 28 JANUARI 1977. - Decreet tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-03-2002 en tekstbijwerking tot 17-12-2002.):
Het College van Burgemeester en Schepenen kan een beslissing nemen over de voorlopige naam en deze beslissing voor voorlopige aanvaarding voorleggen aan de gemeenteraad.
Er dient hiervoor ook advies gevraagd te worden aan de Cultuurraad. Ook is er een openbaar onderzoek nodig van zodra de gemeenteraad de straatnamen heeft goedgekeurd.
Voorstel voor gunstig advies, nog te vragen aan de Cultuurraad
Het College van Burgemeester en Schepenen beslist om de nieuwe zijstraatjes van de Monnikenhofstraat voorlopig de volgende namen toe te kennen: Hertenweg, Patrijzenweg, Ganzenweg en Kwartelweg zoals in bijlage in het plan opgenomen en legt dit voor voorlopige vastlegging aan de gemeenteraad voor.
De gemeenteraad legt de voorgestelde straatnamen voorlopig vast en geeft aan het college de opdracht om een openbaar onderzoek te organiseren.
Het voorstel wordt voorgelegd aan de cultuurraad voor advies.
In functie van de aanleg van het Molenbeekpad dienen een aantal grondstroken te worden verworven. Hiervoor werden in 2017 de onderhandelingen opgestart en werd een eerste perceel grond verworven.
Uit de gevoerde onderhandelingen kwam de vraag en het inzicht om het aan te leggen Molenbeekpad dat initieel was voorzien aan de zuidkant van de Molenbeek, te verleggen naar de noordkant.
In het kader van de geplande grondverwervingen en infrastructuurwerken is het wenselijk dat de bestaande voetweg nr. 29 gedeeltelijk wordt verlegd in westelijke richting.
De te volgen procedure voor het verbreden van buurt- en gemeentewegen is sinds 1 september 2019 bepaald in het decreet gemeentewegen.
De gemeente heeft een overeenkomst tot grondruil met de eigenaar van de grond waarop de voetweg nr. 29 gelegen is en waar hij zal komen te liggen na verlegging. Gelet op deze
overeenkomst is een vergoeding ten gevolge van een waardevermeerdering of waardevermindering niet van toepassing.
De voorlopige vaststelling werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 22/10/2020. Er liep een openbaar onderzoek van 17/11/2020 tot en met 17/12/2020 conform de bepalingen van het decreet. Er werd een opmerking ingediend waarbij gesteld wordt dat er geen bezwaar wordt ingediend op voorwaarde dat kan aangetoond worden dat:
Er werden adviezen gevraagd aan het departement Mobiliteit en openbare werken, de Lijn en de bestendige deputatie van het provinciebestuur. Er werd een gunstig advies verleend op 10/12/2020 door de deputatie van de provincie Antwerpen.
De structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van het gemeentelijk wegennet blijft gehandhaafd.
Op termijn kan deze trage weg doorgetrokken worden in oostelijke richting naar de Rumstsestraat, waardoor er voor voetgangers en fietsers een veilige ontsluiting langs de Molenbeek ontstaat tussen de 's Herenbaan, de Rumstsestraat, en de Molenstraat waar veel autoverkeer is, kan vermeden worden (artikel 3, Gemeentewegendecreet).
De geplande verlegging is van algemeen belang omdat deze bijdraagt tot een grotere veiligheid en een hoger comfort voor de fietsers en voetgangers door de uitbreiding en verfijning van het fietspaden/fietswegennetwerk. Dit draagt bij tot een duurzame ontwikkeling waarbij verplaatsingen per fiets en te voet gestimuleerd worden, waardoor er minder gebruik wordt gemaakt van de auto, zodat dit bijdraagt aan minder luchtverontreiniging en een gezondere verplaatsingswijze.
De bestaande voetweg nr. 29 loopt dwars door de percelen van de eigenaar van de percelen kadastraal gekend onder sectie D, nummers 106A en 105C, waardoor deze eigenaar zijn percelen niet te volle kan benutten. De verlegging van de voetweg nr. 29 brengt voor geen enkel perceel de ontsluiting naar het openbaar domein in het gedrang, gezien de percelen in het bezit zijn van één en dezelfde eigenaar en de voetweg wordt verplaatst naar de westelijke grens van zijn eigendom (art. 4, Gemeentewegendecreet). Deze verlegging werd opgenomen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Reet Centrum Zuid.
Met betrekking tot de gemaakte opmerkingen tijdens het openbaar onderzoek kunnen we stellen dat:
De verlegde buurtweg zal voor minder versnippering van het agrarisch gebied zorgen omdat ze verlegd wordt naar de perceelsgrens van percelen met verschillende eigenaars.
Dit is het geval, de structuur van het landschap en het authentieke karakter blijft behouden.
Dit is het geval, met de verlegging van de buurtweg is er de mogelijkheid om het verdere wandelnetwerk uit te bouwen.
Dit is het geval, het gedeelde van de wandelpaden gelegen langs de Molenbeek doen ook dienst voor de bereikbaarheid van de onderhouds- en ruimingswerken aan de waterloop.
Dit is het geval, het wandelpad naar de Molenbeek tot wordt verlegd over een afstand van zo'n 50 meter en is noodzakelijk om de toegankelijkheid van het gemeentelijk wegennet te behouden.
Dit is het geval. Deze wegen werden opgenomen in eerdere beleidsbeslissingen die besproken werden in verschillende momenten van participatie en publieke bevragingen :
- Beleidsplan Trage Wegen Reet
- RUP Reet Centrum Zuid
- Landinrichtingsproject Rupelstreek
Dit is geval, zie eerdere bespreking hierboven.
De gemeente dient het principe gelijke behandeling na te leven.
Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om de voetweg nr. 29 gedeeltelijk te verplaatsen zoals aangeduid op het rooilijnplan ‘Realisatie Molenbeekpad – verlegging voetweg nr. 29’ – klassement 20200512-RUMZ007- 04, opgemaakt door IGEAN dienstverlening op 12.05.2020 en het rooilijnplan ‘Realisatie Molenbeekpad – verlegging voetweg nr. 29’ – klassement 20200512-RUMZ007-04, opgemaakt door IGEAN dienstverlening op 12.05.2020 definitief vast te stellen
De gemeenteraad beslist om de voetweg nr. 29 gedeeltelijk te verplaatsen zoals aangeduid op het rooilijnplan ‘Realisatie Molenbeekpad – verlegging voetweg nr. 29’ – klassement 20200512-RUMZ007- 04, opgemaakt door IGEAN dienstverlening op 12.05.2020 en stelt het rooilijnplan ‘Realisatie Molenbeekpad – verlegging voetweg nr. 29’ – klassement 20200512-RUMZ007-04, opgemaakt door IGEAN dienstverlening op 12.05.2020 definitief vast
Feitelijke gegevens:
Verslag van de G.O.A. van 14 januari 2020
1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
Het betreft een aanvraag tot verkavelingswijziging van een perceel, waarbij 2 loten voor eengezinswoningen in halfopen configuratie worden voorzien.
2. Historiek
3. Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
Gewestplan Antwerpen goedgekeurd op 03/10/1979, bestemming: woongebieden met landelijk karakter en achtergelegen agrarische gebieden
Planologische toets
De kavels 2 en 3 zijn volledig voorzien in het woongebied zodat de aanvraag in overeenstemming is met het gewestplan.
Loten 4 en 5 zijn gelegen in het agrarisch gebied en moeten worden uitgesloten uit de verkaveling.
4. Project-m.e.r.-screening
Het project valt onder het toepassingsgebied van bijlage III van het Project – m.e.r. – besluit.
In de project-m.e.r.-screeningsnota wordt aangetoond dat de milieueffecten van het voorgenomen project niet van die aard zijn dat zij als aanzienlijk beschouwd moeten worden. De opmaak van een project-MER zal dus redelijkerwijze geen nieuwe of bijkomende gegevens bevatten over aanzienlijke milieueffecten. Derhalve is de opmaak van een project-MER niet nodig.
5. Archeologienota
De aanvraag heeft geen betrekking op projecten waarvoor volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 een bekrachtigde archeologienota dient te worden opgemaakt.
6. Verordeningen
Er zijn geen verordeningen van toepassing
7. Openbaar onderzoek
Overeenkomstig de criteria van artikels 11-14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden. Het oorspronkelijke openbaar onderzoek werd gehouden van 04/12/2020 t.e.m. 02/01/2021.
Omdat de bekendmaking van het openbare onderzoek wegens een administratieve vergissing nie top het omgevingsloket werd bekendgemaakt werd een administratieve lus ingeleid en werd een nieuw openbaar onderzoek ingericht van 15 december 2020 tot 13 januari 2020.
Er werden geen bezwaren of opmerkingen ingediend
8. Adviezen
Fluvius maakte een offerte voor de aanleg van leidingen ten bedrage van 2.178,18 EUR
2.b. Algemene voorwaarden:
3. Beoordeling:
Het advies is gunstig
Er is geen uitbreiding nodig van het distributienet in de openbare weg. Kavels 1 en 2 zijn aansluitbaar op de bestaande hoofdleiding van het drinkwaternet. De achterliggende kavels behoren tot het agrarisch gebied. Mocht hier een aansluiting nodig zijn, dan is een uitbreiding van ons net noodzakelijk en zal hiervoor een offerte opgemaakt worden. Gelieve ons te berichten indien dit het geval zou zijn.
Op verzoek van de belanghebbenden stuurt Pidpa de kostenraming voor de nieuwe aansluiting of een aanpassing van de bestaande aansluiting(en) rechtstreeks aan de betrokkenen. Aanvragen dienen te gebeuren via https://www.pidpa.be/ons-aanbod/drinkwater/nieuwe-aansluiting.
Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Telenet nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten.
Hieruit blijkt dat de nodige infrastructuur al aanwezig is en dat er geen uitbreiding van het Telenet netwerk dient te gebeuren. Er wordt van ons geen verdere voorwaarde opgelegd.
9. Wegenis
De gemeente plan in de toekomst de heraanleg van de Kerremansstraat. Hiervoor heeft de gemeenteraad in zitting van 26 november 2020 het rooilijn en onteigeningsplan voorlopig vastgesteld.
Voorliggende aanvraag voorziet een kosteloze grondafstand van ca. 40m² (rood-wit gearceerd op het verkavelingsplan) die in overeenstemming is met het ontwerp-rooilijnplan voor de Kerremansstraat.
De gemeenteraad dient een beslissing te nemen over deze kosteloze grondafstand vooraleer een beslissing kan worden genomen over de omgevingsvergunningsaanvraag.
10. Watertoets
De aanvraag bevat geen wegenwerken zodat de hemelwaterverordening niet van toepassing is. De effecten op de waterhuishouding dienen te worden afgestemd in de omgevingsvergunningen voor de bouw van constructies.
11. Goede ruimtelijke ordening
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt in artikel 4.3.1 § 2. Dat de goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4.
Hierover kan het volgende worden gesteld:
12. Conclusie
De aanvraag is verenigbaar met de stedenbouwkundige voorschriften en brengt de goede ruimtelijke ordening niet in het gedrang, mits rekening wordt gehouden met volgende specifieke en algemene voorwaarde(n).
De aanvraag komt principieel in aanmerking voor vergunning zodat de gemeenteraad overeenkomstig artikel 31 van het omgevingsvergunningsdecreet een beslissing dient te nemen over de zaak der wegen.
Specifieke voorwaarden
Algemene voorwaarde(n):
Lasten
Aangezien uit het verslag van de G.O.A. van 14/01/2020 blijkt dat de verkaveling principieel in aanmerking komt voor vergunning, stelt het college de gemeenteraad voor de kosteloze grondafstand van het perceel grond aangeduid als lot 1 op het verkavelingsplan (referentie VA_VP_N.pdf) te aanvaarden aangezien deze grondafstand in overeenstemming is met het voorlopig vastgestelde rooilijnplan Kerremansstraat (Gemeenteraad d.d.26/11/2020).
De gemeenteraad aanvaardt de kosteloze grondafstand van lot 1 (oppervlakte 41m²) zoals aangeduid op het verkavelingsplan (referentie VA_VP_N.pdf) op voorwaarde dat de opmetings- en aktekosten die gepaard gaan met de grondafstand ten laste te vallen van de aanvrager.
De gemeente heeft van de Vlaamse overheid 161.932 euro ontvangen ter ondersteuning van de verenigingen. Met deze toelagen zouden volgende uitgaven gefinancierd worden:
Volgende subsidies werden ondertussen uitgekeerd:
Onze fractie heeft hieromtrent volgende vragen:
Interpellatie mondmaskers
Op verschillende mediakanalen mochten we vernemen dat er voor de leerlingen van het 5de en 6de leerjaar van onze Rumstse scholen een mondmaskerplicht/ sterke aanbeveling werd ingevoerd.
We begrijpen de onrust naar aanleiding van de corona-uitbraken in de scholen van Edegem en Kontich, maar zouden graag weten op basis waarvan deze beslissing genomen werd.
Wanneer we via andere kanalen ook foto’s zagen passeren van de soort mondmaskers die sommige leerlingen dragen hebben we toch een aantal dringende vragen.
Onze fractie zou graag antwoord krijgen op volgende vragen:
Daarnaast zou onze fractie ook graag volgend punt aanbevelen:
Wij wensen dan ook een stemming over volgend punt:
De gemeenteraad wenst uitdrukkelijk te stellen dat een mondmasker dat gedragen wordt op onze openbare scholen steeds een neutraal mondmasker moet zijn en geen religieuze symbolen of symbolen van politieke overtuiging mag tonen.
Volgens het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad kunnen raadsleden mondelinge vragen stellen aan de leden van het college van burgemeester en schepenen.
De raad neemt kennis van volgende mondelinge vragen:
Voor een woordelijk verslag van de bespreking wordt verwezen naar de audio-visuele opname.
Raadslid Marleen De Bruyn (CD&V) vraagt of het college een ondersteuning wil voorzien voor de onthaalouders om extra kosten bij de invoering van het Diftarsysteem te vermijden.
Schepen Geert Van der Auwera antwoordt dat dit besproken werd op het college en dat er op de volgende gemeenteraad een voorstel wordt voorgelegd dat rekening houdt met de vraag en een tussenkomst voorziet voor de onthaalouders.
Raadslid Christoph Marckx (sp.a-Groen) verwijst naar een eerdere mondelinge vraag rond het verdwijnen van de blokken in de Doelhaagstraat. Er is er nog slechts één die gelijk met het voetpad staat opgesteld.
Schepen Geert Antonio antwoordt dat hij naar aanleiding van de vorige mondelinge vraag de dienst hierover aansprak en dat hem bevestigd werd dat de situatie was opgelost. Hij zal dit opnieuw aankaarten en van nabij opvolgen.