Terug
Gepubliceerd op 21/12/2020

2020_GR_00189 - BELASTINGREGLEMENT OP ONGESCHIKTE EN ONBEWOONBARE WONINGEN - AANSLAGJAAR 2021-2025 - Goedkeuring

Gemeenteraad
do 17/12/2020 - 20:00 raadszaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Benjamin De Roeck, Geert Antonio, Geert Van der Auwera, André Gielis, Christine Jacobs, Jarrik Peeters, Wendy Weckhuysen, Ilse Moons, Anny Van Aeken, Marc Verrept, Marc Verschueren, Jurgen Callaerts, Kenneth Heylen, Annelien Schoofs, Bart Peeters, Christoph Marckx, Marleen De Bruyn, Bram Van Keer, Katusha Vervloesem, Marc Van den Bogaert, Axelle De Smet, Raf De Schepper, Els Devlies, Werner Joris, Veerle De Beuckeleer, Wouter De Smedt

Verontschuldigd

Francy Van der Wildt

Secretaris

Wouter De Smedt

Stemming op het agendapunt

2020_GR_00189 - BELASTINGREGLEMENT OP ONGESCHIKTE EN ONBEWOONBARE WONINGEN - AANSLAGJAAR 2021-2025 - Goedkeuring
Goedgekeurd

Aanwezig

Benjamin De Roeck, Geert Antonio, Geert Van der Auwera, André Gielis, Christine Jacobs, Jarrik Peeters, Wendy Weckhuysen, Ilse Moons, Anny Van Aeken, Marc Verrept, Marc Verschueren, Jurgen Callaerts, Kenneth Heylen, Annelien Schoofs, Bart Peeters, Christoph Marckx, Marleen De Bruyn, Bram Van Keer, Katusha Vervloesem, Marc Van den Bogaert, Axelle De Smet, Raf De Schepper, Els Devlies, Werner Joris, Veerle De Beuckeleer, Wouter De Smedt
Stemmen voor 24
Benjamin De Roeck, Kenneth Heylen, Annelien Schoofs, Bart Peeters, Christoph Marckx, Geert Antonio, Jurgen Callaerts, Geert Van der Auwera, André Gielis, Christine Jacobs, Jarrik Peeters, Marleen De Bruyn, Bram Van Keer, Katusha Vervloesem, Marc Van den Bogaert, Axelle De Smet, Raf De Schepper, Wendy Weckhuysen, Ilse Moons, Anny Van Aeken, Marc Verrept, Marc Verschueren, Els Devlies, Werner Joris
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2020_GR_00189 - BELASTINGREGLEMENT OP ONGESCHIKTE EN ONBEWOONBARE WONINGEN - AANSLAGJAAR 2021-2025 - Goedkeuring 2020_GR_00189 - BELASTINGREGLEMENT OP ONGESCHIKTE EN ONBEWOONBARE WONINGEN - AANSLAGJAAR 2021-2025 - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Het belastingreglement op ongeschikte en onbewoonbare woningen werd goedgekeurd voor een termijn eindigend op 31 december 2020 en dient hernieuwd te worden.

Elk onroerend goed of deel van een onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande is een woning.

Elke woning moet voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- of woonkwaliteitsvereisten van de Vlaamse Wooncode.

Een ongeschikte woning behaalt minstens 15 strafpunten op het technische verslag van het conformiteitsonderzoek. Een onbewoonbare woning heeft gebreken die een veiligheids- of gezondheidsrisico inhouden.

De burgemeester heeft een centrale rol in deze procedure. De procedure wordt meestal opgestart door een huurder of iemand die betrokken is met de huurder. Na het opstarten van de procedure voert de huisvestingsambtenaar een vooronderzoek uit om te controleren of de klachten terecht zijn. Als de klachten terecht zijn, beslist de burgemeester om het dossier voor advies over te maken aan Wonen Vlaanderen. Een controleur van Wonen Vlaanderen voert eenzelfde onderzoek uit ter plaatse en bezorgt zijn/haar advies aan de burgemeester. Het advies wordt overgemaakt aan zowel huurder als eigenaar. Zij kunnen gebruik maken van hun recht om gehoord te worden. Na het hoorrecht neemt de burgemeester de beslissing om de woning al dan niet ongeschikt en/of onbewoonbaar te verklaren.

Een ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woning wordt opgenomen in de Vlaamse inventaris van ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woningen. Een ongeschiktheid of onbewoonbaarheid wordt opgeheven door afgifte van een conformiteitsattest.

Argumentatie

Overwegende dat de kwaliteit van woningen op het grondgebied van de gemeente moet bewaakt worden om het grondrecht op menswaardig wonen van de inwoners van de gemeente te vrijwaren;

Overwegend dat het nuttig is om een geïntegreerd gemeentelijk beleid te voeren ter bestrijding van leegstand, verwaarlozing en verkrotting, ongeschikt en onbewoonbaarheid van woningen en gebouwen;

Overwegende dat het billijk is om een heffing op ongeschikte en onbewoonbare woningen als instrument binnen het vooropgestelde grondbeleid te gebruiken om het beoogde resultaat te bereiken;

Overwegende dat vanaf het aanslagjaar 2018 de gewestelijke heffing op ongeschikte en onbewoonbare woningen niet wordt geheven in gemeenten met een eigen belasting op ongeschikte en onbewoonbare woningen teneinde een dubbele heffing te vermijden, mits deze in overeenstemming is met art. 2.5.1.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit;

De belasting stijgt jaarlijks om de eigenaars er nog meer toe aan te zetten de vastgestelde gebreken te verhelpen en de woning terug geschikt te maken voor bewoning.

Gelet op de financiële toestand van de gemeente,

Juridische grond

Artikel 170 §4 van de Grondwet.

Het decreet lokaal bestuur, in het bijzonder de artikelen 40, 41, 56, 286, 287 en 288.

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 'Omzendbrief betreffende de gemeentefiscaliteit'.

Artikel 5 van de Vlaamse Wooncode;

Het besluit van de Vlaamse regering van 8 juli 2016 houdende subsidiering van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, waarmee de Vlaamse Regering gemeenten wil aanzetten werk te maken van een volwaardig woonbeleid, die gemeenten oplegt om ongeschikt en onbewoonbare woningen te inventariseren.

Het ministerieel besluit van 3 april 2017 houdende goedkeuring van de subsidie voor IVLW Rivierenland;

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

§1. Er wordt voor aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen die opgenomen zijn in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen.

§2. Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:
1° Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
     a) een aangetekend schrijven;
     b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.
2° Gewestelijke Inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen: de inventaris vermeld in artikel 26 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;
3° Inventarisatiedatum: de datum waarop een woning in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen is opgenomen;
4° Woning: het goed vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 31° van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode;
5° Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:
     a) de volle eigendom;
     b) het recht van opstal of van erfpacht;
     c) het vruchtgebruik.

Artikel 2

§ 1 De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van de ongeschikte of onbewoonbare woning op de verjaardag van de inventarisatiedatum.

§ 2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

§ 3.

1° De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in de Vlaamse inventaris van ongeschikt en onbewoonbare woningen.

    2° De overdrager van het zakelijk recht moet per beveiligd schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

    • naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel,
    • datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;
    • nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw

    Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

    Artikel 3

    De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in deze inventaris, of, voor woningen die bij de inwerkingtreding van dit reglement reeds op de inventaris waren opgenomen, bij de eerstvolgende verjaardag van de inventarisatiedatum.

    Zolang de woning niet is geschrapt uit deze inventaris, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.

    Artikel 4

    §1.

    1° Indien de woning een eerste termijn van twaalf maanden heffingsplichtig is, bedraagt de belasting € 1.500 voor een woning.

    2° Indien de woning een tweede termijn van twaalf maanden heffingsplichtig is, bedraagt de belasting € 3.000 voor een woning.

    3° Indien de woning een derde termijn van twaalf maanden heffingsplichtig is, bedraagt de belasting € 4.500 voor een woning.

    4° Indien de woning een vierde of latere termijn van twaalf maanden heffingsplichtig is, bedraagt de belasting € 6.000 voor een woning.

    §2. Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een woning heffingsplichtig is wordt herberekend bij volledige overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning, waarbij de termijn voor de nieuwe houder van het zakelijk recht op 0 wordt geplaatst op datum van de overdracht van het zakelijk recht.

    Artikel 5

    §1. Een vrijstelling van de heffing kan aangevraagd worden bij de administratie via het daartoe bestemde aanvraagformulier. De aanvraag voor een vrijstelling van de heffing moet worden ingediend via beveiligde zending uiterlijk 30 dagen na kennisgeving van de opname op het kohier. Voor de volgende jaren dient de aanvraag telkens, per beveiligde zending te worden ingediend voor het verstrijken van de verjaardag van de toepasselijke inventarisatiedatum, aangezien anders de eventuele vrijstelling pas kan ingaan na de inventarisatiedatum. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals beschreven in §2 dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

    §2. Van de belasting op ongeschikte en onbewoonbare woningen zijn vrijgesteld:

    1° de woning die gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan en de woning is aangeduid als te onteigenen goed.

    2° de woning die, krachtens decreet, beschermd is als monument, stads- of dorpsgezicht, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument, stads- of dorpsgezicht en waarvoor een restauratiepremiedossier bij de bevoegde overheid is ingediend en ontvankelijk verklaard;

    3° de woning die vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

    4° de woning die gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning;

    5° de woning die gerenoveerd wordt zonder omgevingsvergunning, mits de betrokkene door middel van een gedetailleerd dossier (timing, aard werken, kostprijs) aantoont dat het een totale verbouwing betreft en waarbij de woning wordt aangepast aan de huidige woningkwaliteitsnormen. De werken worden jaarlijks aangetoond aan de hand van foto’s en bijgevoegde facturen. De vrijstelling wordt jaarlijks opnieuw aangevraagd en is verlengbaar tot maximum drie jaar.

    6° de woning die eigendom is van: een erkende sociale huisvestingsmaatschappij, een erkend sociaal verhuurkantoor, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, IGEAN, AGB of OCMW, voor een periode van maximum 3 jaar.

    Artikel 6

    De belasting wordt door middel van een kohier ingevorderd. Het kohier wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

    Artikel 7

    De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

    Artikel 8

    De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het gelijknamige decreet van 30 mei 2008.

    Artikel 9

    Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 287 van het decreet lokaal bestuur.