Terug
Gepubliceerd op 21/12/2020

2020_GR_00187 - BELASTINGREGLEMENT OP VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN - AANSLAGJAAR 2021-2025 - Goedkeuring

Gemeenteraad
do 17/12/2020 - 20:00 raadszaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Benjamin De Roeck, Geert Antonio, Geert Van der Auwera, André Gielis, Christine Jacobs, Jarrik Peeters, Wendy Weckhuysen, Ilse Moons, Anny Van Aeken, Marc Verrept, Marc Verschueren, Jurgen Callaerts, Kenneth Heylen, Annelien Schoofs, Bart Peeters, Christoph Marckx, Marleen De Bruyn, Bram Van Keer, Katusha Vervloesem, Marc Van den Bogaert, Axelle De Smet, Raf De Schepper, Els Devlies, Werner Joris, Veerle De Beuckeleer, Wouter De Smedt

Verontschuldigd

Francy Van der Wildt

Secretaris

Wouter De Smedt

Stemming op het agendapunt

2020_GR_00187 - BELASTINGREGLEMENT OP VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN - AANSLAGJAAR 2021-2025 - Goedkeuring
Goedgekeurd

Aanwezig

Benjamin De Roeck, Geert Antonio, Geert Van der Auwera, André Gielis, Christine Jacobs, Jarrik Peeters, Wendy Weckhuysen, Ilse Moons, Anny Van Aeken, Marc Verrept, Marc Verschueren, Jurgen Callaerts, Kenneth Heylen, Annelien Schoofs, Bart Peeters, Christoph Marckx, Marleen De Bruyn, Bram Van Keer, Katusha Vervloesem, Marc Van den Bogaert, Axelle De Smet, Raf De Schepper, Els Devlies, Werner Joris, Veerle De Beuckeleer, Wouter De Smedt
Stemmen voor 24
Benjamin De Roeck, Kenneth Heylen, Annelien Schoofs, Bart Peeters, Christoph Marckx, Geert Antonio, Jurgen Callaerts, Geert Van der Auwera, André Gielis, Christine Jacobs, Jarrik Peeters, Marleen De Bruyn, Bram Van Keer, Katusha Vervloesem, Marc Van den Bogaert, Axelle De Smet, Raf De Schepper, Wendy Weckhuysen, Ilse Moons, Anny Van Aeken, Marc Verrept, Marc Verschueren, Els Devlies, Werner Joris
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2020_GR_00187 - BELASTINGREGLEMENT OP VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN - AANSLAGJAAR 2021-2025 - Goedkeuring 2020_GR_00187 - BELASTINGREGLEMENT OP VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN - AANSLAGJAAR 2021-2025 - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Gezien de gemeenten sinds 1 januari 2017 zelf bevoegd zijn tot het voeren van een beleid rond verwaarloosde woningen en gebouwen.

Met de invoering van het reglement op verwaarlozing en verkrotting is vastgelegd aan welke criteria een woning moet voldoen om verwaarloosd of verkrot te zijn.

Het belastingreglement op verwaarloosde woningen en gebouwen werd goedgekeurd voor een termijn eindigend op 31 december 2020 en dient hernieuwd te worden.

Argumentatie

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat verwaarlozing van woningen en gebouwen op het grondgebied van de gemeente voorkomen en bestreden moet worden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan;

Overwegende dat het wenselijk is dat het op het grondgebied van de gemeente beschikbare patrimonium voor wonen optimaal benut wordt;

Overwegend dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen;

Overwegende dat het billijk is om via een heffing op verwaarloosde of verkrotte woningen of gebouwen de eigenaars ervan te motiveren om de noodzakelijke herstellingen aan hun woning of gebouw uit te voeren. De heffing stijgt jaarlijks, om geleidelijk de druk te verhogen.

Het uiteindelijke doel is dat ook dat de verwaarloosde en verkrotte woningen uit het straatbeeld verdwijnen.


Juridische grond

Artikel 170 §4 van de Grondwet.

Het decreet lokaal bestuur, in het bijzonder de artikelen 40, 41, 56, 286, 287 en 288.

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Het ministerieel besluit van 3 april 2017 houdende goedkeuring van de subsidie voor IVLW Rivierenland;

Het besluit van de Vlaamse regering van 8 juli 2016 houdende subsidiering van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, waarmee de Vlaamse Regering gemeenten wil aanzetten werk te maken van een volwaardig woonbeleid, die gemeenten oplegt om leegstaande woningen en gebouwen te inventariseren conform artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid.

De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 ‘Omzendbrief betreffende de gemeentefiscaliteit’;

Het besluit van de Vlaamse regering van 8 juli 2016 houdende subsidiering van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, waarmee de Vlaamse Regering gemeenten wil aanzetten werk te maken van een volwaardig woonbeleid, die gemeenten oplegt om leegstaande woningen en gebouwen te inventariseren conform artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid.

Het gemeentelijk reglement verwaarloosde woningen en gebouwen, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 14 september 2017;

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

§1. Er wordt met ingang van 1 januari 2021 en eindigend op 31 december 2025 ten behoeve van de gemeente, een belasting geheven op de woningen en gebouwen die, gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§2. Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:

1° Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
     a) een aangetekend schrijven;
     b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

2° Bezwaarinstantie: het college van Burgemeester en Schepenen;

3° Gebouw: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 2° van het Heffingsdecreet; namelijk elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitzondering van de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

4° Heffingsdecreet: het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;

5° Gewestelijke inventarislijst van verwaarloosde gebouwen en/of woningen: de inventarislijst, tot 31 december 2016 vermeld in artikel 28, §1, eerste lid, 1° van het Heffingsdecreet;

6° Gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen: de inventaris, sinds 1 januari 2017 vermeld in artikel 26 van het Heffingsdecreet;

7° Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen: het register vermeld in artikel 3, §1 van dit reglement;

8° Registerbeheerder: de gemeentelijke administratieve eenheid en/of intergemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen;

9° Registratiedatum: de datum waarop een woning of een gebouw met toepassing van artikel 3 van dit reglement in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen is opgenomen;

10° Woning: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 5° van het Heffingsdecreet; namelijk elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;

11° Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:
     a) de volle eigendom;
     b) het recht van opstal of van erfpacht;
     c) het vruchtgebruik.

Artikel 2

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de registratiedatum.

§ 2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

§ 3.

1° De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.
2° De overdrager van het zakelijk recht moet per beveiligd schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:
- naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel,
- datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;
- nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw
Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

Artikel 3

§1. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§2. Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit dit register, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.

Artikel 4

§1.

1° Indien het gebouw of de woning een eerste termijn van twaalf maanden heffingsplichtig is, bedraagt de belasting:
- € 1.500 voor een gebouw
- € 1.500 voor een woning

2° Indien het gebouw of de woning een tweede termijn van twaalf maanden heffingsplichtig is, bedraagt de belasting:
- € 3.000 voor een gebouw
- € 3.000 voor een woning

3° Indien het gebouw of de woning een derde termijn van twaalf maanden heffingsplichtig is, bedraagt de belasting:
- € 4.500 voor een gebouw
- € 4.500 voor een woning

4° Indien het gebouw of de woning een vierde of latere termijn van twaalf maanden heffingsplichtig is, bedraagt de belasting:
- € 6.000 voor een gebouw
- € 6.000 voor een woning

§2. Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning heffingsplichtig is wordt herberekend bij volledige overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning, waarbij de termijn voor de nieuwe houder van het zakelijk recht op 0 wordt geplaatst op datum van de overdracht van het zakelijk recht.

§3. Het aantal termijnen dat een woning op de inventaris staat, wordt behouden bij ingang van het nieuwe reglement. De termijn die in acht genomen wordt voor de heffing, wordt berekend vanaf de eerste opname in de inventaris van verwaarloosde en verkrotte woningen.

Artikel 5

§1. Een vrijstelling van de heffing kan aangevraagd worden bij de administratie via het daartoe bestemde aanvraagformulier. De aanvraag voor een vrijstelling van de heffing moet worden ingediend via beveiligde zending uiterlijk 30 dagen na kennisgeving van de opname op het kohier.
Voor de volgende jaren dient de aanvraag telkens, per beveiligde zending te worden ingediend voor het verstrijken van de verjaardag van de toepasselijke inventarisatiedatum, aangezien anders de eventuele vrijstelling pas kan ingaan na de inventarisatiedatum.
De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals beschreven in art. 5 §2 dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

§2. Van de heffing op verwaarlozing zijn vrijgesteld:
1° de woning of het gebouw die/dat gelegen binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan en de woning is aangeduid als te onteigenen goed;
2° de woning of het gebouw die/dat, krachtens decreet, beschermd als monument, stads- of dorpsgezicht, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument, stads- of dorpsgezicht en waarvoor een restauratiepremiedossier bij de bevoegde overheid is ingediend en ontvankelijk verklaard;
3° de woning of het gebouw die/dat vernield of beschadigd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling jaarlijks opnieuw moet aangevraagd worden en slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;
4° de woning of het gebouw die/dat gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning;
5° de woning of het gebouw die/dat gerenoveerd wordt zonder omgevingsvergunning, mits de betrokkene door middel van een gedetailleerd dossier (timing, aard werken, kostprijs) aantoont dat het een totale verbouwing betreft en waarbij de woning wordt aangepast aan de huidige woningkwaliteitsnormen. De werken worden jaarlijks aangetoond aan de hand van foto’s en bijgevoegde facturen. De vrijstelling wordt jaarlijks opnieuw aangevraagd en is verlengbaar tot maximum drie jaar.
6° de woning of het gebouw die/dat eigendom is van: een erkende sociale huisvestingsmaatschappij, een erkend sociaal verhuurkantoor, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, IGEAN, AGB of OCMW, voor een periode van maximum drie jaar.

Artikel 6

De belasting wordt door middel van een kohier ingevorderd. Het kohier wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 7

De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het gelijknamige decreet van 30 mei 2008.

Artikel 8

Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 287 van het decreet lokaal bestuur.