Het retributiereglement op de aanrekening van diverse kosten i.v.m. aanmaningen is geldig tot 31 december 2019 en dient verlengd te worden.
Gelet op het billijkheidsprincipe waarbij de kosten die gegenereerd worden door een weigering van betaling, effectief zouden gedragen worden door de schuldenaar die deze kosten genereert en niet door diegene die zijn kosten tijdig aan het gemeentebestuur betaald;
Gelet op de noodzaak om te beschikken over een éénduidige definiëring van de kost die gepaard gaat met invorderingen die betrekking hebben op retributies of huurcontracten, wanneer deze vorderingen bij betwisting aan de rechtbank worden voorgelegd;
Gelet op het algemeen verspreid en door de Rechtbanken gesanctioneerd gebruik van Algemene Voorwaarden;
Art. 41 2e lid 14° van het decreet lokaal bestuur.
Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 worden de kosten voor het verzenden van aanmaningen en aangetekende brieven verhaald op diegenen die laattijdig de door hun verschuldigde sommen betalen zoals retributies, huurgelden en concessies.
De kosten worden vastgesteld als volgt:
Deze kosten worden vermeerderd met de verschuldigde verwijlintresten.
De wettelijke verwijlintrest wordt aangerekend vanaf de eerste van de maand volgend op de maand waarin de retributie, huurgeld, concessievergoeding verschuldigd is.